DUB-panel: 'Blik op baan of beroep is niet het belangrijkste in je studie'

Honderden studenten gaan deze week  naar de universitaire carrièredag. De UU timmert hard aan de weg met voorlichting over beroepen en loopbanen. Hoe ver moet een universiteit daarmee gaan?, vroegen we ons DUB-panel.

Career bootcamps, nep-solliciteren bij echte Blendle-recruiters, beroepskeuzetesten. Het scala aan activiteiten voor UU-studenten gericht op het vinden van een goede baan na de studie lijkt explosief te groeien. Veel van de initiatieven komen uit de koker van de nieuwe Career Services of van de nieuwe facultaire career officers.

Bij de recente mastervernieuwing was er ook al opvallend veel aandacht voor de link met de arbeidsmarkt. Opleidingen moesten laten zien relaties te onderhouden met bedrijven en organisaties en alumni die daar werken. Er kwamen stages en in sommige studies behoren sollicitatietrainingen nu tot het curriculum.

De universiteit zegt studenten graag een kickstart te willen geven op de wereldwijd steeds competitievere arbeidsmarkt, maar dat is niet het hele verhaal. De UU scoorde de afgelopen jaren niet best op de factor ‘loopbaanvoorbereiding’. En ook ministeries en visitatiecommissies vragen opleidingen naar contacten met 'het afnemend veld'. Actie was daarom gewenst.

Maar hoever moet je gaan? In de faculteitsraad van Geesteswetenschappen ontstond een discussie over de vraag of ook eerstejaars studenten al voorlichting over latere banen moeten krijgen. Ja, vonden studenten. Nee, vond een vicedecaan bacheloronderwijs. Laat studenten nu eerst maar eens lekker studeren, zei hij. Over vijf jaar kan de hele arbeidsmarkt er alweer heel anders uitzien.

Wij vroegen ons DUB-panel daarom:

Moet de UU nóg meer doen aan arbeidsmarktoriëntatie?

Of de universiteit méér moet doen aan iets wat niet tot de kerntaken behoort, dat weten studenten in ons panel niet. Maar een aantal zegt in mailreacties zeer tevreden te zijn met de nieuwe weg die de UU is ingeslagen. Student Taal- & Cultuurstudies en Spaans Francisca Duiser: “De komst van Career Services vind ik goed en nuttig, en ik denk dat die dienst ongeveer alle vlakken van arbeidsmarktoriëntatie ondersteunt.”

Sociologiestudent Wouter Lammers: “Het is goed dat nu op veel manieren aandacht wordt gegeven aan de oriëntatie op de toekomst, zodat studenten beter weten wat ze willen en kunnen, en zichzelf beter weten te verkopen op de arbeidsmarkt. Dat kan al een hoop starters-thuis-op-de-bank-problemen voorkomen.”

Volgens Stefan Roelofsen, student Rechten en Geschiedenis, moet de UU "stevig inzetten op arbeidsmarktoriëntatie". Maar daarbij moet volgens hem vooral gekeken worden naar studies die slecht op de arbeidsmarkt aansluiten. “Bij van nature meer beroepsgerichte studies als economie of geneeskunde kan dit wat mij betreft achterwege worden gelaten.”

‘Wat zou je nog meer kunnen doen?’

Maar voor directeur bedrijfsvoering van het departement Maatschappijwetenschappen Miranda Jansen is er nu toch wel zo’n beetje een grens bereikt. "Masterstudenten krijgen modules arbeidsmarktoriëntatie, bachelorstudenten lopen stages en er zijn bijeenkomsten met werkveldcommissies en alumni. Wat zou je nog meer kunnen doen? Het begint me zelfs wel wat te storen dat de discussie daar zo vaak naar toe gaat, we bieden immers geen beroepsopleidingen maar academische vorming.”


 
Binnen het DUB-panel geven studenten en medewerkers hun mening over universitaire kwesties. Klik hier voor de samenstelling van het panel en eerdere discussies.

Volgens sociaal wetenschapper Peter Selten zitten universiteiten in een spagaat. Veel afgestudeerden komen terecht in beroepen waar ze niet voor zijn opgeleid en weinig afgestudeerden kiezen voor het beroep waar ze wel voor zijn opgeleid, te weten dat van wetenschappelijk onderzoeker.

