Duurzame principes van de UU, maar waar trek je de grens?
Duurzaamheid is een hot item aan de universiteit die als doel heeft om in 2030 CO2-neutraal te zijn. Wat daarbij helpt is om bijvoorbeeld geen lunches meer met vlees te verkopen, energie te besparen en minder vaak te vliegen voor het UU-werk. Maar dit gaat lang niet alle studenten en docenten ver genoeg. Ook de partners van de UU moeten duurzaam zijn. Daarom overhandigde Fossil Free vorig jaar meer dan 600 handtekeningen aan het College van Bestuur om te stoppen met deze bank en over te stappen op een duurzame bank. Het leidde tot een presentatie van de ABN Amro hoe ze toch proberen duurzaam te zijn.
Gasthoofdredacteur Bert van der Zwaan stelde voor actieve studenten en jonge wetenschappers te laten meedenken. DUB nodigde een aantal actieve studenten en promovendi uit die vooral actief zijn op het gebied van duurzaamheid. Docent Mark Sanders van het Sustainable Finance Lab begeleidde het gesprek. Hij was eerder actief betrokken bij het gesprek met ABN Amro en de zoektocht naar alternatieven voor een bank.
Sanders bedacht een aantal cases die we aan de deelnemers voorleggen.
Van links naar rechts: Michiel van Veluwen, Ernst-Jan Kuiper, Emma Carpay, Mark Sanders en Oscar Kraan
Ernst-Jan Kuiper is promovendus Glaciologie bij Aardwetenschappen en actief bij Fossil Free UU. Fossile Free is een internationale organisatie die wil dat organisaties actief afstand nemen van de fossiele industrie. “Anders halen we de klimaatafspraken van Parijs uit 2017 nooit”, zegt hij stellig. Bij Fossil Free UU richten ze de pijlen vooral op de universiteit. “Je moet een principiële lijn trekken en niet met partijen als Shell , ABN Amro of het ABP samenwerken die koste wat kost proberen die fossiele brandstoffen te behouden.”
Michiel van Veluwen is student Economie, lid van de Vereniging Gereformeerde Studenten te Utrecht en actief bij Milieudefensie. Daar maken studententeams zich sterk voor duurzaamheid en organiseren zij gerichte campagnes richting de politiek voor een groene toekomst.
Emma Carpay is net afgestudeerd bij de bachelor Amerikanistiek. Dit jaar zit ze in de Universiteitsraad en heeft daar de portefeuille Duurzaamheid. In de raad zetten de studenten in op het in de praktijk brengen van wat in de strategisch plan van de UU staat: het streven naar een CO2-vrije UU. Wat ga je doen als je zegt dat je dit wilt?
Oscar Kraan is promovendus bij het Copernicus Institute of Sustainable Development van de UU waar hij onderzoek doet naar energiescenario’s. Hij vertelt dat hij zich zeker bewust is van het klimaat probleem; eerder schreef hij voor DUB een artikel waarin hij millenials aansprak op hun onbegrenste vliegdrang. Als promovendus wordt hij echter volledig gefinancierd door Shell.
Case 1: Samenwerken of niet met minder duurzame partijen?
Moet je als universiteit nee zeggen tegen een bedrijf dat voor 99 procent investeert in fossiele brandstoffen? Oscar: “Ik ben er de afgelopen vier jaar bij Shell van overtuigd geraakt dat, naast business logica, zowel externe druk van ngo’s als de interne invloed van aandeelhouders en klanten belangrijk is wanneer er grote beslissingen moeten worden genomen, bijvoorbeeld om uit de Noordpool-projecten te stappen. Maar uiteindelijk is Shell een internationaal bedrijf dat de verplichting naar zijn aandeelhouders heeft om winst maken. Als er voldoende winstgevende alternatieven zijn voor fossiele brandstoffen, zullen ze de omslag zeker maken. Met mijn onderzoek help ik ze daarbij en heb ik meegewerkt aan een project dat laat zien hoe een wereld met nul emissies eruit zou kunnen zien.
Ernst-Jan is duidelijk. “Elke investering die Shell doet in fossiele energie, is slecht voor het klimaat en gaat ten koste van de afspraken in Parijs. Daar moet je als UU niet aan mee willen werken. Zeker niet als in je strategisch plan staat dat je streeft naar een duurzame, CO2 vrije wereld.”
