Eredoctor Houben over De Uithof

'De campus is het uithangbord van een universiteit'

Francine Houben en enkele door haar - of door haar bureau - ontworpen gebouwen en park, foto's Mecanoo

Blij verrast was Francine Houben toen ze hoorde dat zij een van de vier uitverkorenen is die deze Dies een eredoctoraat krijgt van de Universiteit Utrecht. “Het is echt een hele eer en ik begrijp dat het bijzonder is dat ik voorgedragen ben, omdat dit meestal is weggelegd voor buitenlandse academici”, vertelt ze via Skype. Ze zit in New York waar ze werkt aan het ontwerp voor de renovatie en verbouwing van de beroemde Public Library aan 5th Avenue en de Mid-Manhattan Library, de grootste uitleenbibliotheek van de stad.

Na het Utrechtse nieuws ging Francine Houben die met haar bureau Mecanoo veel voor universiteiten heeft gewerkt en twee gebouwen in De Uithof heeft ontworpen, naar de universiteit om kennis te maken. “Ik wilde graag weten wat de Universiteit Utrecht precies doet, want zelf heb ik in Delft gestudeerd. Ik pakte op Utrecht Centraal de fiets naar De Uithof.”

'Wij ontwierpen het eerste gebouw van de nieuwe campus'

Op de vraag wat haar indruk is van De Uithof waar een aantal prijswinnende gebouwen staat, kiest ze haar woorden zorgvuldig: één fietsritje is een beetje dun om een gedegen oordeel te hebben. “Het waaide erg hard waardoor het niet echt een warm welkom was. Verder viel het me op dat er veel studentenhuisvesting staat. Toch voelt De Uithof nog niet als een stad terwijl het een grote wijk is met mixed users.” Houben doelt op de tienduizenden studenten, docenten, onderzoekers, ondernemers en werknemers die er dagelijks zijn.

Het was niet de eerste maal dat Houben in De Uithof kwam. Midden jaren negentig werd ze gevraagd om het gebouw voor de Faculteit voor Economie & Management van de Hogeschool Utrecht te ontwerpen. De Uithof zag er toen nog heel anders uit. “Ik herinner me veel weiland en wij ontwierpen het eerste gebouw van de nieuwe campus waar ook veel ruimte zou zijn voor laagbouw.”

Het gebouw staat er inmiddels 20 jaar en Houben is nog altijd trots op het eindresultaat. “Het staat er erg mooi bij.  Er zit heel mooi licht in het gebouw en het heeft een heldere structuur.”

Voor het ontwerp liet Houben zich destijds inspireren door de Kasba, een traditionele woonvorm die je in Noord-Afrikaanse steden ziet. Die kenmerkt zich door een compacte en lage bebouwing met mooi verzorgde patio’s. De drie patio’s van het onderwijspand - zen, bamboe en jungle - zijn nog altijd prachtig, vertelt ze enthousiast.

Bij het ontwerpen speelde de gedachte mee dat onderwijs verandert. “Het ontwerp steekt daarom zo in elkaar dat het makkelijk aangepast kan worden aan de nieuwe tijd. Toentertijd was de trend dat lokalen afgesloten eenheden waren. Nu zijn transparantie en openheid belangrijk”, zegt ze. Daarom worden de onderwijsruimten in het door haar ontworpen gebouw – door een ander bureau dan het hare - opengebroken zodat samenwerken tussen studenten makkelijker wordt. “Maar zaken als zonlicht, comfort, akoestiek en een prettige tactiliteit zijn constanten.”

'Een studentencampus moet een plek zijn met een eigen identiteit waar het prettig is om te verblijven'

In de ontwerpen van Houben staan drie elementen centraal: people, place and purpose. Dat gold voor haar gebouw aan de Padualaan en ook voor het pand dat Mecanoo ontwierp als Life Sciences Incubator aan de Yalelaan. Het verzamelgebouw voor startende bedrijven op het gebied van biowetenschappen huisvest kantoren en laboratoria en past volgens Mecanoo in de ‘grote variëteit aan gebouwen die De Uithof rijk is en daarmee is het een staalkaart van moderne architectuur’.

