Hoe gaat het nu met deze voormalige UU'ers?
De Veelbelovende Vijftien, vijf jaar later
Maryam Lyousoufi is in april dit jaar begonnen als ziekenhuisapotheker bij de Apotheek Haagse Ziekenhuizen. Daar is ze “ontzettend blij mee”, vertelt ze DUB. Niet gek, want vijf jaar geleden vertelde ze ons al dat dit haar grote ambitie was. Ze was destijds betrokken bij de IMC-weekendschool, waar ze aanvullende lessen gaf aan kinderen uit “wijken waar dat het hardst nodig is”. Een jaar daarvoor won ze een Echo-award. Deze prijs wordt uitgereikt aan succesvolle studenten met een niet-westerse achtergrond, die uitblinken door hun studieresultaten, grensverleggende instelling, leiderschapskwaliteiten en maatschappelijke betrokkenheid.
Nadat ze haar bachelor en master Farmacie aan de UU af had gemaakt, volgde ze vier jaar lang de specialisatie Ziekenhuisapotheker in het LUMC en het HagaZiekenhuis. Ze kwam er in deze tijd achter dat ze erg geïnteresseerd is in werken in het laboratorium. Dat is tegenwoordig precies wat ze doet. Uitgekomen dromen dus, maar het is wel een uitdaging om een goede balans tussen werk en privé te behouden. “Goed time-management en prioriteiten stellen is essentieel.”
‘Gewoon is ook maar gewoon, dat geloof ik nog steeds’
Toen DUB in 2017 met Jacob van de Kerkhof (27) sprak, bleek al dat hij geen gebrek had aan ambities. “Gewoon is ook maar gewoon” was zijn belangrijkste motto. Dat waren niet slechts woorden: hij was op dat moment een ‘grote Utrechtse belofte’ in het roeien, maar volgde daarnaast ook nog het selectieve Law College aan de Universiteit Utrecht. Het bleek uit alles dat Jacob barstte van de motivatie om (veel) meer te doen dan het het hoogstnodige.
Die motivatie lijkt onuitputtelijk: vijf jaar later doet Jacob nog steeds een stuk meer dan de gemiddelde Nederlander. Dat is zelfs nog zacht uitgedrukt. Allereerst is hij inmiddels fulltime roeier. In september won hij in de Holland Acht zilver op het WK en hij hoopt in 2024 tijdens de Olympische Spelen in Parijs voor goud te kunnen gaan.
Toch is zijn grootste trots het winnen van de Varsity in 2019, het grootste en oudste studentensportevenement van Nederland, voor U.S.R. Trition. Het was de eerste keer sinds 1967 dat Triton de roeiwedstrijd won. “Sportief gezien is dat misschien een kleinere prestatie dan zilver op het WK. Maar heel Utrecht stond op stelten. Het betekende zoveel voor de vereniging.”
In de tussentijd is Jacob niet gestopt met studeren. Integendeel, na het afronden van Utrecht Law College deed hij nog twee masters, aan de UU en daarna aan de UvA. Naar eigen zeggen deed hij dat vooral “als bezigheidstherapie. Het is prettig om iets te doen met je brein.”
De combinatie van topsport met studeren zorgde soms voor unieke situaties. Tijdens een hoogtestage volgde hij bijvoorbeeld een hoorcollege deels in een skilift. Door corona is hij tijdens zijn master zelfs nooit op de UvA geweest, maar hij rondde deze wel cum laude af. Inmiddels is hij deeltijd PhD-kandidaat aan de UU. De combinatie van studeren met topsport gaat hem nog altijd goed af: “Na negen jaar studeren begrijp je het trucje wel een beetje. Het draait allemaal om balans. Na een sprintje moet je even uitrusten.”
Natuurlijk is niet alles vanzelf gegaan. Op sportief gebied waren er in het begin een aantal selectieprocedures waar Jacob niet doorheen kwam. Dat knaagt aan je zelfvertrouwen, al helemaal wanneer je al een jaar lang met de voorbereiding bezig bent. “Het was toen belangrijk dat ik ernaast ook nog studeerde. Daardoor kon ik me nog op iets anders richten,” vertelt hij.
