Discussie contacturen: ‘Respecteer verschillen tussen opleidingen’

Hoogleraar Reinoud Vissers op excursie met studenten Aardwetenschappen, Vissers is inmiddels met emeritaat

De meeste eerstejaars studenten van de Universiteit Utrecht lijken voldoende contacturen te hebben. Bij de ene bacheloropleiding moeten er wat uren bij, bij de ander wat af. Maar de faculteiten die DUB heeft gesproken, zien geen echte problemen. Ze vragen het universiteitsbestuur wel om enig maatwerk. 

Het ministerie van Onderwijs heeft voorgeschreven dat studenten minimaal twaalf contacturen per week moeten hebben. De Universiteit Utrecht heeft in de prestatieafspraken met het ministerie beloofd dat eerstejaarsstudenten in 2016, 12 tot 18 contacturen per week per opleiding krijgen. Over de definitie van een contactuur is lang gesteggeld, maar leidend zijn nu de definities (pdf) van de Review Commissie Hoger Onderwijs (RCHO) en accreditatie-instantie NVAO. Deze worden door de UU gebruikt om het aantal contacturen te tellen.

Klassieke collegevormen, tutorbijeenkomsten, tentamens, samenwerken in het studielandschap en contact met een docent via bijvoorbeeld internet, vallen onder een contactuur. Net als veldwerk, practica, inloopspreekuren en studieadviesmomenten. Kort door de bocht zijn het alle uren die de student in opdracht aan zijn studie besteedt, zegt Felipe Salve van de Directie Onderwijs & Onderzoek; dat kan ook groepswerk zijn waar geen docent bij aanwezig is.

Meer of minder
Dit voorjaar moet duidelijk zijn hoeveel contacturen bachelorstudenten hebben, dus zijn faculteiten druk aan het tellen. Vele durven al te zeggen dat ze wat betreft de eerstejaars binnen de norm van 12 tot 18 uur vallen. Sociale Wetenschappen zit nog onder de norm, Geesteswetenschappen zit er sinds dit collegejaar precies op en studenten van de bèta-opleidingen Natuur- en Scheikunde en Diergeneeskunde zitten er boven. “Sommige studenten hebben wel meer dan 20 contacturen”, zegt onderwijsdirecteur Rens Voesenek van de faculteit Bètawetenschappen.

De bèta’s worstelen met de definitie. Voesenek: “De vraag waarmee wij zitten, is hoe je de practica-uren moet meten. Dat gebeurt in het laboratorium waar er uit veiligheidsoverwegingen altijd toezicht moet zijn. Soms zijn studenten 3 tot 4 uur bezig met een experiment. Daarvan is slechts 10 minuten instructie. Tijdens het practicum kunnen ze wel vragen stellen aan de docent, maar de studenten zijn voornamelijk zelf aan het werk.”

Ook Aardwetenschappen van de faculteit Geowetenschappen heeft een dergelijk ‘luxe-probleem’.  Daar doen de studenten veldwerk. Vice-decaan Piet Hoekstra: “In de eerste drie blokken van het eerste jaar krijgen ze veel theoretische vakken. In het vierde blok komt het veldwerk, waarbij het contact met de docent heel intensief is. Ze kunnen soms dag en nacht samen op pad zijn. Voor hoeveel uur telt dat?”

Bij Biomedische Wetenschappen en Geneeskunde hebben de eerstejaars gemiddeld 16 respectievelijk 18 contacturen. Hier vallen ook de onontbeerlijke practica-uren in. Wim Dictus opleidingsdirecteur van de interdisciplinaire bacheloropleiding Biomedische Wetenschappen: “Voor de onderwijsvisitatie moesten we inventariseren hoeveel contacturen er zijn. Dat hebben we beschreven in ons zelfevaluatierapport. Een moeilijke berekening omdat studenten vanaf periode 3 in het eerste jaar keuzecursussen volgen die niet allemaal dezelfde hoeveelheid contacttijd hebben. Daar is nu een gemiddelde voor gemaakt. Voor deze evaluatie heb ik mailcontact met docenten en groepswerk in het studielandschap overigens niet als contacttijd gerekend.”

