Dichter en jurist Hanneke van Eijken: 'De macht van 26 letters om een wereld te creëren'

Hanneke van Eijken: "Bij mij mij lopen de wetenschap en de poëzie door elkaar heen." Foto: Nynke Kouwenhoven

De wetenschapper versus de dichter. Het lijken twee heel verschillende werelden die bij Hanneke van Eijken in één persoon gecombineerd zijn. Als onderzoeker Europees Recht analyseert ze vooral de rechten van Europese burgers. Hoe werkt het vrije verkeer van personen binnen de EU? Wat zijn de gevolgen voor de sociale voorzieningen en het pensioen als je van de ene naar de andere lidstaat verhuist? Of hoe het zit met de erkenning van je diploma van een opleiding die je in een ander Europees land hebt gevolgd? Op dit moment hebben de gevolgen van de Brexit haar bijzondere aandacht. Stel dat je al als Nederlander al heel lang in Engeland woont, wat zal dat gaan betekenen? Of wat zijn de consequenties als je een dubbel paspoort hebt? Ze neemt de werkelijkheid onder de loep.

Als dichter creëert ze juist een geheel nieuwe wereld, vol magie en fantasie. Ze speelt met de taal en dwingt de lezer zijn of haar verbeeldingskracht op volle toeren te laten werken. Het gedicht ziet ze als een puzzelstukje waarbij elke lezer zijn eigen oplossing kan bedenken.

Hoe lukt het je om die werelden te combineren?
“Ik ben één persoon en voor mij lopen de wetenschap en de poëzie door elkaar heen. In beide gevallen ben je ook met taal bezig. Als onderzoeker ben je bezig met zaken die er al zijn. Er zijn regels en je analyseert hoe ze werken in de praktijk en wat de gevolgen zijn. Het is zaak dat zo helder mogelijk te formuleren. Ik ben enige tijd gedetacheerd geweest bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken als senior juridisch adviseur. Zo’n minister wil klip en klaar met bullitpoints horen wat er speelt. Taal is dan heel belangrijk. Je moet duidelijkheid geven. In de poëzie is taal eveneens de basis. Alleen denk je dan meer in metaforen, in beelden waarin je wordt meegesleept. Je schept een gefragmenteerde werkelijkheid met ruimte voor suggestie. Het mooie is dat je in beide gevallen met 26 letters werkt. Alleen orden je ze anders.

“Wetenschap en poëzie lopen soms wel door elkaar. Als ik bezig ben met juridische teksten dan zie ik soms metaforen ontstaan. Zo denk ik bij een wetsartikel met veel leden altijd aan een boom met veel takken in het bos met vele andere wetten. Ik heb ook altijd een notitieboekje bij me waar ik dit soort ingevingen opschrijf. Daarbij heb ik ook een favoriet woordenlijstje. Het woord ‘klankkast’ staat daar bijvoorbeeld in. Een prachtig woord dat je hoort echoën.”

Hoe werd je dichter?
“Toen ik heel jong was, wist ik eigenlijk al snel dat ik advocaat wilde worden en schrijver. Ik had al snel een rechtvaardigheidsgevoel en dacht als advocaat de wereld te kunnen verbeteren. Ik ben nu jurist en dat rechtvaardigheidsgevoel speelt nog altijd een sterke rol in het werk dat ik doe. Daarnaast ben ik al jong begonnen met lezen. In mijn jeugd las ik de verhalen van Astrid Lindgren en Thea Beckman. In een boek kun je helemaal verdwijnen, je komt in een magische wereld terecht. Ik ben altijd veel blijven lezen en dat inspireert mij om ook zelf te schrijven.

“Ik ging ook steeds meer dichtbundels lezen en dat stimuleerde me zelf poëzie te schrijven. Ik ben gaan optreden bij poetry slams en was in Utrecht actief bij het Poëziecircus. Bij een van die optredens kwam iemand van een uitgeverij naar me toe. Zo kwam ik in contact met mijn huidige uitgeverij, Prometheus. Ik kwam via de optredens ook in contact met Esther Jansma. Zij werkt ook aan de universiteit en is ook heel bekend als dichter. Zij heeft aangeboden om samen met mij de teksten eens goed door te lopen. Daar heb ik heel veel aan gehad.”

In 2013 kwam de eerste bundel van Van Eijken Papieren veulens uit. De kritieken waren goed. Ze ontving de Lucy B. en C.W. van der Hoogt-prijs en de Zeeuwse boekenprijs voor het beste debuut en werd genomineerd voor de C. Buddingh'-Prijs voor poëzie. In 2018 kwam haar tweede bundel Kozijnen van krijt uit. In dat jaar won ze de C. C.S. Croneprijs. De jury schreef dat haar gedichten  persoonlijke, melancholische notities zijn waarin vooral de krachtige en originele beeldtaal opvalt. Ze is sinds 2017 één van de stadsdichters van Utrecht.

Heb je als dichter een boodschap?
“Nee, ik heb geen boodschap, ik wil in de eerste plaats iets moois maken. Maar ik heb wel een zeker engagement. Ik zoek in mijn werk naar maatschappelijke betekenis, in de zin dat mensen geraakt worden door mijn gedichten en moeten gaan nadenken. Ik ben bijvoorbeeld gevraagd om een gedicht te maken bij het vertrek van de Skyscraper, de plastic walvis. Dan ga ik er heen, kijk hoe het beeld er staat en wat het bij mij oproept. Ik zal niet dichten: ‘Oh wat is het toch beroerd gesteld met het klimaat’. Ik probeer iets te maken dat net een ander perspectief geeft, dat mensen verrast en aan het denken zet. Zo schreef ik naar aanleiding van de aanslagen in Parijs en de noodtoestand die erop volgde in Brussel een gedicht in de vorm van een liefdesgedicht.”

Je zit nu in de jury van de campuscolumnist. Wanneer vind je een column goed?
“Ik denk dat een goede column moet voldoen aan zaken die ik net noemde. In een column zit een geraffineerde opbouw en het heeft een pointe. Je moet als columnist mensen iets onverwachts voorschotelen, iets waardoor ze aan het denken gezet worden en zich aan kunnen scherpen. Mooie taal en scherpte zijn daarbij voor mij belangrijk.

“Zelf lees ik graag Aaf Brandt Corstius, maar bijvoorbeeld Youp van ’t Hek vind ik vaak wat voorspelbaar en flauw.

“Dit jaar zit ik in de jury van de Lucy B. en C.W. van der Hoogt-prijs. Bij die prijs wordt het ene jaar gekeken naar alle romans en het andere jaar naar alle poëziebundels. Dit jaar moeten we alle debuutromans van de afgelopen twee jaar lezen. Dan wordt er weer aangebeld door de post en ontvang ik een doos met een nieuwe stapel romans. Dat is wel een enorme opgave, al leer je snel hoe je zo’n roman moet beoordelen. Het leuke van de campuscolumnist is dat het gaat over het universitaire leven. Ik ben heel benieuwd welke inzending mij gaat verrassen.”

 

Word onze nieuwe Campuscolumnist

DUB kiest eind dit jaar zijn nieuwe Campuscolumnist. Wil jij een gooi doen naar die titel, tweewekelijks een podium krijgen om je hart te luchten en daarmee ook nog eens 1000 euro verdienen? Stuur voor 1 december 2019 twee blogs naar de hoofdredacteur van DUB m.j.agterberg@uu.nl. Deelnemers moeten op 1 januari 2020 werkzaam zijn bij de UU of er studeren.

 

 

Advertentie