Hij geniet nog van het roeien. Dat scheelt. Toch zit zijn roeicarrière er over vijf jaar waarschijnlijk wel op. Dan hoopt hij, nadat hij goud heeft gewonnen op de Spelen, bezig te zijn met het verwezenlijken van een andere ambitie: advocaat worden. De Jacob van vijf jaar geleden zou best tevreden zijn over zijn huidige situatie, denkt de Jacob van nu. Maar goed, het kan altijd beter. Dat wil hij ook meegeven aan eerstejaars studenten: “Want gewoon is ook maar gewoon, dat geloof ik nog steeds.”
DUB omschreef sociologe Eva Vriens vijf jaar geleden als “voorbestemd voor het onderzoek”. Dat was niet uit de lucht gegrepen. Ze had haar onderzoeksmaster cum laude afgerond en was al studentassistent bij twee onderzoeken was geweest. Onze voorspelling lijkt nu helemaal uitgekomen te zijn.
Na het afronden van haar proefschrift verhuisde ze naar Rome. Daar werkt ze als postdoc onderzoeker aan het Institute for Cognitive Sciences and Technologies van het Italiaanse nationale onderzoeksbureau. Sinds een jaar is ze ook parttime als onderzoeker verbonden aan het Institute for Futures Studies in Stockholm. Ze doet onderzoek naar problemen bij het aanpakken van collectieve veiligheidsrisico’s, zoals klimaatverandering en de coronacrisis.
Eva heeft nog altijd de ambitie om maatschappelijke impact te hebben met haar onderzoek. Ze vindt dat ze de plicht heeft “om de resultaten van haar onderzoek niet alleen in wetenschappelijke tijdschriften uit te dragen. Er is veel aandacht voor klimaatrisico’s en klimaatmodellen worden steeds preciezer, maar nu moeten we ons bezig houden met de sociale vertaling van deze kennis.” Door de juiste sociale informatie te verschaffen, zullen minder mensen volgens Eva denken dat ze er “alleen voor staan” bij het oplossen van het klimaatprobleem.
In 2017 werd Liam Tjoa's bedrijf Gospooky al door zakenbladen als Forbes en Sprout getipt als veelbelovend. Vijf jaar later kunnen we wel vaststellen dat deze bladen daar gelijk in hadden.
Gospooky is uitgegroeid tot een bedrijf dat heel serieus genomen moet worden. Liam leidt tegenwoordig een team van meer dan honderd mensen. In mei werd Gospooky uitgeroepen tot Bureau van het Jaar door marketeersstichting SAN. Het bedrijf begon als marketingbureau met een focus op Snapchat. Tegenwoordig werkt Gospooky met alle grote sociale mediaplatforms. Ook internationaal timmert het bedrijf inmiddels aan de weg.
Zijn studie Informatiekunde heeft Liam door het succes van Gospooky nooit afgemaakt. Dat succes kwam natuurlijk niet helemaal vanzelf. Het was volgens Liam vooral erg moeilijk om de juiste mensen te vinden. “De arbeidsmarkt is op dit moment ontzettend overspannen en goed talent is erg schaars,” vertelt hij.
Kristina van der Molen vecht graag voor de belangen van een ander, maar vergeet zichzelf daar naar eigen zeggen soms bij. Tussen 2015 en 2017 was ze bijvoorbeeld de aanjager van een campagne van FNV-Jong tegen stagemisbruik (jongeren die fulltime moeten werken onder het mom van een stage). Na het afronden van haar master Organisaties, Verandering en Management, leidde datzelfde activisme haar naar posities als beleidsadviseur bij het Kennispunt Gelijke Kansen, Diversiteit en Inclusie van de MBO Raad.
Inmiddels is Kristina senior adviseur Concernsturing bij het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Omdat ze hiervoor voornamelijk in het onderwijs heeft gewerkt, ligt dat eigenlijk buiten haar ‘comfort zone’, vertelt ze. Gelukkig bevalt het haar uitstekend. Ook uit haar vrijwilligerswerk haalt ze veel voldoening. In 2021 is ze met haar buurman een initiatief gestart in Kanaleneiland, waar ze nu elke maand samen met buren, kinderen en maatschappelijke organisaties de wijk schoonmaakt.
