Djembé wandelt met vluchtelingen
“Studenten vinden wandelen vaak leuk. Maar stel je voor dat het nooit ophoudt. Dat je maandag begint en dat je op vrijdag nog steeds loopt, omdat je niet anders kan of mag.” Studenten Culturele Antropologie zien tijdens een nachtwandeling hoe uitgeprocedeerde asielzoekers leven in Utrecht.
“Hier sta je dan”, zegt Anne-Els Jansen, coördinator van Vluchtelingenwerk Midden-Nederland. Het is acht uur ‘s avonds, een kluitje deelnemers heeft zich verzameld voor de poort van het Asielzoekerscentrum Utrecht in Oog in Al. Er klinkt geschreeuw vanuit het centrum. Jansen zwijgt even. “Dit, de stoep, is letterlijk de plaats waar het AZC je dumpt als je bent uitgeprocedeerd. Zonder verblijfsvergunning, dus zonder recht op opvang, werk of bijstand. Wat doe je dan?” De studenten mompelen wat. Gebeurt dit echt in Nederland?
Betrokkenheid
De Nachtwandeling met Vluchtelingen op Straat is een rondleiding die op verzoek van Djembé, de studievereniging van Culturele Antropologie, werd gegeven door belangenorganisaties die samenwerken in het Hulpverlenersoverleg. “Zij organiseren deze avond wel vaker en een lid van ons was ooit meegeweest. Zij tipte ons erover’, zegt Djembévoorzitter Jelle Wiering. De studievereniging vroeg de Nachtwandeling aan en beloofde voor deelnemers te zorgen; de rest was in handen van de organisaties. Vanavond wil de studievereniging haar leden niet alleen informatie geven over vluchtelingen, maar ook betrokkenheid creëren. Voor hun opleiding bestuderen ze de interactie van culturen en wat – zoals in dit geval – deze voor gevolgen heeft op sociaal- en economisch vlak voor de vluchteling en de gemeente.
Vanavond lopen zo’n 35 studenten mee met een aantal vluchtelingen en hulpverleners. De wandelaars bezoeken alle locaties: van het AZC tot de Nachtopvang Noiz, een park en een katholieke kerk. Op elke plek vertellen de vluchtelingen en medewerkers over hun ervaringen.
Schrijnende gevallen
“Hier komen vluchtelingen als ze uitgeprocedeerd zijn”, zegt Marieke Witzier van STIL, de solidariteitsorganisatie voor uitgeprocedeerde vluchtelingen en migranten. De groep is na een half uur wandelen binnengekomen in de wachtkamer aan de Laan van Nieuw Guinea in Lombok. De studenten nestelen zich bij elkaar op schoot op de bank. Wat kunnen jullie voor illegalen doen, vraagt een student zich af. Witzier antwoordt dat STIL vluchtelingen helpt een dokter te zoeken, of een gratis advocaat als dat nodig is. “Zo kijken we samen naar de mogelijkheden die er nog wél zijn.”
Als vluchteling heb je namelijk geen poot om op te staan als je niet voldoet aan de strenge eisen voor een verblijfsvergunning, zegt Witzier. Voor vrouwen en kinderen heeft de vereniging sinds 2005 een speciaal opvangproject: Fanga Musow. Daar krijgen de meest schrijnende gevallen hulp. “De eigen kracht van de cliënten opzoeken, daar besteden we vooral aandacht aan”, legt medewerker Toos Voorneveld uit. “Je moet deze vrouwen blijven motiveren. Anders komen ze niet van de bank af.” Een dagje dierentuin doet dus deugd, of lekker sporten. Voorneveld voegt er met een glimlach toe: “Tegenwoordig is Zumba nogal populair”. De studenten lachen herkennend.
