DUB-enquête geeft aan: gebrek aan fysiek contact is slecht voor de motivatie

Foto: Shutterstock

“Online onderwijs is zeer afstandelijk en daardoor niet erg motiverend. Het vergt veel van studenten om zich telkens op te laden en door te gaan. Op dit moment ben ik al sinds maart 2020 niet op de universiteit geweest. Persoonlijk is het grootste knelpunt dat ik niemand zie: geen docenten, geen vrienden of medestudenten en dat je daardoor vrijwel alles alleen doet.”

Het is één van de honderden opmerkingen die studenten en medewerkers maakten bij het invullen van de enquête over het welzijn van studenten en medewerkers na een jaar corona en de toekomstverwachting die ze hebben voor na de coronatijd. De enquête is opgezet door onderzoeksbureau Newcom en uitgezet bij vijf universiteiten en twee hogescholen. In dit artikel focussen we op de resultaten van de Utrechtse deelnemers: Dat waren 190 studenten en 136 medewerkers. De uitkomsten zijn daardoor indicatief, zeggen de onderzoekers. Om echt een beeld te krijgen, zouden minstens 380 studenten en 340 medewerkers mee hebben moeten doen. Landelijk participeerden 607 studenten en 743 medewerkers aan de steekproef. Het Utrechtse beeld is grotendeels vergelijkbaar met het landelijke beeld.

Door het thuisonderwijs ben ik ook de interesse in studeren verloren, ook al vind ik mijn studie wel degelijk leuk en interessant

Een jaar lang thuis werken heeft effect. Als positieve elementen noemen medewerkers en studenten dat ze meer tijd kregen voor hun gezin of familie en nieuwe hobby’s oppakten. Ook het niet meer hoeven reizen, wordt als een groot pluspunt gezien. “Het flexibel studeren en wegvallen van onnodige reistijd maakt het studeren prettiger. Op je eigen tempo werken aan opdrachten en studie werkt goed.”

Maar toch overheerst het gevoel van gemis. Het niet zien van docenten of andere studenten wordt steeds door de studenten genoemd. Eerstejaars vertellen dat ze geen idee hebben wat het studentenleven inhoudt en dat ze nog niemand van de studie hebben leren kennen. “Ik ken geen studiegenoten en voel mij daardoor soms best alleen. Ik heb het idee dat ik alles alleen moet doen, omdat je niet zo snel even met mensen kan overleggen.” Ouderejaars kunnen het niet opbrengen om altijd maar alleen achter een scherm het onderwijs te volgen. “Het is onmenselijk geworden, letterlijk en figuurlijk. Debatten online zijn volledig ruk, ik heb nauwelijks nog sociaal contact, en ik heb sinds vorig jaar geen studiepunt meer gehaald.”

Docenten missen hun studenten en collega’s. “Ik kan mijn studenten niet helemaal zien; zie alleen een talking head op een scherm. Van de minder directe collega's raak ik enigszins vervreemd doordat een kletspraatje in de pantry of op de gang nu niet meer kan”, schrijft een docent. En een ander: “Het belangrijkste knelpunt is voor mij dat alles monotoon en in dezelfde ruimte gebeurt, in het extreem wanneer je (zoals ik) in een studio woont. Privé en werk scheiden, is soms erg lastig en dit leidt makkelijker tot overwerken, een gevoel van eenzaamheid en sleur. Het kost me steeds meer moeite om het teamgevoel levend te houden.”

Gedurende mijn studie hadden twee van mijn docenten een burn-out. Schande. De UU wordt gedragen door haar docenten. Zij verdienen meer investering, ondersteuning en waardering

Het gevolg van het alleen thuiswerken is dat de motivatie sterk afneemt. Bij medewerkers wordt met name geklaagd over de toenemende werkdruk en het gebrek aan waardering. Een docent zegt: “De werkdruk is door de coronacrisis flink omhoog gegaan. Er zijn initiatieven om deze naar beneden proberen te brengen, maar deze initiatieven (minder mailen, "genoeg is goed genoeg") ervaar ik bijna als beledigend: alle werkzaamheden die ik verricht, hebben een duidelijk effect op de kwaliteit van mijn onderwijs, waarop ik uiteindelijk ook beoordeeld word. De initiatieven lijken ervan uit te gaan dat ik frivool allerlei extra dingen doe die niet nodig zijn, wat simpelweg niet zo is.”