Het blijft wel oppassen dat ze daarbij zichzelf niet vergeet, vertelt ze. Na een periode van chronisch te hoge bloeddruk, kent ze haar grenzen inmiddels gelukkig een stuk beter. Daarom wil ze graag het volgende meegeven aan jonge mensen: “Let goed op jezelf, zeker als je iemand bent die juist goed gaat op spanning, drukte en graag altijd bezig is.”
In 2017 was Jochem Wijten al een succesvol onderzoeker. Hij won in 2016 bijvoorbeeld de Unilever Research Prijs voor zijn masteronderzoek naar efficiëntere opslag van zonne-energie. Na het behalen van zijn PhD werkte hij een tijd als ondersteuner op het lab bij de vakgroep Anorganische Chemie en Katalyse. Daar kreeg hij uiteindelijk behoefte aan een nieuwe uitdaging. Bovendien worstelde hij een tijd met de vraag wat hij nou eigenlijk wil, vertelt hij. Die nieuwe uitdaging heeft hij onlangs gevonden in zijn positie als onderzoeker omgevingsveiligheid bij het RIVM. Vijf jaar geleden vertelde hij dat het zijn ambitie was om met onderzoek bij te dragen aan de energietransitie. Daar doet hij nog altijd onderzoek naar, maar wel vanuit een andere invalshoek. Hij onderzoekt bijvoorbeeld de veiligheidsoverwegingen rondom windturbines. Zijn ambitie is nog hetzelfde, maar wel breder: hij ziet nu ook graag een veilig Nederland. Daarnaast geeft Jochem aan dat hij blijft werken aan het beantwoorden van die belangrijke persoonlijke vraag: wat wil hij?
In 2016 won Laura Cromzigt tijdens de Students Research Conference de jury- en de publieksprijs voor haar bachelorscriptie over de eigen verantwoordelijkheid van systemen die gebruik maken van kunstmatige intelligentie. Vrij kort na haar vorige gesprek met DUB is ze begonnen met werken. Ze is nu beleidsmedewerker bij het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, bij de directie Digitale Economie.
Vijf jaar geleden vertelde ze dat ze hoopte “in een positie te komen waarin ze vrijuit onderzoek kan doen”. Dat is gelukt: ze krijgt op het ministerie veel ruimte om vragen te stellen en zelf antwoorden te vinden. Die nieuwsgierigheid wil ze behouden, door onderzoek te doen “in gesprek met de wetenschap en op een manier waarop ik een bijdrage kan leveren aan onze maatschappij”.
Dat ze ook nog alleenstaande moeder van drie zoontjes is, kan soms best een obstakel zijn. “Maar obstakels zijn kansen om te groeien. Mijn zoontjes hebben mij veel waardevolle lessen geleerd, die ik ook tijdens mijn carrière gebruik.”
Er is best veel veranderd voor Laurens van Roomen sinds 2017. Toen was hij samen met studiegenoot Nick Hole nog druk bezig met hun startup, VR-House, gespecialiseerd in virtual reality. Laurens vertelde dat hij de ambitie had om met het bedrijf te groeien.
Dat liep een beetje anders. Door de coronacrisis gingen evenementen niet meer door, terwijl veel van de klanten van VR-House daar juist afhankelijk van waren. Bovendien groeide de virtual reality-markt minder hard dan gedacht. De focus werd verlegd naar een softwareproduct dat ze al eerder hadden ontwikkeld. Maar afgelopen zomer kwam het hele VR-House-verhaal ten einde. Dat einde was wel positief: ze verkochten hun product aan een Amerikaanse partij. Het was al met al “een mooi en leerzaam avontuur met een leuke afloop”, vertelt Laurens.Hij werkt nu als CSE (customer succes engineer) bij Commercetools. Dat betekent niet dat hij klaar is met ondernemen. Hij volgde de laatste tijd verschillende web development-cursussen en binnenkort lanceert hij Greendeed, een platform waarop werkzoekenden duurzame banen kunnen vinden. Hij hoopt daarmee “een online onderneming op te bouwen die winstgevend is en tegelijkertijd een positieve impact heeft op de wereld”.
