DUB begint China-blog

China is al veel meer dan the next best thing. Ook in de wetenschap. Universitaire missies reizen om de haverklap af naar China en trekken aan toptalent. Maar het risico dat China de boel overneemt, ligt op de loer. DUB start een blog met bijdragen van studenten, onderzoekers, bestuurders en beleidsmakers. Uitgangspunt is de vraag: wat is er in China te winnen en wat is er te verliezen?

Wie het over de opkomst van China heeft, komt al snel terecht in de overtreffende trappen. Zo moet in 2020 20 procent van de Chinese beroepsbevolking hoogopgeleid zijn. Dat is tenminste het stellige voornemen van de Chinese regering. Het gaat dan om 195 miljoen mensen, meer dan de gehele beroepsbevolking van de VS. De OESO becijferde dat tegen die tijd 30 procent van de hoogopgeleiden tussen de 25 en 34 jaar wereldwijd afkomstig is uit China.

“Het zijn aantallen waar je als Nederlands universiteitsbestuur ziek van wordt”, zei ook Peter van der Veer, universiteitshoogleraar van de UU, tijdens de eerste lezing van de nog lopende Studium Generale-reeks ‘Ondertussen in China’. “Al die mensen moeten straks aan de slag. Er is een enorme potentie om van lagere naar hogere economische activiteiten over te stappen. China wil via het onderwijs van de werkplaatsfunctie overstappen op een meer geavanceerde maatschappij.”

Bovendien wordt de nadruk op excelleren in China volgens Van der Veer “net iets meer aangezet” dan in Nederland. Dat uit zich niet alleen in een extreme prestatiedruk op kinderen “waarbij je zeker je vragen kunt stellen”, maar ook in ouders “die krom liggen” om hun kroost de beste opleiding te geven. En vaak is dat in het buitenland. Op dit moment studeren bijna 1,3 miljoen Chinese studenten in het buitenland, waarvan ongeveer 130.000 in de Verenigde Staten. Van der Veer: “In Harvard en Berkeley valt het echt op: met de Koreanen en Indiërs erbij zijn dat Aziatische campussen geworden.”

Van der Veer gaf in de Aula van het Academiegebouw enkele historische verklaringen voor de huidige Chinese ambities. In China heerst volgens hem de gedachte dat het Rijk van het Midden, oftewel Zhonguo, zich weer de positie toe-eigent waar het recht op heeft. De vernederingen in de opium-oorlogen en het neerslaan van de boxer-opstand hebben hun sporen nagelaten. Er is volgens de universiteitshoogleraar sprake van een grote argwaan en van revanchistische gevoelens ten opzichte van landen die in het verleden China probeerden te onderdrukken.

Door die Chinese geldingsdrang worden de bordjes in de wereldwijde wedren tussen de grote economieën langzaam verhangen. In die strijd is macht over kennis een van de meest bepalende factoren. Buiten de enorme groei van het aantal studenten in het hoger onderwijs zijn de exploderende Chinese budgetten voor kennis en innovatie een graadmeter.

Die budgetten groeiden de afgelopen jaren met zo’n 20 procent per jaar. In absolute getallen gaat het nu om 80 miljard euro. In 2020 wil China tot de top 5 van de meest innovatieve economieën behoren en 2,5 procent van het nationaal inkomen besteden aan R & D, een verviervoudiging in 25 jaar. Mind you.

Het is niet verwonderlijk dat in westerse landen de vraag rijst of straks niet alle kennisontwikkeling van hun bedrijven in China plaatsvindt of dat China op termijn de kennisintensieve bedrijven in het Westen overneemt.

Zijn ze bijvoorbeeld niet de concurrentie van de toekomst aan het versterken als ze Chinese studenten opleiden? China heeft immers steeds meer mogelijkheden om de uitgewaaierde studentenpopulatie terug te halen. Zo werden met het thousands talents plan 2000 Chinese high potentials verleid.

Ook in Nederland zijn er zorgen. De Adviesraad voor Wetenschap en Technologie (AWT) kreeg de vraag voorgeschoteld of samenwerking met China op het gebied van kennis en innovatie op de lange termijn niet ook schadelijk kan zijn voor Nederland. In het rapport: de Chinese handschoen erkent de AWT dat er gevaren zijn, maar pleit toch met overtuiging voor samenwerking met de Chinezen.