“Die spagaat probeert men dan op te lossen door cursussen, begeleiding en zelfs leerlijnen arbeidsmarktoriëntatie te ontwikkelen. Die lijden allemaal aan het euvel dat ze geen duidelijke focus hebben en niet geïntegreerd zijn in het reguliere onderwijsprogramma (…).”

Dat gebrek aan een duidelijk doel leidt er volgens Selten bovendien toe dat de animo voor sommige activiteiten gering is, zeker als ze extra-curriculair zijn. “Wat mij betreft zouden universiteiten de moed moeten hebben om zowel tegen studenten als tegen de minister en visitatiecommissies te zeggen dat zij studenten opleiden tot kundige academische professionals die van veel markten thuis zijn (…).”

‘De universiteit is voor studenten die kunnen omgaan met onzekerheid’

Reacties van andere docenten waren enigszins vergelijkbaar. Studenten hebben waarschijnlijk meer aan academische vaardigheden dan aan een voorbereiding op een specifieke baan, zegt bijvoorbeeld UCU-onderwijsdirecteur Fried Keesen. Volgens hem moeten studenten ervan doordrongen raken dat studies tegenwoordig in de meeste gevallen niet meer opleiden voor één beroep. “Dus meer aandacht voor 21th century skills en reflectie op hoe je je verhoudt tot je inhoudelijke belangstelling enerzijds en werk anderzijds.”

Literatuurwetenschapper Frank Brandsma zegt: “Ik denk dat de bachelor-opleidingen vooral aandacht moeten hebben voor de ontwikkeling van de student tot “academisch professional”, die een “academisch denk- en werkniveau bereikt.” Brandsma denkt dat er vooral in de voorlichting aan aankomende studenten nog wel wat te winnen is. “Wie een snelle route naar een vast beroep wil, is met een hbo-opleiding vaak beter bediend. Wie zich wil ontwikkelen als intellectueel en als professional en met onzekerheid over de toekomst kan omgaan past op een universiteit.”

‘Veel studenten weten pas na een tijdje studeren wat ze willen’

Kunsthistorica Annemieke Hoogenboom zal het wellicht niet met hem oneens zijn. Toch ziet zij juist in het brede spectrum van mogelijke beroepen voor haar studenten een reden om wél veel te doen aan voorlichting over het werkveld. Studenten hebben immers maar een paar jaar de tijd om te bepalen welke kant ze opgaan en zich op dat vlak te scholen. Oude of moderne kunst of toch maar architectuur? Onderzoek, onderwijs, museumwereld of toch kunsthandel?

Hoogenboom probeert daarom al vanaf het eerste jaar studenten in het tutoraat en met excursies en gastcolleges zicht te bieden op mogelijke banen. Studenten volgen daarnaast stages en komen via de studievereniging en via vrijwilligerswerk of bijbanen in contact met werkgevers.  “Door dit alles zijn er steeds meer studenten die inzien hoe belangrijk het is om zichzelf als een kunsthistoricus met een uniek profiel te ontwikkelen.”

Of je studenten al vanaf dag 1 met allerlei toekomstperspectieven moet confronteren, betwijfelt bestuurskundige Jasmijn van Harten. “Veel studenten hebben pas na een tijdje studeren een beeld van wat ze willen en kunnen met hun opleiding.” Maar je kunt volgens haar wel meteen beginnen met het stimuleren van een gevoel van eigen verantwoordelijkheid. “Want je bent als toekomstig werkende zelf verantwoordelijk voor je eigen loopbaan, maar die verantwoordelijk moet je ook leren nemen.”

Ook psychologiestudent John Akerman Özguç, ten slotte, hamert op de eigen verantwoordelijkheid van studenten. “Als je niet weet wat je met je leven wilt en je stapt alleen maar naar career services om loonslaaf te worden van een bedrijf, by all means, go for it. Maar als het goed is, studeer je in eerste instantie voor jezelf, voor je persoonlijke ontwikkeling, en niet voor een bedrijf.”

De Carrièredag van de UU vindt plaats op 9 februari. Thema: Boss your future. Meer info? Klik hier.

Advertentie