Contactuur ≠ onderwijsuur
De faculteit Sociale Wetenschappen is dit jaar begonnen met nieuwe onderwijsvormen als aanvulling op de standaard hoor- en werkcolleges. Op deze manier breidt de studentrijke faculteit het aantal college-uren in het eerste jaar uit. Vorig collegejaar tijdens het tellen van uren voor de onderwijsvisitaties, was al duidelijk dat de eerstejaars met gemiddeld 10 uur aan hoor- en werkcolleges onder de norm zaten. Maar welke activiteiten konden nog meer tot de contacturen worden gerekend, vroegen de docenten zich af.

Een werkgroep onder leiding van vice-decaan Susan te Pas boog zich over de definities en formuleerde toen vrij nauwkeurig wat wel en niet tot een contactuur gerekend mag worden. Omdat de leden ongelukkig waren met de term contactuur werd deze - met toestemming van het College van Bestuur – omgedoopt tot onderwijsuur.  “Omdat er een verschil is tussen contact en onderwijs”, zegt Te Pas.

Met deze definitie zijn de docenten gaan tellen, maar dat klinkt eenvoudiger dan het is. Zo zegt de faculteit dat een excursie met een docent wél, maar de reistijd niet onder onderwijsuren valt. Het inloopspreekuur voor tentamenfeedback telt mee, maar alléén voor de studenten die daadwerkelijk feedback komen vragen. Knap ingewikkeld dus.

Te Pas: “Docenten moeten uit de voeten kunnen met de definitie; er moeten geen misverstanden zijn. Daarom zijn de onderwijsuren vrij precies omschreven. Heb je het over de inloopspreekuren dan weet je dat die meetellen. Als je weet hoeveel studenten daar gebruik van maken, dan kun je een gemiddelde uitrekenen en dat opgeven als onderwijsuur. Maar met dit type uren sprokkel je natuurlijk niet iets substantieels bij elkaar.”

Geesteswetenschappen staat bekend als een faculteit met opleidingen met weinig contacturen. Vice-decaan Bert van den Brink: “De eerstejaars van CKI (Cognitieve Kunstmatige Intelligentie) en Wijsbegeerte zitten op ongeveer 16 uur per week, maar de andere opleidingen zitten er sinds dit collegejaar op. Daar is het afgelopen jaar hard aan gewerkt.” De extra uren zijn ingevuld volgens de onderwijsfilosofie BaMa 3.0 diekleine activerende werkvormen voorstaat.”

Van den Brink verwacht dat er nog wel een discussie komt met het universiteitsbestuur over het “studeerkamerwerk” van zijn studenten. “De tijd die bètastudenten doorbrengen in het lab, wordt gerekend als contacttijd omdat daar een docent aanwezig is. Onze studenten moeten vaak aan het einde van het blok een doorwrochte paper of essay inleveren. Hoewel ze daar individueel bij worden begeleid, moeten ze toch vaak in eenzaamheid veel lezen en schrijven. Op dit vlak hopen wij op enige flexibiliteit van het College van Bestuur.”

Diergeneeskunde is de afgelopen jaren het aantal contacturen aan het terugbrengen. Vice-decaan Wim Kremer: “Een aantal jaren geleden hadden onze studenten vaak meer dan 18 contacturen per week. Nu blijven we binnen de grenzen van 13 tot 18 uur, maar we moeten nog precies gaan tellen volgens de definitie van het universiteitsbestuur.”

“Hier en daar kunnen er ook nog wel uren af”, denkt Kremer. “Studenten en docenten in onze faculteit willen vaak meer contacturen, omdat we altijd veel contacttijd hebben gehad. ‘Het kan niet anders’ hoor je dan. Dat terwijl we weten dat meer contacturen niet altijd beter is.”

