Een reconstructie van de zoektocht van Lijst Vuur
De moeizame jacht op kandidaten voor de U-raad
Ismaïl Sarti, studentlid van de Universiteitsraad, ziet op zijn telefoonscherm mederaadslid Jona van Santen online komen. Hij verwacht een berichtje: het is 27 februari, de laatste dag dat potentiële kandidaten voor de raadverkiezingen van 2023 zich kunnen melden. Ismaïl weet dat ze er niet goed voorstaan. Jona zit in de sollicitatiecommissie en lichtte hem er vorige week al over in. “Hee. En?”, stuurt Ismaïl direct. Hij ziet Jona typen… “We hebben maar één sollicitatiebrief ontvangen.” Ismaïl baalt, ook al wist hij van te voren dat het een lastige zoektocht zou worden. Studenten staan niet echt in de rij om een jaar van hun studententijd te wijden aan de medezeggenschap.
Het is een probleem waar medezeggenschappers iedere keer weer tegenaan lopen. Ook vorig jaar kon Vuur pas na veel moeite nieuwe kandidaten vinden en de studenten hadden uiteindelijk nét genoeg kandidaten gevonden om de waalf zetels van de studentengeleding voor de Universiteitsraad te kunnen vullen. Op vrijdag 20 mei 2022, de dag van de verkiezingsuitslag, verzamelden de studenten van Vuur en de Partij van de Utrechtse Student (PvdUS), de andere studentenpartij, zich in het statige Academiegebouw, in een kamer die uitkijkt op het Domplein. Ze kregen te horen dat nog geen vierduizend studenten hadden gestemd. De opkomst van slechts zo’n 10 procent van alle studenten was dramatisch laag. De jaren ervoor vonden al steeds minder studenten de weg naar de stembus, maar na de coronapandemie was de opkomst nog verder verslechterd.
Bij Vuur vierden ze die dag echter feest. Ze kwamen als winnaar uit de verkiezingsstrijd. Vuur bemachtigde zeven van de twaalf zetels, de PvdUS vijf. Alleen: Vuur had maar vijf kandidaten op de lijst staan die daadwerkelijk de medezeggenschap in wilden, veel te weinig om de zetels mee te vullen. Achter gesloten deuren voltrok zich een crisis. De kandidatenlijst was allang definitief en nieuwe studentleden toevoegen, kon niet meer. Bovendien had Vuur al eerder problemen, doordat een kandidaat zich op het laatste moment, tijdens de verkiezingscampagne, terugtrok. Job de Jager, die al in de Universiteitsraad zat en op de lijst stond als lijstduwer, maakte de ongebruikelijk keuze om zijn raadswerk met een jaar te verlengen. Job redde daarmee de studentleden enigszins uit hun penibele situatie, maar uiteindelijk moesten ze hun zevende zetel weggeven aan de PvdUS, die wel genoeg kandidaten had.
Twee kleinere studentenpartijen, UUinActie en De Vrije Student, hadden het dat jaar nog moeilijker: voor de verkiezingen meldden zij uit de raad te verdwijnen, omdat zij geen kandidaten konden vinden. Het aantal studentenpartijen in de raad halveerde daarmee van vier naar twee.
Aan de slag
De studentleden van 2023 willen geen herhaling van vorig jaar, zeggen ze half januari tegen elkaar. De kerstperikelen zijn achter de rug. De zomervakantie zal voor de meeste studenten nog ver weg voelen, maar niet voor de studenten van de Universiteitsraad. De zoekcommissie van Vuur moet aan de slag, willen ze na de zomer genoeg studentleden hebben. In de commissie zitten Ismaïl, een bestuurslid van Vuur en studentleden uit de faculteitsraden van Geesteswetenschappen, Sociale Wetenschappen en Recht, Economie, Bestuur en Organisatie (Rebo). Ze zoeken niet alleen studentleden voor de Universiteitsraad maar ook voor de drie faculteitsraden.
De huidige universiteitsraadsleden van Vuur
Ismaïl heeft een hart voor medezeggenschap. Er is eigenlijk geen overlegorgaan waar hij niet heeft in gezeten: de leerlingenraad op de middelbare school, de opleidingsadviescommissie, faculteitsraad en dit jaar de universiteitsraad. Daar moest hij wel tijdelijk zijn dubbele studie Natuur- & Sterrenkunde en Wiskunde voor op een laag pitje zetten, maar hij vindt het werk leuk en gelooft dat studentleden als hij echt voor verbeteringen kunnen zorgen, al klinkt dat misschien wat groots. Als eerstegeneratiestudent met Marokkaanse wortels, zou Ismaïl graag weer een student in de raad willen die deze gemeenschap kan vertegenwoordigen. Hopelijk helpt zijn grenzeloze toewijding aan de medezeggenschap hem bij de zoektocht.