Michiel valt hem bij. “Je loopt het risico dat het bedrijf de universiteit voor hun karretje spant. Zelfs als het onderzoek een duurzaam karakter heeft, dan bestaat de kans dat het bedrijf dat vooral zal inzetten om het imago op te poetsen.”
Volgens Emma gaat dat te ver. Zij vindt dat de UU zeker al het onderzoek moet toetsen aan de eigen criteria. Maar de universiteit heeft ook als taak om maatschappelijke problemen op te lossen. Dan moet je soms ook met bedrijven samenwerken die nog niet duurzaam zijn. Zij pleit ervoor om al het externe onderzoek voor te leggen aan een ethische commissie. “Die kijkt of het onderzoek past binnen de duurzame criteria van de UU. Daarmee houd je als universiteit al het onderzoek transparant. Je geeft aan waarom het externe onderzoek gedaan wordt.”
Die transparantie mist Emma nu. “De vorige collegevoorzitter bleek een commissariaat te hebben bij Statoil, een Noors oliebedrijf. Dat hoorde ik als student pas achteraf. Dat kan natuurlijk niet. Je moet op die punten transparant zijn.”
Case 2: Vlees of geen vlees
Om de mogelijke criteria te toetsen heeft Mark Sanders een case uitgewerkt. Die gaat over de vraag in hoeverre een duurzame universiteit de medewerkers en studenten hun wil op kan leggen en waar de grens is als het gaat om samenwerking met bedrijven die een link met de bio-industrie hebben.
De rector heeft ooit gepleit dat je bij in de kantines wat hem betreft geen vlees hoeft te verkopen. Dat helpt de footprint van de UU kleiner te maken. Emma: “Voor mij mag het vlees verdwijnen. Toch zie ik wel problemen. Wij hebben afspraken met een cateraar. Dat moet je goed regelen. Verder heb ik er moeite mee dat je enerzijds de kantines vleesvrij zou maken, maar anderzijds wel de faculteit Diergeneeskunde ondersteunt die bijna voor een groot deel gebaseerd is op de vleesindustrie. Dat is hypocriet.”
“Vlees heeft bovengemiddeld veel klimaatimpact. En als je zelf streeft naar een duurzame samenleving, dan is het niet gek wanneer je dit als universiteit niet aanbiedt aan de studenten ”, stelt Michiel. “Als universiteit heb je dan een voortrekkersrol.”
De vraag is alleen hoe paternalistisch je moet zijn. Oscar: “Ik vind dat je studenten en medewerkers goed moet voorlichten. Zet er desnoods bij ‘dit product is schadelijk voor het milieu’, maar verbiedt het niet. Laat mensen zelf kiezen. Daardoor zorg je ervoor dat mensen, en met name studenten, zelf kritisch leren reflecteren op hun gedrag. Dat kan van grote invloed blijken op beslissingen die ze de rest van hun leven zullen moeten maken."
Wat is paternalistisch? De overheid bepaalt wel vaker zaken, meent Ernst-Jan. “Vroeger konden mensen overal in de gebouwen roken. Nu is het heel normaal dat je buiten rookt. Je kunt daarom toch afspraken maken over het verkopen van vlees?”
Case 3: Hoe onafhankelijk is een (bijzonder) hoogleraar die ook in dienst is van een bedrijf?
Michiel: “Dat moet je echt van geval tot geval bekijken en beslissen. Als een onderzoek helpt om een bedrijf, zoals Unilever, duurzamer te maken is er niets op tegen. Dan wordt het dus echt lastig om één lijn te trekken.”
Daarom wil Emma meer controle en transparantie. Ook als je bijvoorbeeld een bijzonder hoogleraar zou aanstellen. Hoe onafhankelijk is zo’n onderzoek dan nog als het via een andere club verloopt? Dat gaat niet alleen op voor een bijzonder hoogleraar van de farmaceutische industrie of Unilever. Mark geeft het voorbeeld van een bijzonder hoogleraar sociaal ondernemerschap dat wordt gefinancierd door Tony Chocolonely. “Bij elke activiteit liggen er weer repen chocolade. Maar goed, er staat niet bij dat er veel suiker in zit. Wij wisten niet dat die hoogleraar zou komen En hoe vrij is zo’n hoogleraar om ook negatieve zaken over Tony Chocolonely te benoemen?.”