Volgens de raad heeft China nu de westerse wereld nog hard nodig, maar zal dat op termijn mogelijk andersom zijn. En dan kun je nu niet aan de kant blijven staan. Maar dan moet Nederland wel blijven investeren in de eigen innovatieve bedrijven en onderzoekers en slim omgaan met ‘systeemkennis’ die van essentieel van belang is voor de Nederlandse samenleving.

Wetenschappers lijken in de meeste gevallen weinig risico te zien in de relaties die ze aanknopen met China, zo concludeert de AWT. Niet verwonderlijk wellicht, want de kern van wetenschap is kennisvermeerdering over alle grenzen heen. De nieuwe contacten geven bovendien uitzicht op een ongekende weelde aan onderzoekstalent en steeds vaker ook tot een geavanceerde onderzoeksstructuur.

De UU en het UMC Utrecht werken nu bijvoorbeeld samen met het Chinese Beijing Genomics Institute. Utrechtse onderzoekers willen maar wat graag gebruik maken van de faciliteiten voor genoom-onderzoek in China. De UU kent verder samenwerkingsverbanden met zo’n 10 partnerinstellingen en een gezamenlijk PhD-programma met China.

De waardering voor het niveau van de Chinese wetenschap stijgt bovendien. Nog steeds wordt de kwaliteit van onderzoek uit China vaak als niet veel soeps wordt bestempeld, maar tegelijkertijd zijn er steeds meer positieve geluiden te horen. Er komt meer top-onderzoek en de ondergrens wordt flink opgetrokken.

De Chinese overheid heeft dan ook flink geïnvesteerd in 39 universiteiten die naar de internationale top moeten. In de laatste Shanghai-ranking kwamen zes nieuwe Chinese universiteiten met stip binnen. Met 42 universiteiten in de lijst is het land Groot-Brittannië nu voorbij, al staan er nog geen Chinese universiteiten in de top 100.

Op de VS na publiceren Chinese wetenschappers nu al de meeste wetenschappelijke artikelen. De kwaliteit houdt nog geen gelijke tred met die van de Amerikanen, maar tussen 2004 en 2008 is China Nederland volgens de Britse Royal Society al voorbij gestoken als het gaat om aantal citaties per artikel. Steeds vaker wordt er ook samen met wetenschappers uit andere landen gepubliceerd.

Als de kwaliteit van de Chinese wetenschap verder toeneemt, zal het land Nederland steeds minder nodig hebben, verwacht de AWT. Wanneer Nederlandse universiteiten ook op de lange termijn willen profiteren van kennis en kapitaal uit China dan zal er de komende jaren nog meer geïnvesteerd moeten worden in langdurige en structurele relaties tussen universiteiten en wetenschappers.

De Chinese studenten die jaarlijks in Nederland verblijven (nu zo’n 5500), zijn waarschijnlijk de beste ambassadeurs voor de Nederlandse universiteiten. Die zul je dus een warm welkom moeten geven. Maar er zullen ook meer Nederlandse studenten en onderzoekers voor langere tijd naar China toe moeten gaan. Dat gebeurt nu nog maar mondjesmaat. De grote culturele verschillen lijken daar voor verantwoordelijk te zijn. China is te vreemd, we weten er te weinig van.

In heel Azië, dus niet alleen in China, studeren nu niet meer dan 300 Nederlandse studenten. Het Utrechts/Delftse initiatief om beloftevolle studenten voor een summerschool naar Hong Kong te sturen, is wellicht een eerste aanzet om dat te veranderen.

Bij de wetenschappelijk medewerkers is de situatie niet wezenlijk anders. Voor een conferentie of gastlezing in China zijn onderzoekers wel te porren, voor een langdurig verblijf veel minder. Carriéretechnisch staan enkele jaren Verenigde Staten bovendien nog steeds in hoger aanzien.

In zijn adviesrapport pleit de AWT voor hulp en coördinatie vanuit de overheid om studenten, onderzoekers, bestuurders, hoogleraren en decanen die daadwerkelijk met China aan de slag willen bij te staan. Dat zijn immers de ‘bouwers’ die moeten worden gekoesterd. Zij hebben immers de interessante kennis voor China in huis en kunnen straks Chinese kennis of in China ontwikkelde kennis naar Nederland halen.

DUB wil de komende maanden met het China-blog een inkijkje geven in hoe Utrechtse en andere Nederlandse ´bouwers´ te werk gaan. Studenten, onderzoekers en beleidsmakers zullen hun ervaringen en opinies met de DUB-sitebezoekers delen. DUB nodigt iedereen vanuit de eigen expertise uit een bijdrage te leveren aan het blog.

Advertentie