De vergadering van half januari is het startsein. Op tv-schermen in de universiteitsbibliotheken in De Uithof en de Drift wordt reclame gemaakt. Op hun Instagramaccount plaatsen de studentleden van de Universiteitsraad campagnevideo’s. Ze vragen aan studie- en studentenverenigingen de vacature te verspreiden. Namen worden verzameld, lijstjes opgesteld met mogelijke kandidaten. Faculteitsraadsleden zoeken binnen hun eigen faculteit naar kandidaten. Niet alleen de zoekcommissie benadert studenten, ook andere studentleden van de Universiteitsraad, de sollicitatiecommissie, studentleden in de faculteitsraden, oud-raadsleden van Vuur, studenten die lid zijn bij Vuur - eigenlijk iedereen die op een bepaalde manier betrokken is bij de studentenpartij zoekt mee.
Weinig interesse
Ismaïl probeert studenten enthousiast te krijgen met een bericht in studie-appgroepen: “We zijn opzoek naar opvolgers in de universiteitsraden. Als iemand geïnteresseerd is, app of bel me maar.” Hij stapt op studenten af die hij kent en geschikt zouden zijn voor het raadswerk. Maar hij heeft weinig succes en ook de andere leden van Vuur vergaat het niet veel beter.
Het is van de kant van de studenten geen complete desinteresse, merkt Ismaïl. Ze weten vaak gewoon niet goed wat de Universiteitsraad doet of zelfs niet dat deze bestaat. Je zo’n heel raadsjaar in moeten zetten, kan als nogal veel klinken. Tijd en geld vormen vaak de drempel en Ismaïl snapt dat. Als hij niet nog bij zijn ouders had gewoond, maar een dure studentenkamer in Utrecht moest huren, zou hij ook niet het geld hebben voor een raadsjaar. Studentleden pauzeren hun studie meestal voor een jaar, of doen soms nog één vak per blok, maar lopen bijna altijd studievertraging op. En de vergoeding vanuit de universiteit is niet hoog genoeg om van rond te komen. Voor de meeste studenten staat een raadsjaar gelijk aan een hogere studieschuld, wat kan oplopen tot duizenden euro’s.
Half februari gaat de Week van de Medezeggenschap van start, die Vuur en PvdUS samen organiseren om meer bekendheid te geven aan medezeggenschap. Het is ook een kans om studenten warm te maken voor een raad. Studentleden van de faculteiten bakken poffertjes, er kan geluncht worden met decanen, in de foyer staan stands en er is een informatieavond met gratis pizza. De Universiteitsraad organiseert een lezing met als gast oud-tophockeyer Jacques Brinkman. Slechts zo’n tien studenten komen opdagen – veelal zelf raadslid of bekende van. In de zaal is plek voor zeventig man.
Op de donderdagavond van die week is er een borrel in Café De Stadsgenoot aan de Breedstraat: de kleine, bruine kroeg is die avond stampvol. Een handjevol leden en oud-leden van Vuur drinken er een biertje en kletsen wat. Er komen maar twee studenten van buiten Vuur op af. Wel zijn ze geïnteresseerd in de kandidaatstelling en een van hen zal later daadwerkelijk een sollicitatiebrief opsturen. Het is dan nog een kleine twee weken tot de deadline.
Ismaïl benadert nog meer studenten, maar bij de zoveelste ‘nee’ begint bij hem de frustratie op te lopen. De week voor de deadline licht Jona hem erover in dat ze er slecht voorstaan: het komt niet als een verrassing en Ismaïl vreest dat ze net als in 2022 niet genoeg kandidaten gaan vinden. Het dreigt steeds meer werkelijkheid te worden als er op 27 februari, de dag van de deadline, slechts één sollicitatiebrief binnen is.
Tijd voor plan B
De zoekcommissie krijgt van het bestuur van Vuur een week langer de tijd om kandidaten te vinden. Wat hen in anderhalve maand niet gelukt is, moeten ze nu in één week doen. De tijd begint te dringen. Eind april moeten ze hun definitieve kandidatenlijst bij de universiteit inleveren, maar de sollicitatiecommissie moet nog alle sollicitatiegesprekken voeren, de volgorde van de kandidaten op de stembiljetten bepalen en de studenten moeten zelf ook wat tijd krijgen om over hun beslissing na te denken.
Op de dag van de eerste deadline komt de zoekcommissie bijeen om te overleggen. Ze moeten hun strategie drastisch bijstellen, er moet een plan B komen. Het meest succesvol waren ze bij studenten die al medezeggenschapswerk doen, concluderen de leden. Nu moet misschien meer worden ingezet op studenten die iets hebben met de thema’s die voor Vuur belangrijk zijn: duurzaamheid, internationalisering, studentenwelzijn en onderwijs. Studenten die hier al mee bezig zijn, willen zich daar misschien ook in de Universiteitsraad voor inzetten. Alleen hebben ze iedereen die ze zelf kennen al benaderd: hoe kunnen ze de andere studenten nog bereiken? Ismaïl besluit eens te peilen bij zijn mederaadsleden, onder wie Susannah Burger die sociale veiligheid onder haar hoede heeft, en Tamara Luiken, van het dossier duurzaamheid. “Kennen jullie nog andere mensen in je netwerk die goed zijn voor de raad?”, vraagt hij hun. Die kennen ze en ze geven Ismaïl een nieuwe lijst met namen. Ze hebben nog een week de tijd.
