Deze mensen werken nog op de universiteit zelf (1)
Eric de Keijzer (61), ict medewerker
Wat voor werk doe je?
“Ik ben local supportmedewerker. Dat betekent dat ik mensen help met hun ict-problemen wanneer dat niet op afstand gaat. Normaal bellen mensen eerst de helpdesk. Komen ze er niet uit, dan komen wij in beeld. Wij helpen mensen zowel in De Uithof als in de binnenstad.”
In hoeverre is het werk nu anders dan normaal?
“Mensen op de werkplek helpen kan nu niet. Dus zit ik vijf dagen per week met mijn collega Erwin Jens in de hal van het Bestuursgebouw waar we een noodbalie hebben gemaakt. Mensen kunnen hier langskomen als het niet lukt met de telefonische helpdesk. Bovendien verstrekken we hier laptops voor mensen die thuis moeten werken en zo’n laptop nog niet hadden. Als ze komen, helpen we ze alle programma’s die ze nodig hebben te installeren. Wij hebben de afgelopen tijd zo’n 500 extra laptops besteld. Voor de universiteit is er een boost wat betreft thuiswerken. We hadden driehonderd vpn-verbindingen, dat is deze maand verhoogd naar 10.300 verbindingen. Het is geweldig dat nu zoveel lukt wat voor de coronatijdminder makkelijk ging. We maken echt een slag op het gebied van digitalisering.”
Wat zou er gebeuren als hier niemand was?
“Je hebt een plek nodig waar je materiaal aan medewerkers kunt geven. Bij zo’n nieuwe laptop moet je de eerste keer binnen de universiteit inloggen. Daarna kun je er pas thuis mee werken. Ook ander materiaal dat met digitalisering te maken heeft, kan via ons besteld worden.”
Hoe vind je het om hier te zijn en wat doe je om corona te voorkomen?
“Ik vind het geweldig dat ik hier kan werken. Het is goed voor mijn discipline. Je spreekt nog aardig wat collega’s die hier rondlopen. De beveiliging zit hier, de schoonmaak is heel actief. En mooi dat je mensen persoonlijk kunt helpen, bijvoorbeeld met een nieuwe laptop en alle benodigde programma’s. Het is wel uitkijken, want ik behoor wel tot de risicogroep. Wij werken dus als vast team met zijn tweeën. We hebben overal dubbele bureaus om afstand te houden. We maken gebruik van handschoenen en we hebben de gel hier binnen handbereik.”
Jan Willem Doelman (31), medewerker warmtekrachtcentrale
Wat voor werk doe je?
“Ik ben operator in de warmtekrachtcentrale van de UU. Dat is het grote roestige ijzeren gebouw achter Diergeneeskunde. Met zes gasmotoren verwarmen we water tot 120 graden en pompen dat dagelijks vanaf 7 uur ’s ochtends naar alle gebouwen op het Utrecht Science Park en weer terug. Daarnaast hebben we aggregaten die stroom opwekken. Maar de warmtevoorziening is onze primaire taak. Als operator moet je het proces in de gaten houden, de machines onderhouden en reparaties doen als dat nodig is. Vanochtend hebben we onderhoud gedaan aan één van de motoren en nu net is een motor stil gevallen. Waarschijnlijk moeten we een onderdeel vervangen.”
In hoeverre is het werk nu anders dan normaal?
“Normaal werken we met een team van vier mensen, nu nog maar met twee. Verder merken we dat de warmtevraag echt minder is. Al hangt dat ook van het weer af. Met het warme weer draai je met twee motoren, als het regent en koud is, zijn dat er meteen meer. Ook krijgen we geen aanloop meer van het energieteam dat normaal in het Bestuursgebouw zit.
Wat zou er gebeuren als hier niemand was?
“Ik geloof dat er even overwogen is om de machines op afstand in de gaten te houden, zoals ‘s avonds en in het weekend. Dan heeft één van ons wachtdienst. Maar dat werkt echt niet als het om een lange periode gaat. Je moet de zaken hier goed in de gaten houden en er is altijd wel iets dat onderhouden of gemaakt moet worden. Gebeurt dat niet, dan zullen de machines snel uitvallen.”
Hoe vind je het om hier te zijn en wat doe je om corona te voorkomen?
“Ik snap dat de maatregelen er zijn, maar ik ben blij dat ik gewoon hier kan werken. Er is genoeg te doen. Angst voor corona heb ik niet. Ik zit niet in de risicogroep en dit is zo’n uithoek dat we weinig andere mensen zien.”
