'Contacturen moeten toegevoegde waarde hebben'
Contacturen werken motiverend en zorgen voor een band met de universiteit. Ze moeten wel toegevoegde waarde hebben, anders is het zonde van de tijd.
Alle eerstejaars studenten van de Universiteit Utrecht moeten tussen de 12 en 18 contacturen per week hebben. Tweede- en derdejaars moeten gemiddeld over beide jaren 12 tot 18 uur per week een docent zien. DUB sprak met studenten van de opleidingen Rechten, Geneeskunde, Nederlands en Scheikunde en vroeg hen: hoeveel contacturen heb je, en wil je er meer of minder?
Motivatiebevorderend
“Het is algemeen bekend dat rechten een chille studie is”, stelt Guus, vierdejaars Rechten met gemiddeld acht uur college per week. “Veel studenten vinden het fijn om weinig contacturen te hebben, vooral als ze alleen op maandag en dinsdag college hebben.” Tijd voor extra contacturen is er zeker. “De opleiding erkent dat de studenten zwaarder belast kunnen worden en heeft hier allerlei plannen voor.” Een uitbreiding van de contacturen, zal voor de meeste studenten goed zijn, denkt Guus, want die kunnen zorgen voor een grotere motivatie, meer stimulans en een sterkere band met de universiteit.
Maartje, vijfdejaars Geneeskunde, is het met hem eens. “Contacturen werken motiverend en de universiteit wil graag gemotiveerde studenten. Dat bereik je door colleges te bieden waar een docent zijn enthousiasme voor het vak overbrengt en in werkcolleges waar je over je vakgebied kan discussiëren. Niet door een stapel boeken mee te geven en te zeggen: succes ermee hè!”
De contacturen moeten nuttig zijn, vinden ze. Fenna, derdejaars Nederlands: “Een contactuur moet een aanvulling op de stof zijn en de docent moet ons aanzetten tot nadenken. Dan heeft een contactuur zin. Een contactuur werkt storend als ik net lekker in de bieb zit te studeren, en de docent de stof die we hadden moeten lezen, gaat herhalen. Dan haak ik af.” Maartje: “Een contactuur is ook niet nuttig als studenten zelf presentaties moeten geven. omdat de docent geen zin had de les voor te bereiden!”
Er zit nogal wat verschil tussen het aantal contacturen van verschillende studies en geneeskundestudent Maartje, die relatief veel contacturen heeft. Zij verbaast zich erover dat studenten die een alfastudie doen even veel collegegeld moeten betalen als zij: “Waarom zou je 1700 euro collegegeld betalen als je twee uur college per week hebt?” Rechtenstudent Guus vindt dat hij met z’n 8 uur per week zeker waar voor zijn geld krijgt: “Als je je goed voorbereid, zijn de uren die we hebben heel nuttig.”
Ingewikkelde sommetjes
De hele discussie over een minimum en een maximum aan contacturen is onder meer gestoeld op het principe dat een te weinig aantal of een teveel aan contacturen de zelfstudie in de weg zit. Carlo is nu vierdejaars Scheikunde, maar had als eerstejaars wel 40 contacturen. “Bij de meeste vakken in onze opleiding is er begeleiding nodig zodat je, als je een berekening niet snapt, om hulp kan vragen. Ik heb weleens een boek van Psychologie bestudeerd en ik begrijp dat je in zo’n geval wel met zelfstudie afkan: niet dat ik alles in een keer begreep, maar als je het nog eens leest, moet dat wel lukken terwijl je bij veel bètastudies echt kan vastlopen.”
Maartje zit ook helemaal niet te wachten op meer zelfstudie: “Voor geneeskunde moet je heel veel lezen en ik heb behoefte aan een extra college waarin de docent de grote lijn aangeeft.” Voor Fenna, die onder het minimum aan contacturen zit, zouden meer contacturen juist zorgen dat de zelfstudie in de knel komt: “Bij Nederlands moet je veel schrijven en lezen en zelf nadenken over de stof en als je dan te veel contacturen hebt, heb je daar geen tijd meer voor. Toen ik bedrijfskunde studeerde in Eindhoven had ik veel meer contacturen maar dan maakten we ook tachtig sommetjes per les. Als ik nu de hele dag college zou hebben, zou ik daarnaast nog de hele avond nog moeten studeren. Bovendien werk ik naast mijn studie, dat zou dan ook niet meer kunnen.”
Gevaarlijke situaties
De reden dat eerstejaars Scheikunde zoveel contacturen hebben is omdat ze veel practica hebben en omdat ze bijgespijkerd worden in wis- en natuurkunde, aldus Carlo. “Bij die practica zijn vaak vier, vijf docenten aanwezig op veertig studenten. Dat moet ook, anders is het gevaarlijk. Je kan er niet alleen aio’s opzetten, want die weten ook niet wat er gebeurt als je stofje opeens blauw wordt.” Een maximum aan contacturen is dus geen optie: “Ook die wis- en natuurkunde vakken die we krijgen, kan je eigenlijk niet weglaten omdat dat de basis is voor de rest van de vakken.”
Maatwerk
Maartje vindt een maximum aan contacturen “bizar”. Ze ziet niet welke eerstejaarsvakken weggelaten zouden kunnen worden. Als er echt meer contacturen moeten komen, dan zou Fenna gaan voor een (niet verplicht) werkcollege waarin studenten wordt geleerd wat zelfstudie is. Een maximum vindt ze raar: “Het verschilt per vak hoeveel contacturen er nodig zijn, daar kan de universiteit niet over oordelen, want ze zien niet wat er in een vak gebeurt.” Guus ziet voordelen in extra contacturen waar de stof uitgebreider besproken wordt, maar heeft ook liever dat deze uren facultatief worden. De conclusie is dat het maatwerk moet zijn, en niet iets dat van bovenaf opgelegd kan worden.
Online colleges geen contacturen
Tot slot, omdat er een discussie woedt over de definitie van contactuur, hebben we dit ook aan de studenten voorgelegd en daar komt de volgende definitie uit: een ingeroosterd uur waarbij je de kans hebt contact te hebben met een docent die fysiek aanwezig is.
Inloopspreekuren en tutoruren zijn in deze definitie wel contacturen maar een online hoorcollege niet. Carlo: “De interactie is belangrijk in hoorcolleges. Als een docent iets vertelt en hij ziet allemaal opgetrokken wenkbrauwen, dan weet hij dat hij het nog een keer moet uitleggen.” Omdat deze studenten stages en coschappen meetellen als contacturen, dan komen ze al snel aan veertig uur per week. Maartje: “Als ik mijn coschappen niet als contactuur tel, heb ik er nul.”