We hebben Rhea van der Dong helaas niet kunnen bereiken. Vijf jaar geleden vertelde ze ons dat ze vooral de ambitie had het onderwijs te verbeteren. Op dat moment deed ze dat vanuit haar rol als voorzitter van de landelijke studentenorganisatie Interstedelijk Studenten Overleg (ISO).
Inmiddels is Rhea volgens haar LinkedIn-pagina Projectleider Academische Leraren bij de Interuniversitaire Commissie Lerarenopleidingen (ICL).
Vijf jaar geleden stond Nick Bijlsma in de Duurzame Jonge 100, een lijst met studenten die zich inzetten voor duurzaamheid. Dat doet hij nu nog altijd. Na het afronden van zijn master Sustainable Development en een stage in New York, ging hij werken als adviseur warmtetransitie bij Bureau Over Morgen. Daar focust hij zich vooral op het verduurzamen en aardgasvrij maken van woningen.
Nicks keuze voor Over Morgen was geen simpele. Toen hij moest bepalen waar hij zijn carrière wilde starten, schrok hij van de hoeveelheid opties. “De studie of universiteit bereidt je daar niet echt op voor.” Gelukkig is hij goed terechtgekomen. Vanuit zijn positie kan hij bijdragen aan zijn grote ambitie: vooruitgang op het gebied van duurzaamheid.
Nick is ook maatschappelijk betrokken: hij is recent bestuurslid geworden bij Stichting Adoptiepedia, een belangenorganisatie voor Nederlandstalige geadopteerden uit Taiwan en China.
‘Blijf dingen doen die je spannend vindt’
Op de dag dat we elkaar spreken, is Moska Hassanzai (30) om kwart over zes opgestaan. Ze is haar dag begonnen in het zwembad, waar ze regelmatig baantjes gaat trekken. Vlakbij het zwembad ligt het Rotterdamse Erasmus MC. Dat komt goed uit, want daar volgt ze haar opleiding tot ziekenhuisapotheker en is ze PhD-student.
Rotterdam is echt haar stad geworden. In het begin was het even wennen, zo’n nieuwe woonplaats. Ze kende er niemand, moest haar draai nog vinden. Haar handbike heeft daar erg bij geholpen. Ze fietst inmiddels eigenlijk overal heen. Daardoor leer je een stad een stuk beter kennen, vertelt ze.
Even terug naar 2017. Toen stond Moska op het punt om haar opleiding Farmacie aan de UU af te ronden. Dat was een paar jaar daarvoor nog allerminst vanzelfsprekend. Wegens haar caudaal regressie-syndroom functioneert haar onderlichaam slecht. Ze zit daardoor in een rolstoel en begon ooit op een mytylschool, een school voor mensen met een beperking. Men vertelde haar dat een MBO-opleiding het hoogst haalbare zou zijn.
Dat bleek dus niet het geval. Moska gaf vijf jaar geleden al aan vooral trots te zijn dat ze toen alles uit het leven haalde. Dat lukt nog altijd, vertelt ze. Na het afronden van haar opleiding werkte ze een tijd in het ziekenhuis om ervaring op te doen. Inmiddels combineert ze dus haar opleiding met haar PhD. “Dat zijn twee flinke ballen om in de lucht te houden,” geeft ze toe. Toch lukt dat voorlopig goed. Ze krijgt veel energie van de afwisseling in haar werk. “Maar ontspanning is ook belangrijk.”
Die vindt ze bijvoorbeeld in het bingewatchen van series of het luisteren naar podcasts. Dat laatste doet ze bijna de hele dag door, vertelt Moska. Toen we haar vijf jaar geleden spraken, deed ze ook nog aan rolstoelhockey. Ooit wil ze dat weer oppakken, maar een teamsport brengt nu nog te veel verplichtingen met zich mee.