Het ontbreken van waardering vanuit de universiteit of faculteit is iets dat medewerkers verschillende keren aanhalen. “In de eerste golf heb ik extreem moeten overwerken in het onderwijs met uiteindelijk goed resultaat voor studenten. De faculteit Sociale Wetenschappen heeft hier niets voor gecompenseerd.”  Een andere docent schrijft: “Als organisatie pleegt de UU roofbouw op zijn personeel. Onze contracten zijn niets waard, onze prestaties garanderen niets. Het onderwijs is ongeïnteresseerd en gericht op studentenaantallen, onderzoek doe ik maar in mijn eigen tijd, de financiering van het onderzoek is een loterij, de bureaucratie en het managementdenken zijn alomtegenwoordig, en de beste onder ons kiezen eieren voor hun geld en vertrekken. Wij spelen in geleende tijd. Het is een schande. Alles moest business as usual zijn, gewoon doorgaan maar dan online. Geen moment is er nagedacht over wat wij nu eigenlijk zouden moeten doen in een crisis.”

Ik kan mijn aandacht niet bij de les houden, ik ben te snel afgeleid, ik ben nauwelijks nog gemotiveerd tijdens blokken met veel online onderwijs. Ik heb eraan gedacht tijdelijk te stoppen met studeren, dit is niets voor mij. Maar als ik dat doe raak ik mijn groep kwijt en studeren al mijn vrienden eerder af dan ik

Gebrek aan motivatie speelt eveneens een rol bij studenten. Zij klagen over concentratieproblemen, het niet meer kunnen opbrengen colleges te volgen en de problemen om actief deel te nemen aan een college. “Door het thuisonderwijs ben ik ook de interesse in studeren verloren, ook al vind ik mijn studie wel degelijk leuk en interessant”, schrijft een student. Een ander zegt:  “Er zijn geen hoorcolleges, werkcolleges zijn maar half zo effectief via teams, het moeten gebruiken van een webcam in eigen huis voor onderwijs ervaar ik als invasief in mijn privéleven, online platformen van de universiteit werken niet altijd, altijd op dezelfde plek zitten studeren en daar dan ‘s avonds ook bijvoorbeeld gamen of een film kijken, omdat je niet naar buiten  kan is heel erg vermoeiend en zorgt voor weinig concentratie en weinig contact met medestudenten en docenten.”

Recent bleek uit een onderzoek dat studenten minstens net zoveel studiepunten halen. Toch is het beeld in deze enquête gemixt. Bijna 40 procent geeft aan meer tijd aan de studie te wijden. “Ik besteed meer tijd aan mijn studie. Daarnaast is er geen reistijd en is het flexibeler vanwege bijvoorbeeld eten of koffie pakken. Dit kan goed uitpakken voor de concentratie. Daarnaast is de manier van toetsen op mijn opleiding aangepast. In plaats van dingen uit je hoofd te leren, wordt er verwacht dat je de theorie kunt toepassen. Dat werkt beter voor mij.” Het levert voor verschillende studenten een positief resultaat op. “Het is goed ingedeeld en de volledige studiepunten zijn te behalen, geen problemen ondervonden hierin.”

Maar het halen van studiepunten geeft niet altijd voldoening. “De motivatie is ver te zoeken en het online onderwijs is niet leerzaam; maar er is niks anders te doen in het dagelijks leven, waardoor je genoeg tijd in je studie weet te stoppen om de nodige punten te behalen. Uiteindelijk zijn die punten voor ons als studenten minder waard, want ik leer beduidend minder nieuwe dingen.”

Daarnaast zijn er ook studenten die juist minder punten halen. “Ik heb sinds vorig jaar geen studiepunt meer gehaald. Het belangrijkste knelpunt vind ik dat het studiegevoel weg is, al denk ik dat dit door het online geven van colleges komt.”

