Dove docent verlaat UU na strijd om vaste baan
De dove docente Corrie Tijsseling moest weg bij de universiteit, mocht vervolgens toch blijven, maar kiest er nu zelf voor te vertrekken. “Diversiteit doet pijn. Ik weet niet of de universiteit zich dat voldoende realiseert.”
De frustratie spat van het beeldscherm. In een bijdrage die Corrie Tijsseling begin dit jaar schreef voor het diversiteitsblog van DUB beschuldigt ze de Universiteit Utrecht botweg van discriminatie van medewerkers met een beperking. Ze beklaagt zich over een instelling die mooie praatjes ophangt over een diverser medewerkersbestand maar tegelijkertijd besluit om haar – een dove docent pedagogiek - na tien jaar niet in dienst te nemen.
Begin april, enkele maanden na de publicatie van de opvallende blogbijdrage, ontvangt de DUB-redactie een mail van Tijsseling:
“Een verrassende ontwikkeling, er is mij een vaste aanstelling aangeboden. Uiteraard accepteer ik het aanbod.”
Twee weken later zitten we tegenover Tijsseling in het Langeveldgebouw. Aan tafel ook een tolk die onze vragen omzet in gebarentaal. De pedagoge spreekt zelf. In de collegezaal communiceert ze op eenzelfde wijze met studenten.
Tijsseling is opgetogen. “Dit had ik echt niet meer verwacht, mijn eerste vaste aanstelling nog net voordat ik vijftig word.”
Wat is er na je blog gebeurd?
“Heel veel. Zo kreeg ik een mail van Karin van Trijp, een voormalig student van mij die vorig jaar tot student van het jaar van de UU werd uitgeroepen. Zij vond het onvoorstelbaar dat ik weg zou moeten. Binnen een mum van tijd had ze veertig studenten zover om een protestbrief naar het departementsbestuur te ondertekenen. Ik zat te snikken achter mijn computer, zo’n mooie brief.”
“Kort daarvoor had ik een formeel verzoek ingediend waarin ik nog eens beargumenteerde waarom ik volgens mij recht had op een vaste aanstelling. Dat ik hier al tien jaar werk. Dat het werk structureel van aard is en door iemand anders zou worden overgenomen. Dat ik docent van het jaar ben geweest. Dat ik gepromoveerd ben. Ik voldeed gewoon aan alle eisen. Daarbij hebben we natuurlijk ook gewezen op de verantwoordelijkheid die de UU heeft voor - wat ze dan noemen- kwetsbare groepen. De Eerste Kamer heeft dit voorjaar nog het VN-verdrag daarover geratificeerd.”
Heeft het departementsbestuur zich laten overtuigen door een blog en twee brieven? Tijsseling weet het niet en heeft het ook niet gevraagd. “Misschien dachten ze toch dat ze niet sterk stonden. En ze kennen me: ik houd vol.”
Wie het levensverhaal van Tijsseling kent, weet dat ze meer voor zichzelf heeft moeten bevechten. Ze groeide op in een doof gezin. Na een mavo-opleiding voor auditief beperkten werkte ze onder meer in een drukkerij en bij een hovenier. “Iedere keer ging ik me na een paar jaar vervelen en deed ik weer een nieuwe opleiding.”
Haar eveneens dove broer die in Utrecht promoveerde bij cognitieve kunstmatige intelligentie suggereerde uiteindelijk een universitaire studie. “Maar ik had alleen mavo, dus ik moest een colloquium doctum doen. Tot mijn stomme verbazing haalde ik dat.”
Je zou naar de rechter zijn gestapt om een vaste aanstelling te eisen?
“O jawel, dat heb ik vaker gedaan. Toen ik hier in 1997 met mijn studie begon, heb ik bij een voorganger van de UWV een tolk geëist. Die kreeg ik niet, want ik was al ouder dan dertig. Dat is helaas nog steeds de wettelijke situatie waar ik als bestuurslid van Dovenschap, de belangenorganisatie voor doven in Nederland, ook nog steeds tegen vecht. Pas toen een psychiater vaststelde dat ik schade zou oplopen als ik niet zou kunnen studeren, kreeg ik om persoonlijke redenen toch een tolk toegewezen.”
Ben je nooit bang dat je assertieve houding averechts uitpakt? Met zo’n uitgesproken blog op DUB kan je je misschien ook in je eigen voet schieten …
“Nee, bang niet. Ik zou natuurlijk ook liever hebben dat het niet nodig was, maar ik heb altijd op de barricaden moeten staan.
“Uiteindelijk waren alle reacties van collega’s positief. Iemand vroeg of ik boos was. Maar dat is het niet. Ik wil juist graag blijven omdat ik het werk hier zo leuk vind. Voor het eerst van mijn leven heb ik ook het gevoel dat ik gesteund word in mijn protesten, ook door mijn leidinggevenden.”