De komende twee en een half jaar is ze nog bezig met haar opleiding, daarna hoopt ze als ziekenhuisapotheker in een leuk ziekenhuis te werken. Maar haar ambities zijn breder dan dat. Ze wil maatschappelijk betrokken zijn, bijvoorbeeld door de beeldvorming van mensen in een rolstoel positief te veranderen.
Met dat in gedachten hield ze in 2021 een TED talk, met de titel ‘Standing up against society’s expectations’. “Dat was superspannend. Je weet natuurlijk niet hoe het wordt ontvangen.” Maar dat is juist een reden om het toch te doen. “Je moet vooral dingen blijven doen die je spannend vindt, dingen die buiten je comfortzone liggen.” Moska ging afgelopen jaar bijvoorbeeld vijf weken werken op Curaçao. Niet de meest rolstoeltoegankelijke plek ter wereld, wist ze. Uiteindelijk viel dat gelukkig mee, het was allemaal goed te doen. Maar anders had ze ook geen spijt gehad: “Zelfs als dat soort dingen niet goed lukken, voelt het achteraf nog altijd beter dan wanneer je het helemaal niet had gedaan.”
Antoine Steenkamer kreeg in 2016 de UU-prijs voor bijzondere bestuurlijke en maatschappelijke verdiensten voor het oprichten en uitwerken van stichting SpelenderGrijs. De stichting zet zich in voor meer contact tussen ouderen en jongeren, door middel van colleges van studenten in verzorgingshuizen.
Tegenwoordig heeft Antoine nog maar weinig te maken met SpelenderGrijs. Toen hij begon met werken, besloot hij het concept door te geven aan een nieuwe generatie studenten. Na het afronden van zijn master Ondernemingsrecht heeft hij een tijd als management consultant gewerkt, tot hij zijn “ondernemerskriebels” naar eigen zeggen niet meer kon onderdrukken. Daarom heeft hij drie jaar geleden mijnverkoopmakelaar.nl opgericht. Daarop kunnen verkopers van huizen verschillende makelaars vergelijken, op basis van verschillende data. Zoiets miste nog, vond Antoine.
Uiteindelijk heeft hij nog altijd dezelfde ambities die hem motiveerden tot het oprichten van SpelenderGrijs. “Ik wil nog altijd goed doen voor anderen op een manier die economisch gezond is”, vertelt hij. “Dat doe ik eigenlijk nog steeds.”
‘Kleine stapjes moeten ook gevierd worden’
Wanneer haar gevraagd wordt of de vierentwintigjarige Susanne tevreden zou zijn met wat ze de afgelopen jaren heeft bereikt, twijfelt Susanne Schilderman (30) even. “Oeh, dat is wel gek om over jezelf te zeggen. Ik denk het wel. Het is geweldig dat ik nu de hele werkweek kan besteden aan het verbeteren van mijn stad. Dat is een gigantische eer.” Vijf jaar geleden was ze nog het jongste Utrechtse raadslid, tegenwoordig is ze de op-één-na jongste wethouder in Utrecht.
Daar hebben natuurlijk wel een aantal stappen tussen gezeten. In 2017 rondde Susanne haar master Economic Policy af. Tijdens haar master was ze ook raadslid. Die combinatie beviel haar eigenlijk goed. Als student kon ze haar uren makkelijk zelf indelen, dat hielp. Bovendien zorgde de combinatie ervoor dat ze midden in de maatschappij stond. Ze vertegenwoordigde zo echt de Utrechtse studenten, vertelt ze.
Susanne schreef haar scriptie over het belastingbeleid van gemeenten, maar haar banen hadden vooral met de woningmarkt te maken. Eerst werkte ze op het ministerie van Binnenlandse Zaken. Later werd ze werkzaam bij Aedes, de vereniging van woningcorporaties. Daar maakte ze zich hard voor de afschaffing van verhuurderheffing, die in oktober dit jaar een feit werd. De investeringsruimte die daardoor vrijkomt, kan door woningcorporaties gebruikt worden om meer woningen te bouwen en bestaande woningen te verduurzamen. Tegelijkertijd bleef ze ook nog altijd raadslid.