Ik ben vooral nerveus over hoe het onderwijs er uit gaat zien wanneer de coronacrisis voorbij is. Met het onderwijs zelf heb ik geen probleem, op een paar practica na vind ik dat alles super goed vertaald wordt naar online

Eén van de vragen was of online onderwijs een plek moet krijgen in de toekomst. Daarover zijn de meningen verdeeld, zowel bij docenten als studenten. Twee derde van de docenten denkt dat meer online onderwijs een goede aanvulling kan zijn op fysiek onderwijs. “Studenten begeleiden kan perfect online en kan met name voor studenten veel reistijd schelen. De tijden dat een student voor een uurtje uit Zwolle moet komen, zijn voorbij. Qua onderwijs zal een hybride vorm de toekomst worden. Voorzieningen daarvoor zijn nog niet ideaal in collegezalen (daar graag aandacht voor). Bepaalde colleges kunnen perfect online (uitleg theorie, bespreken voorbeelden, oefen examens), werkcolleges werken beter op de UU. Maar de opbouw, vaak standaard elke week een lecture en tutorial, ga ik het voortaan anders indelen.”

Niet alle docenten delen die mening. “Al die leidende vragen over ‘positieve effecten’ van de coronacrisis ten spijt heeft het afgelopen jaar vooral aangetoond wat de waarde is van echt contact en dat online onderwijs geen echt onderwijs is. Een handvol kennisclips toevoegen aan mijn lesprogramma? Prima. Maar nooit meer synchrone online colleges (en laten we alsjeblieft ophouden met “ja maar vragen stellen via de chat werkt zo goed” - als studenten tijdens normale hoorcolleges geen vragen stelden, gaf je gewoon niet goed college.”

Bij studenten zie je de tweedeling eveneens. Iets meer dan de helft van de studenten denkt dat digitaal onderwijs een goede aanvulling kan zijn op het fysieke onderwijs. “Als het kon zou ik mijn hele studie online doen. Ik snap dat dit niet kan, maar ik hoop dat ik ten minste mijn hoorcolleges online kan blijven volgen. Online les werkt beter voor mij dan fysiek les, en ik ben niet de enige. Ik hoop dat onderwijsinstellingen meer opties geven aan studenten om na de coronacrisis te leren hoe hij of zij wil, op die manier kunnen studenten leren op hun eigen manier en zullen de studieresultaten gegarandeerd gunstig zijn. Het nieuws laat alleen studenten zien die van de online les af willen, maar geef de andere kant alsjeblieft ook een stem.”

Zorg ervoor dat elke cursus een deels fysieke mogelijkheid krijgt en dat je zelf kan kiezen of je online of offline aansluit

Daar staat tegenover dat meer dan de helft weer terug wil naar de oude situatie. “Ik ben echt heel bang dat het online onderwijs gaat blijven, ik snap dat dit voor sommige studenten juist heel fijn is, maar voor anderen is het juist funest. Mocht de UU toch meer online onderwijs blijven aanbieden na de crisis, hoop ik ook dat er aan de studenten en docenten wordt gedacht die liever iedere maandag tot en met vrijdag fysiek op de campus aanwezig zijn: dát is studeren.”

Over hoe de toekomst eruit moet zien, lopen de meningen behoorlijk uiteen. De één wil meer online onderwijs, de ander wil snel terug naar de oude situatie. Medewerkers zouden best vaker thuis willen werken, studenten denken dat zij eerder thuis blijven wonen als ze minder voor de studie hoeven te reizen.

Duidelijk is dat de coronacrisis een zware wissel heeft getrokken op bijna iedereen. Er is vanuit studenten ook waardering voor de docenten die ondanks alles de colleges hebben voortgezet. “Gedurende mijn studie hadden twee van mijn docenten een burn-out. Schande. De UU wordt gedragen door haar docenten. Zij verdienen meer investering, ondersteuning en waardering.“

Maar de crisis biedt volgens velen wel de mogelijkheid om na te denken over de verbeteringen in de toekomst. Zoals een student het verwoordde: “Er is een verschil tussen de coronarestricties in het algemeen en het feit dat al het onderwijs online is. Ik voel me vooral somber door de combinatie van alles, maar als alleen het onderwijs online zou zijn, zou ik de hele situatie minder erg vinden.”

Advertentie