De UIT 2020 in vogelvlucht
De drie dagen van de UIT, dit jaar van 10 tot en met 12 augustus, hadden ieder een eigen thema. De eerste dag stond in het teken van kennismaken met de stad Utrecht, de tweede dag draaide om het ontmoeten van de verenigingen, en de derde dag moest de UIT-lopers voorbereiden op hun leven als kersverse student. Op die dag ging het bijvoorbeeld over bijbaantjes, studentenhuizen en koken. Hoe studenten en mentoren de UIT ervaren hebben, lees je in dit verhaal.
Traditiegetrouw werd de UIT afgetrapt met muziek van een UIT-band, dit jaar De Fietsfabriek. Bestuurders Tineke Zweed van de HU en Anton Pijpers van de UU werden bij de opening live geïnterviewd over hun eigen studententijd en de boel werd aan elkaar gepraat door ‘Razende Reporters’ Ties en Milou. Ook schoven bij de livesteams regelmatig bekende Nederlanders aan, zoals Streetlab-presentator Daan Boom, DJ La Fuente, meester Hidde, DJ Tony Junior en Leonie ter Veld van het blog ‘Gewoon wat een studentje 's avonds eet’.
Op dinsdag konden studenten kennismaken met de verenigingen. In plaats van de kleurrijke straatparade, stelden verenigingen zich dit jaar voor in een video. Ook was er een digitale sport- en culturele markt, was er ruimte voor de studieverenigingen en gingen de voorzitters van zeven grote studentenverenigingen traditiegetrouw met elkaar in debat over hun identiteit.
Verenigingsdebat
Dit debat was niet heel anders dan andere jaren. De debatleider was dit jaar Max Achterberg, oud-pro-rector van Unitas S.R.. De verenigingen kregen een aantal stellingen voorgelegd, waarna ze elkaar een plek tussen één en zeven moesten geven. Veritas kreeg het een aantal keer zwaar te verduren: bij die vereniging zou je het minste kans maken om je eerste studiejaar in één keer te halen. Dat zou komen doordat de vereniging heel veel activiteiten organiseert, maar de leden weinig motiveert zich aan de studie te wijden. Vrouwencorps UVSV werd bij deze stelling ingedeeld op de eerste plek door het Utrechtsch Studenten Corps.
Ook bij de stelling welke vereniging de meeste actieve leden heeft, bungelde Veritas onderaan. Dat onderbouwde S.S.R.-N.U. voorzitter Derk van Bergen door te beargumenteren dat Veritas zó veel leden heeft, dat je gemakkelijk in het ‘niets’ vervalt. Unitas kreeg de eerste plaats: daar zou elk lid wel iets te doen hebben, in de vorm van een commissie, dispuut of ander verband.
Wel kreeg Veritas de eerste plaats bij de stelling welke vereniging de vetste feesten organiseert. Daar kreeg S.S.R.-N.U. dan weer de laatste plaats, omdat het bij deze kleine vereniging meer draait om verdieping en zelfontplooiing. ‘Mooiste pand’ ging naar het Gele Kasteel van het USC op het Janskerkhof, en daar kreeg UMTC de laatste plaats, omdat hun sociëteit aan de Voorstraat nogal klein is.
Biton kreeg (van zichzelf, nota bene) de laatste plaats bij de vraag welke vereniging het meest helpt bij toekomstgerichte ontwikkeling. De eigenzinnige vereniging is niet zo bezig met de carrière van haar leden, en richt zich meer op de persoonlijke ontwikkeling. Het USC kreeg van Biton de eerste plaats. De rector van het corps vond het opvallend en typerend dat Biton zichzelf onderaan plaatste: “Bescheiden en nuchter, dat siert jullie wel”. Het USC zegt zelf erg maatschappelijk betrokken te zijn, en voor de leden organiseren de mannen een ondernemerswedstrijd, carrière-evenementen en debatten. Leden van het USC en UVSV hebben tijdens de coronacrisis ook veel maatschappelijk werk gedaan.
Het USC kreeg daarnaast de eerste plaats als vereniging die het meest vasthoudt aan tradities. Daar kreeg Biton weer de laatste plaats. Voorzitter Julia vond dat niet gek: als enige aan de tafel zat ze daar niet in pak, maar in een t-shirt. “We hebben wel tradities en hebben zelfs een traditioneel dispuut die ouder is dan onze vereniging zelf, maar we gaan er wat losser mee om. Als gebruiken niet meer bij de tijd of bij onze leden passen, laten we ze los.”’
Op de vraag wie de gezelligste kennismakingstijd (KMT) heeft, kreeg Biton de eerste plaats. Biton doet niet aan ontgroenen. De traditionele verenigingen staan, vanwege hun reputatie, verder onderaan. De voorzitters kunnen en willen er verder niet te veel over zeggen, omdat dat juist deel van de mystiek is. Wel wordt er gezegd dat een KMT pittig kan zijn, maar vaak ook ludieke aspecten heeft. Van Bergen wil nog benadrukken dat een KMT doormaken het absoluut waard is. “Laat het je vooral niet weerhouden om lid van een vereniging te worden.”