Deze mensen werken nog op de universiteit zelf (2)
Niels van Bokhorst (35) en Said Maatougui (49), medewerkers goederenontvangst
Wat voor werk doen jullie?
“Wij werken bij de centrale goederenontvangst in het Kruytgebouw. We nemen alle binnenkomende pakketjes voor de hele universiteit aan. We kijken voor wie het pakket is en zorgen dat het bij de juiste persoon terechtkomt. Daarnaast vullen we de stikstoftanks die voor het onderzoek nodig zijn en hebben we opslagmogelijkheid met droogijs. Dit zorgt ervoor dat samples van het onderzoek veilig opgeslagen en verstuurd kunnen worden.”
In hoeverre is het werk nu anders dan normaal?
“Er komen nu beduidend minder pakketjes dan normaal. Onze collega’s rijden nog wel om te bezorgen, maar de meeste gebouwen zijn leeg. Er komen ook mensen langs om hun pakketje hier op te halen. Wij werken nu in shifts met zijn tweeën, dat zijn minder mensen dan normaal. En we werken ook minder dagen dan normaal.”
Wat zou er gebeuren als hier niemand was?
“Dat is duidelijk. Dan zou er geen pakketje meer bezorgd kunnen worden bij de universiteit. Wij krijgen nog zeer regelmatig mensen van de post en leveranciers over de vloer. Wij zorgen ook dat het bij de mensen komt. Dat zou dan niet kunnen.”
Hoe vind je het om hier te zijn en wat doe je om corona te voorkomen?
“Voor ons is het werken wel beetje een uitje. We werken twee dagen in de week en thuis zit je met de kinderen om je heen. Hier maak je een praatje en ben je op een goede manier bezig. Er zijn inderdaad maatregelen genomen om corona te voorkomen. Zo schrijven we ons in, houden we anderhalve meter afstand en wassen we steeds de handen. Angst voor corona hebben we niet. Wij denken beide dat we corona al gehad hebben, als zijn we beide behoorlijk ziek geweest. Maar getest zijn we niet.”
Mariet Hefting (52), universitair hoofddocent Ecologie en Biodiversiteit
Wat voor werk doe je?
“Ik ben docent voor verschillende cursussen en begeleid studenten die aan hun bachelor- of masterthesis werken. Daarnaast ben ik als onderzoeker betrokken bij verschillende onderzoeksprojecten. Een voorbeeld is Loglife, waarbij we afbraak van 27 soorten hout bestuderen. Dit is een langlopend project waarbij we stammen onderzoeken om te ontdekken hoe het hout in de loop van tijd afbreekt om het proces beter te begrijpen en om klimaatmodellen rond koolstofvastlegging beter te onderbouwen. Daarnaast kijken we naar de biodiversiteit van de schimmels, bacteriën, mossen en bodemfauna betrokken bij de afbraak, met andere woorden hoe dood hout zorgt voor nieuw leven. Verder ben ik actief in een nationaal project met verschillende universiteiten waarbij we de waterhuishouding van veengebieden onderzoeken. Ook doe ik mee met het project BioClive, dat ecosystemen van de toekomst bestudeert.”
In hoeverre is het werk nu anders dan normaal?
“Het grootste deel van de tijd werken we nu thuis. Vooral het geven van onderwijs online is behoorlijk intensief. Bij het onderzoek hebben we een deel van de projecten moeten uitstellen omdat we niet in de laboratoria kunnen. Maar soms is het noodzakelijk om wel te komen. Zo moeten voor het project BioClive planten water gegeven worden. Daar hebben we een schema voor gemaakt. Deze week was ik hier voor Loglife. Eén van de vriezers waar de monsters in bewaard worden, moest worden verbouwd. Dus heb ik alle monsters, die hier al acht jaar zijn, naar een andere vriezer moeten verplaatsen. Vandaag ben ik hier om veldwerk voor het project in de veengebieden voor te bereiden.”
Wat zou er gebeuren als hier niemand was?
“Wij zijn dus al kritisch geweest door veel onderzoek door te schuiven. Maar Loglife project loopt al acht jaar, dan moet je wel zorgen dat dit door kan gaan. Als die monsters niet verplaatst worden, zouden vele jaren onderzoek verloren gaan. Als wij volgende week niet op veldwerk gaan, dan lopen we uit de pas met de andere universiteiten en kunnen we de resultaten niet meer aan elkaar koppelen. Het blijkt dat ze elders gewoon met het onderzoek zijn doorgegaan.”
