De constitutieborrel: lange lulverhalen en loze presentjes

"Je komt met je bestuur de kroeg binnen waar een nieuw bestuur een borrel organiseert. Je meldt je bij de pedel (lees: pù-del): degene die de pedelstaf vasthoudt. Vervolgens kondigt de pedel aan dat je mag recipiëren, oftewel het nieuwe bestuur feliciteren. Met je bestuur bied je een cadeau aan, waarbij de voorzitter een zo lang mogelijk lulverhaal houdt. Hoe langer die lult, hoe ‘prominenter’ het bestuur wordt. Het cadeau moet een jaar bewaard worden. Dan mag je in het gastenboek schrijven. Er wordt gratis bier geschonken, maar vaak is dit binnen een uur al op."

Isabelle Beelen, student Bestuurs- en Organisatiewetenschap en voorzitter van studentenbelangenorganisatie Vidius, legt de spelregels van de constitutieborrel uit. Samen met Lukas, Roos, Felix en Isabeau zit ik in het kantoor van Vidius. Vandaag mag ik, namens DUB, mee naar een aantal constitutieborrels. 

Afgezien van bestuurslid Pieter is het bestuur van Vidius compleet. De vier bestuursleden zijn deftig gekleed en klaar om een aantal constitutieborrels af te struinen. Waar andere besturen zich nog weleens willen misdragen bij de borrels zal Vidius proberen zich rustig te houden. "Bijna alle besturen zijn lid bij ons. We moeten dus een beetje op onze reputatie letten."

Even later staan we in café Dikke Dries, om het bestuur van ECU’92 van Economie te feliciteren. Afgezien van wat jasjes en dasjes met vetkuiven die in een hoekje aan een biertje nippen is het er nog rustig. Midden in de kroeg staat in vol ornaat de pedel met zijn staf, die af en toe luidkeels een bestuur oproept om te recipiëren.

Het voelt als een anticlimax. Over de constitutieborrels gaan grote verhalen de ronde: volgens de traditie mag een bestuur objecten, zoals de pedelstaf of het gastenboek, van andere besturen pikken. Zelfs de pedel mag, in hoogsteigen persoon, gestolen worden. Als dit lukt, moet het bestolen bestuur een tegenprestatie leveren, bijvoorbeeld in de vorm van het organiseren van een borrel. Het dienst doende bestuur schakelt daarom bewakers in om diefstal voorkomen. Vaak gaat het voorkomen van diefstal gepaard met wilde worstelingen, het zogenaamde ‘brassen’.

Niks van dit alles bij ECU’92: afgezien van de deftige klederdracht van de aanwezige bezoekers en het gebrul van de pedel is het een wat stoffige borrel. Vidius wordt opgeroepen en gaat tegenover het bestuur van ECU’92 staan. Isabelle begint aan haar ‘lulverhaal’, dat opvallend snel is afgelopen. "Je wilt ze ook niet te lang vervelen met je verhaal", legt ze even later uit.

Aan de bar drink ik een biertje met Lukas, die me verder tekst en uitleg geeft over het brede pallet aan regels van de constitutie. "Bij het recipiëren moet de secretaris tegenover de secretaris van het andere bestuur staan. Doe je dat niet, dan loop je de kans om uit de kroeg gegooid te worden. In het verleden is dit wel eens gebeurd." Als ik vraag hoe hij dit allemaal weet, antwoordt hij: "Je kan een constitutietraining volgen. Daar worden alle regels uitgelegd."

Onze volgende borrel is van Djembé, de studievereniging van Culturele Antropologie, in de kelder van Bar Walden op het Domplein. Het is er nog rustiger dan bij ECU’92 en de sfeer is wat informeler: de bestuursleden hebben geen pak aan maar een T-shirt, en de pedel is geen brallende lakei maar een bebaarde nozem met een tattoo op zijn arm.

Waar bij ECU’92 de pedel met zijn pedelstaf op de grond ramde om aandacht te krijgen, slaat hier de pedel een paar keer op een djembé. Hij komt nauwelijks boven het geroezemoes van de bar uit als hij aankondigt welk bestuur aan de beurt is om te recipiëren. Een meisje in een rokkostuum schreeuwt: "We verstaan je niet!", waarna de aanwezigen in de bar eensgezind beginnen te brullen.

Als Vidius aan de beurt is om te recipiëren besluiten ze mij, een buitenstaander, als cadeau te overhandigen. Gedwee bied ik me aan. Ik merk meteen dat de gift weinig betekenis heeft. Het is niet zo dat ik een jaar lang in de prijzenkast van Djembé kom te staan, of vastgetaped aan een paal koortsachtig bewaakt wordt, gelijk een gastenboek of een pedelstaf.

We stomen door naar onze laatste borrel: die van studentenvereniging A-Eskwadraat van wiskunde, informatica, informatiekunde en natuur- en sterrenkunde, in werfkelder de Grote Catacomben aan de Oudegracht. Het is bloedheet in de werfkelder. Er hangt een zurige mist van verschaald bier en zweet, waar de lens van mijn camera van beslaat. "Dit is dus hoe vieze mannen ruiken", merkt Isabeau op. In een hoekje staat een groepje vieze mannen driftig te brassen – een poging om de pedelstaf van A-Eskwadraat te ontfutselen. De rest van de genodigden kijkt grinnikend toe.

Even later staan we buiten af te koelen aan de Oudegracht. Lukas is binnen blijven hangen: volgens Isabeau heeft hij daar zijn gelijken gevonden. Voor de ingang staat een jongen met een rode stropdas te wankelen op zijn benen. Ondanks zijn alcoholroes is hij gefixeerd op het afleiden van de bewaker voor de ingang, zodat zijn vrienden een A-Eskwadraatobject mee kunnen roven. "Ik ga zo mijn sigaret op zijn arm uitdrukken", fluistert hij ons toe, terwijl hij met een schuin oog naar de bewaker loert.

Voor het bestuur van Vidius is het niet de laatste borrel, gedurende de maand september zijn er meer dan twintig die ze moeten combineren met hun voltijdse functie bij de studentenunie. Voor hen is het een kans om te netwerken, waardoor het soms een beetje voelt als werk. De vermoeid ogende Felix besluit af te taaien en vertrekt met de tekenende woorden: "Je moet het vooral als functioneel zien. Voor ons is dit heel functioneel." Achter hem weerklinkt het opgewonden gejoel over de Oudegracht van een groepje bestuursleden dat een object van A-Eskwadraat heeft gejat. 

Eerder recenseerde DUB een constitutieborrel van Usocia. Het filmpje kijk je hier:

 

Advertentie