Oscar: “Iedere hoogleraar moet bij zijn aanstelling toch aan bepaalde eisen en normen voldoen? Zodra je meer controle gaat eisen, zeg je eigenlijk dat je geen vertrouwen hebt in de onafhankelijkheid van je professoren”
Emma: “Hoe minder informatie over de achtergrond beschikbaar is, hoe wantrouwiger je wordt.”
Ernst-Jan zou het liefst een grens willen trekken. “Je hebt alleen invloed als je principieel bent en een grens trekt. De dreiging dat de UU weg zou gaan bij ABN Amro maakte de bank zenuwachtig. Dat zou echt slecht nieuws voor hen zijn.”
Mark: “Bovendien is het lastig wanneer je tegelijk zegt dat je 30 procent van je onderzoek uit de markt moet halen.”
Emma: “Je kan dan toch contractonderzoek doen op het gebied van duurzaamheid. Daar is wel vraag naar.”
Daarmee roert Emma een ander punt aan waar de gespreksdeelnemers zich wel in kunnen vinden. Op dit moment bestaat er nog een kloof tussen wat de UU onderzoekt op het gebied van duurzaamheid en de praktijk. Emma: “De UU zou vaker die onderzoeken zelf in de praktijk moeten brengen. Doe je een onderzoek naar het recyclen van water in wc’s, probeer dat dan zelf uit? Je laat dan als UU zien dat je wilt verduurzamen. Je maakt van de UU een duurzame proeftuin en laat transparant zien wat je doet en waarom.”
Case 4: Heeft de UU een taak om studenten duurzaam te maken?
Moet de UU bedrijven als Shell, Unilever of Rabo weigeren bij een bedrijvendag als ze niet duurzaam zijn. De meningen van de deelnemers zijn gemengd. Je kan principieel zijn door te zeggen dat elk bedrijf waarvan de doelen niet stroken met die van de UU niet welkom zijn. Aan de andere kant zijn er tal van studenten die daar graag willen werken. En de banen worden toch wel opgevuld.
Oscar: “Is het dan niet veel belangrijker om studenten kritisch te laten reflecteren over thema’s als duurzaamheid? Zou dat niet gewoon in het onderwijs moeten zitten?”
Emma: “In het strategisch plan staat dat duurzaamheid een plek in het onderwijs moet krijgen. Dat is goed. Nu is het nog erg van de opleiding afhankelijk hoe dat gebeurt, maar ik zou het goed vinden als die aandacht overal ingevoerd wordt, zelfs bij een opleiding zoals Keltische taal en cultuur.”
Mark vraagt zich nog af of die aandacht voor duurzaamheid wel in de vorm van (extra) onderwijs moet. Past het wel in het curriculum? Onderwijs gaat vaak de diepte in, duurzaamheid de breedte. Volgens hem gaat het bij dit thema meer om academische vorming.
Alle deelnemers denken dat studenten wel degelijk geïnteresseerd zijn in de toekomst van de wereld en wat zij daaraan kunnen bijdragen. Emma: “Als de universiteit kan bijdragen aan de ontwikkeling van de studenten op dit gebied, kunnen ze daarna in de maatschappij bijdragen aan een duurzame wereld. Dat zou een mooie manier zijn voor de universiteit om de wereld een beetje beter te maken.”
Bert van der Zwaan: "Als bestuur van de universiteit moet je beslissingen nemen met wie je samenwerkt en wie niet. Hoe principieel ben je? Het is lastig om criteria aan te geven. Als universiteit werken we niet samen met de wapenhandel, maar wat moet je doen in andere gevallen. Recent zijn we gestopt met een contract dat we hadden met een stichting die gelieerd is aan Philip Morris. Moet je dan ook geen geld meer accepteren van legale alcoholbedrijven of oliemaatschappijen voor maatschappelijk relevant en vrij onderzoek? Ik wilde graag weten hoe betrokken jonge mensen daarover denken. Het idee om van de universiteit een proeftuin te maken, vind ik heel aantrekkelijk, al is dat vanwege de kosten in de praktijk niet altijd mogelijk. Ook mooi is het idee dat we maatschappelijk verantwoorde studenten opleiden."