Hoe vind je het om hier te zijn en wat doe je om corona te voorkomen?
“Het is heel bijzonder en ook wel een beetje vreemd om hier weer te zijn. Ik had een digitale vergadering en de collega’s zagen meteen dat ik in het Kruytgebouw zat. Daar kreeg ik direct opmerkingen over. Natuurlijk doen we heel voorzichtig en volgen we de regels.”
Koen Slagboom (22), dierverzorger op de Tolakker
Wat voor werk doe je?
“Ik ben dierverzorger bij onderwijsboerderij De Tolakker. Dit is een gemengd veehouderij bedrijf dat hoort bij de Universiteit Utrecht. Het is een plek waar studenten praktijkervaring op kunnen doen. Ik werk zelf voornamelijk bij de schapen, maar help ook bij andere dieren, zoals de runderen. Behalve het verzorgen van de dieren begeleid ik ook de studenten. Vandaag zijn er verschillende schapen die lammetjes krijgen. Ik help de eerstejaars studenten die zich aangemeld hebben om te helpen bij de geboorte van de lammeren.”
In hoeverre is het werk nu anders dan normaal?
"Voor ons is veel van het werk hetzelfde. Het werk op de boerderij gaat gewoon door en wij zorgen gewoon alle dagen voor de dieren. Er komen nu minder studenten dan normaal. Maar bijvoorbeeld voor zoiets als de bevalling van de schapen zijn ze welkom om ervaring op te doen."
Wat zou er gebeuren als hier niemand was?
“Bij een boerderij kan je natuurlijk niet op afstand werken. De dieren zijn hier en hebben verzorging nodig.”
Hoe vind je het om hier te zijn en wat doe je om corona te voorkomen?
”Ik ben wel blij dat ik gewoon hier kan werken. Ik doe dat met plezier. Wij proberen wel zoveel mogelijk de regels in de gaten te houden om corona te voorkomen. Maar bij zo’n bevalling kan het echt niet op anderhalve meter afstand.”
Patrick Helder (34), beveiliging
Wat voor werk doe je?
“Ik ben senior beveiliger en coördineer de lopende beveiligstaken van de UU. We zitten hier in de meldkamer waar we een overzicht hebben van alle gebouwen van de universiteit. Daarnaast hebben we een buitendienst die rondes maakt. Wij zijn 24 uur verantwoordelijk voor de beveiliging.”
In hoeverre is het werk nu anders dan normaal?
"Normaal is het een drukte van jewelste op het Utrecht Science Park. Nu is 80 procent van de gebouwen gesloten en is de sfeer heel anders. Dat betekent ook voor de beveiliging dat we op een andere manier werken. Er is geen sociale controle, dus we moeten alle gebouwen goed in de gaten houden. Je wilt incidenten voorkomen, al kregen we laatst te maken met een inbraak in het Kruytgebouw. Nieuw is ook dat we bij onze rondgang, bijvoorbeeld bij de International Campus, de taak hebben gekregen om studenten die daar zitten erop te wijzen dat ze niet te dicht bij elkaar mogen zitten en de regels moeten volgen.”
Wat zou er gebeuren als hier niemand was?
“Beveiliging kan je niet op afstand doen. Dan heb je geen controle. Je moet er bovenop zitten en direct kunnen ingrijpen als dat nodig is, bijvoorbeeld als er een alarm afgaat. Maar ook wanneer iemand bij een parkeerplaats staat en er niet af kan, of om de gebouwen toegankelijk te maken voor bedrijven die onderhoud doen. Dan is onze hulp nodig.”
Hoe vind je het om hier te zijn en wat doe je om corona te voorkomen?
“Persoonlijk ben ik blij dat ik hier kan werken. Thuis hebben we kinderen en mijn vrouw is hoogzwanger. Wat afwisseling is dan goed. Wij doen hier heel veel om corona te voorkomen. We hebben vitaal werk en het zou heel slecht zijn als mensen van ons team ziek worden. Dus dat moeten we voorkomen. Zo mag bij het halletje als je binnenkomt maar één iemand aanwezig zijn. Anders zitten we met zijn tweeën in de meldkamer. Nu zit er iemand in de binnenstad en iemand op het Utrecht Science Park. Wij staan wel direct met elkaar in verbinding en kunnen alles zien."
Eerder verscheen op DUB deel 1 van de fotoreportage Deze mensen werken nog op de universiteit zelf.