Het is een spannende, stressvolle week, waarin de zoekcommissie een tandje bijzet. Ismaïl en Jona houden die week intensief appcontact over hoe het ervoor staat. Geleidelijk lijkt de situatie te veranderen. Er druppelen wat sollicitatiebrieven binnen en Ismaïl merkt dat studenten die hij benadert anders op hem reageren. Ze willen vaker doorpraten over de raad, stellen hem vragen over hoeveel tijd het kost en wat ze kunnen betekenen als raadslid. En het blijft niet alleen bij interesse: een deel laat weten daadwerkelijk een sollicitatiebrief te gaan sturen.
Vooral Lune de Rijck, ook studentlid van de Universiteitsraad, boekt succes. Die kent op de universiteit veel mensen, en blijkbaar de juiste, want via Lune melden zich meerdere studenten aan. “Kunnen we de zetels vullen als we er dit jaar weer zeven krijgen?”, vraagt Ismaïl in de loop van de week. Daar lijkt het wel op, bevestigt Jona. Na het verstrijken van de tweede deadline blijken ze acht sollicitatiebrieven te hebben ontvangen. Als ze zo doorgaan, beginnen ze met een volle lijst aan de verkiezingen. Op dat moment is echter nog geen enkele kandidaat definitief vastgesteld. Juichen ze niet te vroeg?
Definitieve deadline
Voor Jona begint het echte werk pas in de tweede week van maart, als de eerste sollicitatiegesprekken gepland staan. Al is van streng selecteren van kandidaten geen sprake: die luxe hebben ze niet, en bovendien hebben ze zelf de studenten uitgezocht.
Jona wil zich vooral een beeld vormen van de kandidaten, zodat hij samen met zijn commissiegenoten na afloop de beste volgorde op de kieslijst kan bepalen. Ondertussen blijft de zoekcommissie verder zoeken. Het liefste zou Ismaïl twaalf kandidaten vinden, voor het totale aantal zetels die studenten mogen vullen. Tijdens het sollicitatieproces trekt een potentiële kandidaat zich nog terug en een andere reageert niet meer op de uitnodiging voor een sollicitatiegesprek. Zo heeft Vuur bij de definitieve deadline begin april alsnog maar zes kandidaten. Stuk voor stuk gemotiveerde en gedreven studenten, waar de huidige raadsleden met een gerust hart het stokje aan kunnen overdragen, maar Ismaïl is teleurgesteld. Dat maar zo weinig studenten geïnteresseerd zijn in de medezeggenschap, is voor hem moeilijk te verkroppen. Hoeveel studenten heeft Vuur wel niet benaderd in die maanden? Alleen hijzelf polste al zo’n dertig studenten voor het raadswerk. Met de hulp van de andere Vuur-leden moet het aantal in de honderden lopen: driehonderd, vierhonderd, schat hij. Het probleem van de teruglopende interesse in de medezeggenschap is groter en fundamenteler dan hij in eerste instantie dacht.
Meer studenten bij Vuur zijn het beu. Rémi ter Haar, die vorig jaar in de Universiteitsraad zat, schrijft een scherp opiniestuk over de vraag of Vuur nog wel mee kan doen aan de verkiezingen. Een wanhoopsdaad om het onderwerp voor het voetlicht te brengen, want op dat moment heeft Vuur, netjes op tijd, haar lijst ingeleverd. Op die lijst staan uiteindelijk dertig kandidaten, maar alleen de eerste zes zijn echte kandidaten, de rest is lijstduwer. Het geschetste scenario is reëel: zal er een keer komen dat Vuur te weinig kandidaten vindt en niet aan de verkiezingen kan meedoen?
Of Vuur dit jaar haar zetels kan vullen, zal pas blijken bij de verkiezingsuitslag op 12 mei. Als de uitslag gunstig is, moet de zoekcommissie ondanks haar maandenlange inzet opnieuw aan de bak. Dan is de hoop gevestigd op een lijstduwer die zich alsnog bedenkt.
Voor dit verhaal wilde DUB één studentenpartij uitvoerig volgen in haar zoektocht naar opvolgers. Hierbij is gekozen voor Vuur, omdat zij vorig jaar niet genoeg kandidaten hadden. De PvdUS laat weten dat ook zij steeds meer moeite heeft om kandidaten te vinden voor de Universiteitsraad. De PvdUS heeft echter ook dit jaar een lijst met dertig kandidaten ingeleverd van wie de eerste zes ook daadwerkelijk aan de slag willen als raadslid.