Uit de literatuur komt een "sterke evidentie" naar voren dat het aantal contacturen niet te hoog en niet te laag moet zijn, zegt Kremer. Voor hem is het onderzoek van onder andere psycholoog en rector van de Erasmus Universiteit Henk Schmidt belangrijk. “Het aantal uren moet voldoende zijn om studenten te onderwijzen, te inspireren en te helpen structuur aan te brengen in hun studiegedrag. Te veel uren zet aan tot consumeren; te weinig geeft studenten onvoldoende structuur.”

Zinvolle discussie
Ook door de collega’s van Kremer wordt de discussie over het aantal onderwijsuren zinvol. Wim Dictus van Biomedische Wetenschappen vindt het goed om extremen aan de onder- en bovenkant aan te pakken. Hoewel de grens 12 tot 18 uur voor zijn opleiding hem prima lijkt, moet je oppassen niet alle opleidingen over één kam te scheren. “Wij leiden onze studenten op tot onderzoekers, dus moeten ze practica doen in een lab. Een geschiedenisstudent heeft ook practicum, maar dat is het bestuderen van literatuur. Daar is geen toezicht bij nodig.”

Bert van den Brink van Geesteswetenschappen sluit zich hierbij aan. “Het College van Bestuur moet oog houden voor facultaire verschillen. Maatwerk is geboden. Onze studenten moeten nu eenmaal veel lezen.”

Bètaman Rens Voesenek rekent er op dat de collegeleden hun gezonde verstand gebruiken en niet rigide de norm hanteren als het gaat om studenten die in een laboratorium ervaring moeten opdoen. “Want reken je de volledige bloktijd van 3 of 4 uur als contactuur, dan zal er ergens tijd geschrapt moeten worden om binnen de marge van 18 uur te blijven.”

Een student Scheikunde, geeft Voesenek als voorbeeld, kan niet zonder practica in het eerste jaar. “In dat jaar moet voor de opleiding en de student duidelijk worden, of de studie geschikt is. Schrap je in practica, dan graaf je je eigen graf.”

Marijke van Dijk, opleidingsdirecteur van Geneeskunde zegt ook dat practica noodzakelijk zijn in het eerste jaar, maar heeft niet het probleem van te veel laburen. “Tegenwoordig zitten wij door nieuwe technieken veel minder in een echt laboratorium. Vroeger moesten we cellen bijvoorbeeld onder een microscoop bekijken. Tegenwoordig kunnen we preparaten inscannen en via het computerscherm bestuderen.”

Contacttijd zegt niets over kwaliteit
Geowetenschapper Piet Hoekstra wil de discussie over het aantal uren graag nuanceren. “Waar ik beducht voor ben, is dat het aantal contacturen simpelweg wordt gezien of kan worden ‘geturfd’ als een maat of indicatie voor de kwaliteit van het onderwijs. Ik beschouw het aantal contacturen eerder als een randvoorwaarde en niet als een doel op zich. Ook als het aantal contacturen ‘in orde is’ hoeft dat nog niets te zeggen over de kwaliteit van het geleverde onderwijs. Het belangrijkste is toch dat er een goede en gemotiveerde docent voor een groep studenten staat.”

Collega Van den Brink sluit zich hier volledig bij aan. “Kwaliteit gaat boven kwantiteit.”

Gemist wordt de reactie van de Rebofaculteit. De opleiding Rechten staat niet bekend om haar groot aantal contacturen. Ige Dekker, hoofd van dat departement, laat echter weten dat hij het prematuur vindt om nu in te gaan op de vragen rondom contacturen. Misschien dat hij dit voorjaar wel de discussie op DUB wil aangaan, dan gaan de faculteiten opnieuw met het College van Bestuur om tafel om te praten over de contacturen.

Wil je graag lezen wat studenten vinden van contacturen? Lees dan Contacturen moeten toegevoegde waarde hebben.

Advertentie