Vijf jaar geleden gaf Susanne al aan dat ze in de politiek hoopte te kunnen zorgen voor meer betaalbare woningen. Daar heeft ze dus haar steentje aan bijgedragen, maar ze liep ook tegen obstakels aan. Grote veranderingen gaan nou eenmaal vaak erg langzaam. Is dat niet frustrerend? “Niet zozeer. Ik vind het eerder motiverend. Het is een reden om nóg harder aan het werk te gaan. En we hebben al mooie dingen bereikt, als je kijkt naar de hoeveelheid woningen die er de laatste tijd bij zijn gekomen. Maar dat moeten er natuurlijk nog meer worden.”
Als wethouder heeft ze een brede portefeuille. Ze is verantwoordelijk voor Financiën, Economische Zaken, Circulaire Economie, Openbare Ruimte, Markten, Havens en de ontwikkeling van Utrecht Science Park. Bij al deze zaken staat een transitie centraal, vertelt ze. Vooral de overgang naar een circulaire economie ligt haar nauw aan het hart. “De manier waarop we nu met grondstoffen omgaan, is echt niet houdbaar. Het is tijd om daar op een andere manier naar te kijken, er meer over te praten.”
Susanne zit op haar plek als wethouder. Ze moest een beetje gniffelen toen ze las dat ze in 2017 de ambitie had om “minister-president van een verenigd Europa te worden”. In het belang van nauwe Europese samenwerking gelooft ze nog altijd, maar ze richt zichzelf vooral op de stad. Dat wil ze de komende jaren blijven doen. Het is prettig om als wethouder zo dicht bij de Utrechters te staan, vertelt ze. “De gemeente zorgt ervoor dat je een paspoort kan aanvragen, je afval wordt opgehaald en je een fietsenrek in je straat hebt. Dat bepaalt je dagelijkse leven.”
Ze roept studenten op om zich uit te spreken over wat ze belangrijk vinden. Jonge mensen moeten zich laten horen over zaken als klimaatverandering, op welke manier dan ook. Elke bijdrage is een stap in de juiste richting. Hoewel het ontzettend belangrijk is om de omvang van bijvoorbeeld het klimaatprobleem in gedachten te houden, moeten kleine stapjes ook gevierd worden, vindt ze. Of dat nou het vergroenen van je tuin, of het afsluiten van een duurzaam energiecontract is. “Want met heel veel kleine stapjes beweeg je ook naar je einddoel toe.”
Lodewijk Fluttert is bij velen beter bekend als Bakermat. Onder die naam brengt hij al jaren een mix van deephouse en techno uit. Zijn grote doorbraak kwam in 2014, met One Day (Vandaag). Inmiddels heeft hij opnieuw een hit te pakken met Baianá, dat onderdeel was van de soundtrack van voetbalgame Fifa 21.
Lodewijk maakt dus nog steeds muziek, maar sinds wij hem spraken in 2017, is er wel iets veranderd. Hij is tegenwoordig eigenaar van zijn eigen muzieklabel. Hoe anders was dat in het begin van zijn carrière. Destijds tekende hij een aantal “vreselijke contracten”, die hem veel kop- en geldzorgen bezorgden. Daar heeft hij inmiddels veel van geleerd en dat is erg belangrijk voor Lodewijk, laat hij weten. Zijn ambitie “zit hem echt meer in ontwikkeling dan prestatie”.
Dat hij Madison Square Garden nog niet uitverkocht heeft, zoals hij in 2017 hoopte, is dus niet zo erg. Als hij elk jaar iets leert over muziek, is hij tevreden. En hij heeft sowieso al in andere mooie New Yorkse zalen mogen spelen. “Maar wie weet nog in de toekomst!”
Het is ons jammer genoeg niet gelukt om Milad Tannazi te bereiken. In 2017 was hij bezig met afronden van zijn master Farmacie. Tegelijkertijd werkte hij aan zijn onderzoeksproject over immuuntherapie bij longkanker aan het prestigieuze Karolinska Institutet in Zweden.
Op zijn LinkedIn-pagina is te zien dat hij inmiddels Venture Developer is bij NLC, waar hij bijdraagt aan de ontwikkeling van uitvindingen binnen de gezondheidszorg.