Slapen onder de sterren
Alleen maar informatie krijg je tijdens de Nachtwandeling niet; de wandelaars zien ook de harde praktijk. Eenmaal aangekomen bij de ingang van Nachtopvang NoiZ aan de Keulse Kade kijkt iedereen op als er opeens geschreeuw klinkt. “Ik wil naar binnen!”, roept een magere man bonzend op de deur van het gebouw. Maar de stem door de intercom houdt voet bij stuk: “We zitten vol, meneer. U bent te laat, de deur is al dicht.” Het is dertien over negen en om negen uur is de opvang gesloten. Dicht is dicht. De deelnemers kijken geboeid naar het tafereel vanaf de stoep. Het is stil, sommigen hoppen van het ene op het andere been van de kou. Het vriest bijna. Na wat smeekbedes geeft de vluchteling op. Hij slaapt op straat vannacht.
Of hij overnacht in het park, zoals vluchteling M. vaak doet. “Hier slaap ik”, vertelt de Somaliër. Hij wijst op een houten bankje dat verlicht wordt door een lantaarnpaal, midden in park Oog in Al. “In de zomer moet je wel oppassen, want dan wordt het pas laat donker.” En M. wil niet door de politie betrapt worden, want dan riskeert hij een boete. “Bizar dat het me nog nooit is opgevallen dat er mensen buiten slapen”, realiseert een student zich. “Ik let denk ik nooit op ze.”
Toekomstige premier
“Onuitstaanbaar hè, dat beleid van het kabinet?” Al wandelend tussen de locaties ontstaan niet alleen dramatische, maar ook ‘dagelijkse’ gesprekken tussen de vluchtelingen en studenten. Ze zijn het niet altijd met elkaar eens. De Liberiaanse A., die illegaal in Nederland is en sinds 1996 op straat woont, benadrukt dat Nederland het beleid veel meer moet richten op hulp geven aan andere landen. Nederland is veel te gierig, vindt hij. Daar is Frida, studente International Developmentstudies, het niet helemaal mee eens: “Je kan niet zomaar geld toeschuiven, dat lost weinig op.” Even later wordt A. gevraagd wat hij zou willen studeren als hij dat mocht. Resoluut: “Beveiliger. En anders brandweer.”Als het maar een beroep oplevert waarin hij mensen kan helpen.
“Studenten zijn de toekomst”, geeft A. als reden dat hij deze wandeling met jonge mensen waardeert. Hij legt uit dat hij in zijn straatleven ziet hoeveel armoede er nog in Nederland is. Vooral vindt hij het erg dat dakloze jongeren geen toekomst hebben. “Vanavond zien jullie ons onmenselijke leven in het echt. Jullie gaan op een gegeven moment bepalen hoe de toekomst eruit ziet. Misschien wordt één van jullie wel premier. Dat weet je niet.”
Daarnaast benadrukt M. het wandelelement van de avond: hij hoopt dat studenten zich na tweeënhalf uur in de kou beseffen hoe ondraaglijk het is als je je hele leven in de buitenlucht loopt. “Studenten vinden wandelen vaak leuk. Maar stel je voor dat het nooit ophoudt. Dat je maandag begint en dat je op vrijdag nog steeds loopt, omdat je niet anders kan of mag. Nu zien jullie hoe vermoeiend dat is. Hoewel jullie het nooit echt zullen begrijpen.”
Stilstaan
De studenten waarderen het contact met de vluchtelingen. Frida: “Wanneer praat je nou met een vluchteling? Normaal gesproken durf ik ze niet aan te spreken, terwijl ik wel veel vragen heb.” Een dergelijk kijkje in de praktijk is ook nodig om je bewust te maken van de ernst van de omstandigheden, vindt Sterre, student Culturele Antropologie: “Als je ziet dat zo’n man geen slaapplaats krijgt, gaat het verhaal pas echt leven.” Haar medestudent Florian voegt eraan toe dat hij het fascinerend vindt om te zien hoe verschillend de levens van studenten en deze vluchtelingen zijn. “Vanaf ons achttiende tot aan vandaag hebben wij een dynamisch leven gehad, veel meegemaakt, gezien, gefeest, geleerd. Zij hebben al die tijd stil gestaan.”
|