Ronit Rosenberg (22), receptiemedewerker UCU
Wat voor werk doe je?
“Wij zijn het aanspreekpunt voor iedereen die van buitenaf contact wil met het University College. We bekijken de ingekomen mail, beantwoorden de telefoontjes en helpen de studenten op de campus die vragen hebben. In de regel verwijzen we iedereen door naar de juiste persoon. Ook nemen we de post aan die hier binnenkomt. Wij hebben een team van tien studenten en ieder werkt zo’n vier uur per week. Ik ben zelf derdejaars UCU.”
In hoeverre is het werk nu anders dan normaal?
“Normaal zitten we in de College Hall, maar omdat de meeste gebouwen dicht moesten, zijn we verhuisd naar de Dining Hall. We zijn iets minder lang open. En verder is een belangrijke functie geworden om pakketjes aan de studenten te overhandigen. Alles komt hier binnen, wij sturen dan een mail naar de studenten en die halen het op. Er ligt hier een enorme stapel.”
Wat zou er gebeuren als hier niemand was?
“Het zou wel heel vervelend zijn als er op de campus geen enkel aanspreekpunt zou zijn. Bovendien kunnen er bij de post heel waardevolle documenten zitten. Denk aan diploma’s van aankomende studenten. Die scannen we en zorgen dat ze niet zoek raken.”
Hoe vind je het om hier te zijn en wat doe je om corona te voorkomen?
“Ik ben heel blij om hier te werken. Ik woon hier op de campus en je merkt dat je de andere studenten veel minder ziet. Nu heb ik tenminste contact. Om corona te voorkomen houden wij wel afstand. De tafel staat op anderhalve meter en de studenten komen niet de kamer in. Wij vragen de studenten ook een eigen pen mee te nemen als ze voor ontvangst tekenen.”
Marianne Wikart (58), medewerker publieksdienst UBB
Wat voor werk doe je?
“Ik werk bij de publieksdienst. Als medewerker publieksdienst heb ik direct contact met de bezoekers van de universiteitsbibliotheek. Zo werk ik bij de servicebalie. Daar helpen we de mensen met allerlei vragen, variërend van waar ze een bepaald boek kunnen vinden tot vragen over lenerspassen, gastaccounts, printen en problemen bij het inloggen. Daarnaast hebben we ook bureaudienst, tijdens deze dienst beantwoorden we telefoontjes en mailtjes en behandelen we het Interbibliothecair leenverkeer. Een andere taak is het voorbereiden van bindwerk en het aanmaken van collegeplanken waar boeken op komen te staan die studenten nodig hebben voor een bepaald college. Dit is maar een greep uit de werkzaamheden van de Publieksdienst.”
In hoeverre is het werk nu anders dan normaal?
“De service die we nu kunnen verlenen is beperkt, een soort noodservice. Studenten en medewerkers kunnen via mail een formulier invullen om een boek te lenen of een tekst te laten scannen. Wij printen de aanvragen, zoeken de boeken op en versturen die naar de postkamer. Vandaaruit gaan de boeken per post naar de mensen thuis. In plaats van dat de klant de aangevraagde boeken ophaalt sturen we de boeken nu dus naar ze op. We hanteren op dit moment ook geen boetesysteem. De scans van een aantal pagina’s sturen we zelf per mail, de grote scans maken ze bij de UB in De Uithof.”
Wat zou er gebeuren als hier niemand was?
“Voor veel medewerkers en studenten zou dat echt heel erg vervelend zijn. Ze kunnen dan niet vooruit met hun studie, onderzoek, onderwijs of het schrijven van hun scriptie. Dat merk je ook wel aan de bedankjes die we ontvangen. Mensen zijn echt blij dat deze service er is.”
Hoe vind je het om hier te zijn en wat doe je om corona te voorkomen?
“Ik zit hier bijna helemaal alleen in de UBB. Dat is een heel aparte ervaring, ik dacht dat ik het griezelig zou vinden in zo'n groot uitgestorven gebouw maar dat is niet zo. Natuurlijk is ook de schoonmaak en security aanwezig. Ik ben blij dat ik kan werken. Ik werk hier al zolang, dat ik een band met het mooie gebouw en de collecties heb opgebouwd. Het is wel jammer dat we alleen moeten werken. Ik mis de aanspraak van collega’s en het contact met de bezoekers. In het gebouw heb ik niet zo’n angst voor corona. Ik reis met bus en trein en dat baart me meer zorgen, zeker wanneer er meer mensen bij gaan komen.”
Deel 2 van deze fotoserie verschijnt maandag 11 mei.