Een goede scriptie schrijven doe je zo
Tijdens de opening van het nieuwe Academisch Jaar maakt de rector maandag bekend wie in het vorige jaar de Beste Masterscriptie schreef. Het gaat tussen Roel Wouters, Rick Vreman en Jochem Wijten. Wat maakt hun scripties zo geslaagd en wat kan je van ze leren?
“Een sterke bijdrage aan het vakgebied”, “veelbelovend”, “de jury was onder de indruk”, “een belangrijke bijdrage aan één van de belangrijkste wereldproblemen”, “vernieuwend onderzoek van hoge wetenschappelijke kwaliteit”, “originele invalshoek” en “prettige schrijfstijl”.
Het zijn een paar fragmenten uit het jurycommentaar op de scripties die genomineerd zijn voor de Beste Masterscriptie van afgelopen collegejaar. Dit is een prijs van 1500 euro die ieder jaar door de rector wordt uitgereikt bij de officiële start van het nieuwe collegejaar.
Studenten die minstens een 8,5 voor hun masterscriptie halen, kunnen voor de prijs worden voorgedragen door hun opleiding. Tien scripties – waaraan ruim veertig studenten het afgelopen jaar werkten – werden naar voren geschoven. Uiteindelijk werden Roel Wouters, Rick Vreman en Jochem Wijten genomineerd. Maandag 5 september horen ze wie heeft gewonnen, maar wat kunnen wij nu al van ze leren?
“Ik wil geen voorbeeld zijn voor nieuwe masterstudenten, zo van: als je het doet zoals Roel, dan komt het allemaal goed”, reageert Roel Wouters lachend. Hij schreef een scriptie over het ethische dilemma van patiënten die een DNA-onderzoek hebben ondergaan. Uit een dergelijk onderzoek kan blijken dat de patiënt een erfelijke ziekte heeft. Moet zijn familie dan worden ingelicht? En zo ja, is de arts daar verantwoordelijk voor of de patiënt?
In dit onderzoek kon Roel zowel zijn bachelor Geneeskunde, zijn master Toegepaste Ethiek en zijn geneeskundemaster combineren. Het onderwerp werd hem aangedragen door de begeleidster van zijn eerdere scriptie. “Ze had een vacature voor een promotieplek voor onderzoek naar ethische aspecten van nieuwe ontwikkelingen in de oncologie. Die kans moest ik grijpen, want ik wilde ethisch onderzoek doen én ik wil oncoloog worden. Deze afstudeerscriptie is dus één van de zes artikelen van mijn promotie-onderzoek.”
Ook bij Rick Vreman speelde een begeleider een belangrijke rol bij het tot stand komen van zijn scriptieonderwerp. Rick deed voor zijn master Farmacie onderzoek naar de eventuele winst die te behalen is als alle mensen in Amerika 20 procent minder additieve suikers zouden eten. “De economische aspecten van de gezondheidszorg hielden mij al langer bezig”, vertelt hij. “Na een gerelateerd hoorcollege ben ik naar de docent gestapt en die heeft mij met collega’s van haar in contact gebracht. Het specifieke onderwerp is tot stand gekomen in een serie van gesprekken met mijn supervisor in de Verenigde Staten.”
Volgens Rick moet je niet verwachten om meteen een kant-en-klaar, afgebakend onderwerp voor je scriptie te hebben: “Je begint globaler, daarna ga je je inlezen en er veel over praten. Uiteindelijk kom je dan vanzelf op een specifiek onderzoek dat je zelf ook leuk vindt.”
‘Iets leuk vinden’, is ook belangrijk geweest voor Roel bij de keuze van zijn scriptieonderwerp: “Ik wilde een onderwerp dat ik zo interessant vond dat ik er minimaal een paar maanden mee bezig kon zijn. Maar eigenlijk wilde ik een onderwerp dat me jarenlang zou boeien.”
Ook Jochem Wijten schreef over een onderzoek waar hij “altijd al geïnteresseerd in was”: alternatieve energie. Zijn scriptieonderwerp voor de master Nanomaterial Science zag hij als een goede kans om onderzoek te doen naar een nieuwe categorie materialen (metal organic frameworks) waarmee je het splitsen van water kan versnellen. Iets wat interessant is voor bijvoorbeeld het chemisch opslaan van zonne-energie.
Zijn nominatie voor de scriptieprijs – door de jury werd Jochem geprezen voor het feit dat hij een nog niet eerder genomen stap heeft gezet in een veelbelovende route naar katalyse van zonne-energie – was voor hem een bevestiging dat hij goed werk heeft geleverd na een jaar hard werken. “Ik hoopte daar natuurlijk op, maar nu weet ik het.”
Ook Rick vond het “erg mooi” om op een vrijdagmiddag te horen dat hij genomineerd was. “Het was een behoorlijke verrassing. Ik had er net een tentamen op zitten, dus dat was een top einde van de week.”