Houben heeft een duidelijke visie op de vormgeving van  een studentencampus: het moet een plek zijn met een eigen identiteit waar het prettig is om te verblijven. In Delft, waar haar bureau Mecanoo gevestigd is, heeft zij een park ontworpen op de campus van de TU Delft. “Een prettig gebied om zijn met groene heuveltjes. Het is een centrale plek die alle functies met elkaar verbindt: sport, onderwijs, werk en studentenhuisvesting.” Ook ontwierp ze op de Delftse campus de geroemde universiteitsbibliotheek. “Een campus heeft voor echt Hollandse steden als Utrecht, Delft, maar ook Wageningen een belangrijke, economische functie. De stad is vanwege de geringe omvang al snel de campus.”

'Alles moet kloppen op de campus als je het tot een geïntegreerd onderdeel van de stad wil maken'

Houben meent dat er nogal eens voorbij wordt gegaan aan de gedachte dat je als middelgrote Hollandse universiteitsstad concurreert om studenten en postdocs met universiteiten zoals Cambridge. “Je wilt hen een inspirerende plek bieden waar ze zich thuis voelen. Waar ze veilig kunnen fietsen en prettig wonen, werken en verblijven. Je moet als universiteit daarom echt een heel mooie campus maken en dat begint bij het bewustzijn dat de competitie van de kenniseconomie mondiaal is.”

Een uitstekende “learning environment” is volgens Houben de sleutel tot succes voor de Hollandse universiteiten die in haar optiek veel beter hun krachten kunnen bundelen. “Alles moet kloppen op de campus als je het tot een geïntegreerd onderdeel van de stad wil maken. Nederland heeft er de infrastructuur voor en is beter gepositioneerd dan het Verenigd Koninkrijk en Amerika. Alleen al het feit dat iedereen hier Engels spreekt”, zegt Houben enthousiast over de kansen voor Nederland op onderwijsgebied.

Op de vraag naar wat Francine Houben neer zou zetten op De Uithof als ze carte blanche zou krijgen, heeft ze geen direct antwoord. “Daar ken ik De Uithof nog niet goed genoeg voor. Wel heb ik wereldwijd veel onderzoek gedaan naar campussen en telkens zie ik een onderscheid tussen alfa, bèta en gamma. Al die disciplines hebben andere eisen aan gebouwen en daarom zitten ze vaak verspreid door een stad. Ik denk dat bijvoorbeeld in de Utrechtse binnenstad vooral alfastudies zitten terwijl op De Uithof laboratoria staan voor de bètastudenten. Het zou heel inspirerend zijn als alles op één plek zit, want dan inspireer je elkaar.”

Francine Houben, de eredoctor

Francine Houben (Sittard, 1955) is een van de meest vooraanstaande architecten van Nederland. Ze studeerde bouwkunde in Delft waar zij al tijdens haar studie in 1984 Mecanoo architecten oprichtte samen met vier studiegenoten. Het bureau waarvoor ze nu als creatief directeur de wereld over reist voor opdrachten en lezingen, combineert de disciplines architectuur, urban planning, interior design en landschapsarchitectuur. In 2015 ontving ze de Prins Bernhard Cultuurfondsprijs voor haar oeuvre. Ze is bestuurslid van de Academie van Kunsten van de KNAW.

Houben is door de Utrechtse hoogleraar Urban Futures Maarten Hajer voorgedragen omdat ze met onorthodoxe en interdisciplinaire oplossingen komt die volgens Hajer bijdragen aan ‘een goed functionerende stedelijkheid’. Hij stelt verder dat bij Houben ‘de mens centraal staat maar wellicht nog meer de sociale interactie. Haar gebouwen brengen het beste in de mens naar boven.’ Het is volgens hem dan ook niet toevallig dat Houben de laatste jaren veel is gevraagd om bibliotheken te bouwen of te verbouwen. Naast de net verworven opdracht in New York om de Public Library aan te pakken, ontwierp Houben de Library of Birmingham, de UB van de TU Delft en werkt ze ook aan bibliotheken in Washington, DC, en Tainan, Taiwan.

Advertentie