Danone en UU kruipen samen achter de microscoop
Er is al lang een intensieve samenwerking tussen Danone en de Universiteit Utrecht. Zo werkt de voedselfabrikant onder meer samen met het onderzoeksinstituut van Farmacie (het Utrecht Institute for Pharmaceuticals Sciences UIPS), met verschillende onderzoeksgroepen van het WKZ, UMC Utrecht en de faculteit Diergeneeskunde. De band zal – zo is de verwachting - nog sterker worden nu Danone in het pand aan de Universiteitsweg alle bestaande Nederlandse onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten heeft samengebracht.
Dermatoloog in het UMC Utrecht André Knulst werkt al ruim 12 jaar samen met Danone. Hij doet onderzoek naar voedselallergie en de ontwikkeling van tolerantie. “Tot nu toe ging het meestal om een promovendus die in samenwerking met Danone, destijds nog Nutricia, onderzocht waarom 85 procent van de kinderen met een koemelkallergie daar rond driejarige leeftijd vanzelf vanaf komt. De subsidie kwam vaak van Danone of de overheid, maar de wetenschappelijke ideeën kwamen van ons beiden. Het klinische onderzoek werd alleen bij ons op de vloer uitgevoerd omdat wij patiëntenmateriaal hebben.”
Nieuw onderzoek naar voedselallergie
Met de komst van het innovatiecentrum krijgt de samenwerking een impuls, daarvan is Knulst overtuigd. In oktober start hij samen met onderzoekers van onder meer het UIPS, het IRAS en Danone een nieuw project genaamd Nutrall, gefinancierd vanuit een grote overheidssubsidie. “We willen kijken of bepaalde stoffen uit voeding iets kunnen betekenen in de behandeling van voedselallergie. Om vervolgens allergische mensen met deze stoffen te behandelen of misschien zelfs te vaccineren.”
Wie ook aan dit project gaat meewerken is Johan Garssen. Hij heeft zowel een aanstelling als directeur van het platform immunologie bij Danone als hoogleraar Immunofarmacologie bij het UIPS. Een aantal jaren werkte hij volledig voor Nutricia, een bedrijf voor baby- en medische voeding dat door Danone in 2007 werd overgenomen, maar sinds 2007 combineert hij zijn Danone-positie met een leerstoel Immunopharmacologie bij UIPS.“Wat ik leer is dat een bedrijf als Danone veel kan hebben aan de academische wereld. Wetenschappers in het bedrijfsleven hebben vaak net een andere manier van denken. Een combinatie van de pure academische en fundamentele kennis is een must voor betere innovatie.”
Knulst voegt toe: “Danone is natuurlijk zeer geïnteresseerd in een therapie tegen voedselallergie waarbij mogelijk producten op de markt komen. Zij hebben - nu ze naast de UU zitten - veel makkelijker toegang tot onze expertise en tot patiëntenmateriaal. Dat is nodig om hun producten in een menselijk systeem te testen.”
Proeffabriek
En welke expertise brengt Danone mee die voordelig is voor de universiteit? Knulst: “Dat zijn toch vooral hun producten. Wij hebben expertise opgebouwd in klinische studies. Maar wat we niet hebben, is een product dat allergievaccinatie mogelijk vergemakkelijkt, effectiever maakt of zorgt voor minder bijwerkingen.”
Garssen: “Naast de hoofdingang van het nieuwe gebouw staat de proeffabriek waar producten worden gemaakt. Daar hebben we binnen de universiteit geen expertise in. De Bètafaculteit is heel sterk in fundamenteel wetenschappelijk onderzoek. Maar daarnaast zijn we ook steeds meer aan het valoriseren en aan het zoeken naar toepasbaarheid. Als je een werkzaam molecuul ontdekt, dan moet je ook weten of dat molecuul producttechnologisch gezien nog effectief is en of het plat gezegd in een sondezak past zonder te klonteren.”
Samen achter de microscoop
Het zijn de verschillende aan elkaar gekoppelde expertises die dit nieuwe project zo mooi maken, vindt Garssen. Dankzij het samenwerkingsverband beschikt De Uithof over een uitgebreid panel aan testen variërend van puur chemische testen, testsystemen met cellen, dierstudies tot aan het klinische werk. Garssen: “We koppelen alles aan elkaar. Ik denk dat wij als Science Park Utrecht enorm trots moeten zijn dat Danone hier onderdeel van is.
Het project biedt plaats aan onder andere drie nieuwe promovendi. “De dagelijkse begeleiding doe ik samen met onderzoekers van UIPS, IRAS en Danone”, vertelt Knulst. “In welk lab het experiment ook gebeurt, wij zullen de begeleiding gezamenlijk op ons nemen en maandelijks in een grotere groep de resultaten delen. Er is maximale kruisbestuiving en gebruik van elkaars materiaal en mogelijkheden. Dat is echt een stap verder dan dat we tot nu toe gedaan hebben.”
Garssen is het daar mee eens. “Wij werken bijvoorbeeld ook met verschillende typen bacteriën die mogelijk gezondheidseffecten hebben. Maar binnen het lab immunofarmacologie van UIPS ontbreken de mogelijkheden om bacteriën op een goede manier te kweken. In het nieuwe gebouw van Danone zit een vooraanstaande microbiologiegroep. Zij laten mensen uit mijn universitaire immunologiegroep in hun lab werken en discussiëren met de microbiologen.” Samen achter de microscoop en data analyseren gebeurt straks aan de lopende band.
Het gevoede brein
Naast het samenwerkingsproject op het gebied van allergie gaat binnenkort ook het programma Nutribrain van start waarin verschillende faculteiten van de UU, het WKZ, Danone en de universiteit van Wageningen samenwerken. Gezamenlijk gaan zij onderzoeken wat specifieke voeding kan betekenen op het brein, de darmen en het immuunsysteem van veel te vroeg geboren baby’s. Die samenwerking zal er ongeveer hetzelfde uit gaan zien: onderzoekers van Danone, UU en WUR die gebruik maken van elkaars apparatuur, laboratoria en kennis.
De komst van Danone tilt de samenwerking naar een hoger niveau, herhaalt Knulst. “Bij zowel het UMC als Danone stellen we personen aan die op beide plaatsen gaan werken. We gaan dus letterlijk bij elkaar over de vloer komen. Dat lijkt niet zo belangrijk omdat je op tal van andere digitale manieren kan communiceren met elkaar. Maar zeker als het gaat om uitwisseling van materiaal en kennis is het handig dat je even snel heen en weer kunt lopen.”