Docenten Geesteswetenschappen geven poëzie in 6 vwo
Om de band tussen vwo-leerlingen in de stad en de faculteit Geesteswetenschappen aan te halen, is het Centre for the Humanities samen met het Gregorius College het project Gregorius Academie begonnen. Verschillende medewerkers van de faculteit Geesteswetenschappen geven dit schooljaar een gastcollege op deze middelbare school in het centrum van de stad. Deze dinsdag staat het werkcollege poëzie lezen op het programma voor 6-vwo.
Perzik, broccoli, mandarijn, amandel
“Kro-ket, pa-tat, kip-corn, sa-te, bit-ter-bal”, dreunen de 6 vwo-leerlingen. De klas plaatst geen bestelling bij de snackbar na een avondje stappen. De leerlingen volgen dinsdagochtend het gastcollege poëzie lezen van Kila van der Starre, die als promovendus verbonden is aan de afdeling Moderne Nederlandse Letterkunde van de Universiteit Utrecht. Van der Starre behandelt in haar les onder andere het onderwerp metrum. Een opdracht die zij de klas gaf, luidde: verzin voedselwaren waarvan de naam eenzelfde aantal lettergrepen heeft waarvan de klemtoon op dezelfde plek in het woord ligt.
Op de hand-out van Van der Starre staan vijf kolommen met daarin voorbeelden van de verschillende klemtoonpatronen uitgedrukt in groenten. Tomaat is een voorbeeld van een jambe, perzik van trochee, broccoli van dactylus, mandarijn van anapest en amandel van amfibrachys. Als de kolommen zijn ingevuld door de leerlingen, veelal met frituursnacks in plaats van de door de gastdocent gesuggereerde groenten, maar wel met het juiste klemtoonpatroon, gaan de leerlingen op zoek in een gedicht van Vasalis naar plaatsen waar het jambische metrum afwijkt.
De impact van de geesteswetenschappen laten zien
De les van Van der Starre maakt onderdeel uit van een serie lessen van de Gregorius Academie. Het initiatief komt van Wiljan van den Akker. Hij is hoogleraar aan de faculteit Geesteswetenschappen en tevens directeur van het Centre for the Humanities. “Ik doe elk jaar mee aan het project meet the professor waarbij hoogleraren uitzwermen over de stad om een dagdeel les te geven op een basisschool. Ik wilde dat principe uitbreiden en omdraaien. Op één school heel veel lessen geven.” De rector van het Gregorius College reageerde enthousiast op Van den Akkers voorstel. En ook de collega’s die van Van den Akker benaderde om de gastlessen te geven, waren stuk voor stuk positief.
Het Gregorius College is een school met leerlingen van diverse komaf en ligt op een steenworp afstand van de panden waar de medewerkers van Geesteswetenschappen werken in de Utrechtse binnenstad. Zo gebeurt het dus dat naast Van der Starre onder meer de bekende gezichten zoals Frits van Oostrom en Beatrice de Graaf sinds september voor de hogere klassen van het vwo staan. “Ze vertellen hoe boeiend en spannend hun vak is en hoe je er onderzoek naar kunt doen”, zegt Van den Akker. Wiljan van den Akker (l) Pieter Datthijn (teamleider Gregorius) en Kila van der Starre
Daarbij komt volgens Van den Akker dat het broodnodig is om de samenleving te laten zien wat de impact is van de Geesteswetenschappen op de maatschappij. De hoogleraar ziet het als een ”inmiddels onbetwiste verantwoordelijkheid”, omdat het werk van de universiteit wordt gefinancierd door publiek geld. “Toen ik begin jaren 70 afstudeerde, was de band van de universiteit met het vwo al aan het versloffen. Dit is een mooie kans om wat terug te doen, hoe kleinschalig ook. Het is geen zieltjes winnen, want de meeste leerlingen gaan heel iets anders studeren, vaak aan een andere universiteit”, zegt Van den Akker.
Excelleren met taal
Twee van de circa 35 leerlingen van Van der Starre zijn Michael (17) en Suzanne (17) die allebei in het laatste jaar van het vwo zitten. Deze les over poëzie vinden ze “eigenlijk best leuk” juist omdat ze in twee- of viertallen actief aan de slag gaan met de gedichten. De scholieren vinden een actieve werkvorm veel leuker dan een uur hoorcollege want dat is “saai”. Van der Starre staat al jarenlang voor klassen in het voortgezet onderwijs en geeft lessen poëzie. Sterker nog, ze schreef samen met Babette Zijlstra het boek Woorden temmen waarbij je als lezer actief aan de slag gaat met poëzie. Door de leerlingen niet gelijk te bombarderen met theorie over de poëzie en het analyseren ervan, maar te starten met de praktijk - het lezen van de gedichten - hoopt Van de Starre de leerlingen te enthousiasmeren. Helaas heeft poëzie te kampen met veel vooroordelen, want veel mensen denken dat het saai of ouderwets is, zegt Van der Starre, die zelf promotieonderzoek doet naar poëzie buiten het boek, in Nederland en Vlaanderen. “De instroom bij de studie Nederlands is zoals bij veel studies bij Geesteswetenschappen veel te laag. Ik wil laten zien dat je ook kunt excelleren met taal.”
Ook hoopt Van der Starre dat er een meer diverse groep studenten de weg naar de geesteswetenschappen weet te vinden. Bij de lerarenopleiding Nederlands van de Hogeschool van Amsterdam waar ze ook doceerde was de populatie van de studenten “veel diverser” is dan aan de opleidingen in de Utrechtse binnenstad. Van der Starre vertelt dat ze het belangrijk vindt dat de groep studenten bij Nederlands een grotere mix wordt. “Er studeren nu veel meer vrouwen dan mannen en ook op het gebied van sociale klasse kan het meer divers. Het is leuk en belangrijk om meerdere perspectieven te hebben. In de islam kijkt men bijvoorbeeld anders aan tegen de dood en vanuit literair oogpunt is dat interessant.” De vakdocent Nederlands van het Gregorius College legt uit dat veel van haar leerlingen met een niet-westerse achtergrond vaker kiezen voor een studie met een meer bekende status zoals rechten, medicijnen of farmacie dan voor studie van geesteswetenschappen.
Kunnen we een bamischijf winnen?
De les nadert het einde en de leerlingen beginnen aan een quiz waarbij ze in teams negen strofes van gedichten moeten lezen en bepalen welk metrum het is. “Oh, my god, kunnen we een bamischijf winnen?”, grapt één van de leerlingen als ze hoort dat er een prijs is voor het winnende team. Van der Starre laat de eerste strofe zien en leest hardop voor zodat de leerlingen de cadans horen. Makkelijk, jambe, roept een leerling. “De spanning is om te snijden”, zegt Van der Starre als ze bij strofe nummer vijf van Hiëronymus van Alphen aanbelandt. Tijdens het voorlezen ervan roffelen de leerlingen mee op hun tafels. “Waar ligt de klemtoon?” Na het nakijken van elkaars werk blijkt dat meerdere teams de maximale score behaald hebben. Ook het team van Michael en Suzanne wint een prijs: een chocoladereep. De leerlingen uit de examenklas verlaten goedgemutst het lokaal.
De vakdocent Nederlands van het Gregorius College en gastdocent Van der Starre zijn te spreken over het college. Er was een ‘hoge energie’ in de klas en het niveau was goed. Het lag volgens Van der Starre aan tegen het niveau van haar eerstejaarsstudenten, iets wat niet vanzelfsprekend is tijdens de gastlessen die ze geeft.