Tips van Rick, Roel & Jochem
1. Plan het werk voor je scriptie vanaf het begin in
2. Blijf bij de kern van je onderzoek
3. Maak een schrijfschema
4. Wees streng voor jezelf: gooi slecht geschreven stukjes weg
5. Voeg iets toe aan je scriptie wat nieuw is
6. Vraag feedback
7. Zoek snel hulp bij je begeleider als je in een dip zit
8. Neem pauze als je vast zit, dan ben je daarna weer productief
9. Werk overdag aan je scriptie, ga ’s avonds wat leuks doen
Toelichting op de 9 tips
1. Jochem: “Vanaf het begin moet je je werk heel goed plannen. Heel veel mensen beginnen hier pas halverwege of tegen het einde mee, maar dan is het kwaad al geschied en is het lastig om nog door de chaos heen te werken.”
2. Rick: “Aan het begin wilde ik alles veel te gecompliceerd maken. Mijn supervisor heeft mij toen geadviseerd nog eens goed naar mijn onderwerp te kijken en te focussen op de kern van het verhaal. Als ik dat toen niet gedaan had, zou ik nu waarschijnlijk nog bezig zijn.”
3. Jochem: “Wat bij mij heel erg heeft geholpen, is om een schrijfplan op te stellen. Eerst schrijf ik op welke hoofdstukken ik wil maken. Vervolgens bepaal ik per hoofdstuk de subkopjes. Op die manier krijg je al een grove structuur van het verhaal. Ten slotte schrijf ik per subkopje een paar steekwoorden of zinnen om de structuur te verfijnen. Aan de hand daarvan begon ik met het schrijven van de stukken waar ik op dat moment zin in had. Wanneer je zo'n plan opstelt, merk je vaak dat de structuur voor een goed verhaal vaak niet de chronologisch vertelling is van hoe je je werk hebt uitgevoerd."
4. Roel: “Het is moeilijker om stukken tekst weg te gooien, dan de goede dingen te schrijven. Niemand zit te wachten op teksten die maar langer en langer worden. Eén van de moeilijkste dingen is concluderen: dit stuk is niet goed, dit moet eruit en dit moet overnieuw. Op een avond zat ik te worstelen met een stuk tekst en toen heb ik alles weggegooid. Weken aan werk ging de prullenbak in en ik ben opnieuw begonnen. Toen vloeide alles opeens heel makkelijk uit mijn pen en had ik in één avond de basis van mijn verhaal klaar. Die stap had ik niet kunnen maken als ik niet had besloten weken aan werk weg te gooien.”
5. Roel: “Het hielp dat ik van te voren wist dat dit ook het eerste deel van mijn promotietraject zou worden en dat mijn scriptie dus gepubliceerd moest worden. Ik vond het fijn te weten dat mijn scriptie niet in de kast zou verdwijnen. Ik zei daarom tegen mezelf: alles wat ik opschrijf moet nieuw zijn. Dat is de reden waarom deze scriptie beter is dan mijn vorige, want bij mijn eerdere scriptie was alles wat ik opschreef goed maar niet perse nieuw. Dus als je schrijft, schrijf dan niet alleen voor je scriptiebegeleider, maar stap in een academische discussie en voeg iets toe aan wat er al staat. Dat maakt dat je dingen opschrijft die beter zijn en dat je er met meer plezier aan werkt.”
6. Rick: “Vraag veel om feedback en praat over je scriptieonderwerp. Ook met mensen die in eerste instantie misschien weinig met je onderwerp te maken hebben. Deze gesprekken kunnen voor interessante, nieuwe invalshoeken zorgen.”
7. Jochem: “Halverwege mijn masterscriptie had ik best veel moeite om door te zetten. Ik heb toen de professor een e-mail gestuurd of ik een keer met hem een gesprek kon hebben. Uit dat gesprek heb ik de bevestiging gehaald dat ik goed werk leverde en dat hielp mij er bovenop. Wees dus niet bang om hulp te zoeken wanneer je echt vast zit of twijfelt aan de kwaliteit van je werk.”
8. Rick: “Soms heb je echt dagen dat je niet opschiet. Je kan je niet concentreren of er komt gewoon niks zinnigs uit. Aan het begin forceerde ik dat door koffie te drinken of gewoon de hele dag te blijven zitten, maar later heb ik ingezien dat je op die dagen beter de middag vrij kan nemen. Bij mij werden zulke dagen vrijwel altijd opgevolgd door topdagen waarop ik ontzettend gefocust was en de gemiste tijd ruimschoots goedmaakte.”
9. Jochem “Ik hield de avonden voor mijzelf. Zo ging ik twee vaste dagen in de week sporten, had ik een avond waarop ik meedeed aan activiteiten van de studievereniging en sprak ik andere avonden af. Ik raad iedereen aan een dergelijk schema aan te houden. Daardoor zorgde ik er voor dat wanneer ik op de vakgroep was voor mijn thesis, ik ook echt met mijn thesis bezig was.”
Roel: “De enige afspraak die ik met mijzelf had, was dat ik niet onder een steen zou gaan leven. Ik wilde minstens één of twee keer in de week eten met vrienden. Ik ben ervan overtuigd dat niemand het volhoudt om 80 uur in de week alleen maar te werken. Door je vrienden te blijven zien, houd je het beter vol.”
De scripties lezen van Rick, Roel en Jochem? Dat kan via deze pagina. In het pandhof bij de Domtoren is er een tentoonstelling over de genomineerden voor de studentenprijzen.