Vind je het dan niet wrang dat je opnieuw voor jezelf moest opkomen voordat je de aanstelling kreeg?
“Nee, ik was vooral opgelucht dat het zo snel ging. Ik dacht even: o nee, daar gaan we weer. Wat ik wel jammer vind is dat ik geen onderzoekstijd heb gekregen: het is voor honderd procent een onderwijsaanstelling.
“Maar eigenlijk had ik ook niet anders verwacht. Mijn vakgebied, de theoretische en historische pedagogiek, past niet bij de sexy onderzoeksthema’s waar iedereen naar op zoek is. Daarnaast kan ik mij nu eenmaal niet op dezelfde manier profileren als collega’s. De tijd die ik voor een tolk vergoed krijg, heb ik nodig voor mijn onderwijs. En zonder tolk heb ik bij netwerkbijeenkomsten en themalunches weinig te zoeken. En daar komen de ideeën voor interdisciplinair onderzoek dat kans maakt bij subsidie-aanvragen tot stand.”
Tijsseling benadrukt dat ze de strijd voor een vaste aanstelling niet alleen voor zichzelf voerde. Ze vindt dat zeker de studie pedagogische wetenschappen baat heeft bij docenten met “ervaringsdeskundigheid”.
“Nu ben ik de enige die niet doorsnee is. Iedereen is blond, blank en functioneert gemiddeld. Studenten leren hier heel goed hoe ze kinderen met beperkingen moeten behandelen, maar ze leren niet hoe het is om met zo’n beperking te leven. Dan weet je dus ook niet wat het met een kind doet om dag in dag uit allerlei testjes te moeten doen en steeds weer zo’n pedagoog of psycholoog op bezoek te krijgen.”
In het Strategisch Plan staat dat de universiteit de komende jaren diverser gaat worden…
“Voorlopig merk ik er nog weinig van, 0,0. Ik hoop echt op een serieus diversiteitsbeleid. Dat ik over vijf jaar hier meer collega’s tref met een niet-Nederlandse achternaam en meer collega’s met een vorm van functionele diversiteit. Maar dat gaat niet zonder slag of stoot.
"Kijk naar wat er nu gebeurt met het leenstelsel. Vooral studenten met een beperking of studenten voor wie studeren niet voor de hand ligt, vallen af. Ik herken dat: toen ik voor het eerst op de universiteit kwam, zat ik te wachten op iemand die zou zeggen: wat doe je hier? Jij hoort hier niet.
“Diversiteit doet gewoon pijn. Ik weet niet of de universiteit zich dat voldoende realiseert. Het is daarom ook niet netjes tegenover mensen die te maken hebben met beperkingen om allerlei leuke plannetjes te schrijven als je het niet meent. Als je als universiteitsbestuur er echt werk van wil maken, stuur je bijvoorbeeld geen filmpje met een nieuwjaarswens zonder ondertiteling of beeldbeschrijving voor blinden. Dat is allemaal lastig, en dat snap ik, maar het hoort er wel bij. Het VN-verdrag eist het zelfs.”
Een week na het gesprek krijgen we een nieuwe mail van Tijsseling, met wederom verrassend nieuws. Tijsseling vertrekt toch bij de UU, nu vrijwillig.
“Er is mij een baan aangeboden als onderzoekscoördinator bij een landelijke instelling voor geestelijke gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening voor doven en slechthorenden. Men vindt daar mijn expertise waarin ik professionele deskundigheid met ervaringsdeskundigheid combineer zeer interessant. Omdat bij de UU duidelijk is gemaakt dat het om een strak gekaderde onderwijsfunctie gaat en onderzoek of andere nieuwe uitdagingen niet tot de mogelijkheden behoren, heb ik besloten de baan als onderzoekscoördinator te accepteren.”
Reactie Marian Jongmans, departementsvoorzitter Educatie & Pedagogiek:
“We konden Corrie in eerste instantie niet in vaste dienst nemen, omdat we bij Pedagogiek te maken hebben met teruglopende studentenaantallen. We moesten daarom alle aanstellingen kritisch tegen het licht houden. Behalve Corrie hebben we meerdere docenten daarom eind vorig jaar moeten teleurstellen. We wilden geen valse verwachtingen scheppen. We hebben ons besluit herzien mede omdat het voor Corrie als gevolg van haar doofheid lastiger is om een nieuwe plek op de arbeidsmarkt te vinden.”
“In het ideale plaatje krijgt iemand met een vaste aanstelling ook onderzoekstijd, maar daarvoor ontbrak nu budget. Maar we willen wel graag dat al onze docenten gepromoveerd zijn, en dat is Corrie.
“De brief die studenten voor haar schreven, was hartverwarmend. We konden ons ook helemaal vinden in de inhoud. Haar capaciteiten stonden nooit ter discussie. Voor haar vinden we het dan ook prachtig dat ze uiteindelijk de keuze kon maken uit twee opties.”