Een boos gezicht zien helpt mensen om doelen te bereiken
Wanneer mensen een beloning in het vooruitzicht wordt gesteld, kan boosheid ertoe leiden dat ze meer hun best doen om deze beloning te verkrijgen. Dat bemerkte de Utrechtse onderzoeker bij een experiment waarbij proefpersonen naar een scherm dienden te kijken waarop alledaagse voorwerpen als een pen en mok verschenen. Deze getoonde voorwerpen werden gevolgd door subliminale beelden; zogenoemde flitsbeelden die door hun snelheid onmogelijk geregistreerd kunnen worden door het menselijk bewustzijn, maar welke evengoed door het menselijk brein worden verwerkt.
Boos gezicht
De subliminale beelden bestonden uit een boos, een neutraal of een angstig gezicht; zodoende werd elk voorwerp dat de proefpersoon op het scherm zag ongemerkt gevolgd door een beeld dat verbonden was met een emotie. Na het zien van het voorwerp dienden de deelnemers te knijpen in een handgreep. Op die manier gaven ze aan hoe graag ze het getoonde voorwerp wilden hebben. Uit de analyse bleek dat de doodgewone voorwerpen die het meest gewild waren, gevolgd waren door een boos gezicht. De associatie tussen een boos gezicht en een alledaags voorwerp bleek dus het sterkst.
Evolutie
Volgens de Utrechtse psycholoog is de reactie op een object dat gekoppeld is aan een boos gezicht te verbinden aan de rol van boosheid en agressie in de evolutie van de menselijke motivatie. Bij het bemachtigen van voedsel, vooral in tijden van schaarste, was boosheid een zaak van leven of dood. Aarts: “Wie geen motivatie toonde om eten te veroveren, had vanzelfsprekend een grotere kans om de strijd om voedsel te verliezen. Met ondervoeding en uiteindelijk de dood tot gevolg.” Een object dat gekoppeld is aan boosheid mobiliseert mensen onbewust om moeite te doen om het object te krijgen.
‘Omdat ik het leuker vond’
Aarts vroeg de proefpersonen na het experiment waarom zij sommige voorwerpen liever wilden hebben dan andere. “Geen van hen had door dat ze op subliminaal niveau gestuurd waren door boze gezichten”, zegt Aarts. “Hun reactie was veelal: ‘ik wilde dat voorwerp omdat ik het leuker vond’. Daaruit blijkt wel hoe weinig we weten wat ons werkelijk motiveert.”
(Bron: Perscommunicatie UU)