Dood huisdier wordt studiemateriaal

Samen met de Stichting Proefdiervrij heeft de universiteit als eerste een speciaal huisdierdonorcodicil ingevoerd. Daarmee kunnen huisdiereigenaren hun overleden dier afstaan aan de universiteit. Die gebruikt het stoffelijke overschot voor practica bij de opleidingen diergeneeskunde, tandheelkunde en biomedische wetenschappen.

“Om vakbekwame dierenartsen op te leiden, is oefenen met dieren tijdens de opleiding essentieel”, zegt Anton Pijpers, decaan van de faculteit diergeneeskunde. “Daarbij willen we het aantal proefdieren dat speciaal voor onderwijsdoeleinden moet worden gedood zoveel mogelijk beperken.”

De Stichting Proefdiervrij verwacht met het huisdierdonorcodicil jaarlijks driehonderd proefdierlevens te kunnen redden. Dat moeten er in de toekomst meer worden. In eerste instantie werken tien Utrechtse dierenartsen mee aan het project. Later moeten ook andere universiteiten aanhaken bij het project.

De universiteit belooft dat docenten erop zullen toezien dat op een waardige manier wordt omgegaan met de dode huisdieren. “De nazorg voor het overleden huisdier zal hetzelfde zijn als bij een dierenarts.”
 

Advertentie