Emmy Lagrange was de moederkloek van De Uithof
Meer dan dertig jaar waakte Emmy Lagrange over haar domein. In De Uitwijk, een ruimte onderin het Ruppertgebouw dat destijds nog Trans 1 heette, konden studenten terecht om een spelletje te spelen. Of even de tijd nemen om een tijdschrift te lezen. De Uitwijk had wel zo’n 140 abonnementen. En studenten konden er cursussen volgen, lid worden van een filmwerkgroep of zelf iets organiseren. Er kon heel veel.
Emmy Lagrange was in 1973 oprichter van De Uitwijk en werd door studenten en medewerkers in de decennia daarna gezien als de geestelijk moeder van het sociaal-cultureel centrum. Als het Universiteitsblad in 1995 op bezoek komt voor een interview zegt ze dat een universiteit eigenlijk meerdere Uitwijken nodig heeft. “Loop maar eens een willekeurig groot gebouw binnen waar veel mensen werken. Ga maar eens kijken in de kantines. Zie hoe druk het is, hoeveel lawaai. Daar moet je aan kunnen ontsnappen.”
Lagrange overleed op 12 februari, op 74-jarige leeftijd. Veel oud-studenten en (oud-)medewerkers hebben nog levendige herinneringen aan haar. Ze was een opmerkelijke en indrukwekkende verschijning, zo laten ze weten: “onconventioneel”, “creatief”, “rebels en opstandig”, “humorvol”, “nogal aanwezig”, maar vooral ook “sociaal betrokken”.
De Uitwijk in 1975, rechts Emmy Lagrange. Fotoarchief Ublad
Het boegbeeld van De Uitwijk was een echt product van de jaren zeventig, vertelt Miriam Hoogeveen, tegenwoordig onderwijscoördinator bij Diergeneeskunde, maar vanaf de jaren negentig jarenlang werkzaam voor Lagrange, eerst als student later in vaste dienst van de universiteit.
“De Uitwijk was een sociaal en een cultureel centrum. Die twee aspecten vond Emmy allebei erg belangrijk. Studenten moesten een eigen honk hebben én ze moesten zichzelf ontwikkelen. We hadden daarom allerlei cursussen op het gebied van de beeldende kunsten: schilderen, beeldhouwen, fotograferen. Maar ook kunstgeschiedenis en filosofie. En een cursus EHBO, dat moest je ook kunnen.”
Touwtjes weer netjes weggehaald
Maar die jaren zeventig-aanpak betekende niet dat het in De Uitwijk een ongedwongen bende was. Integendeel. Lagrange had de wind eronder en zorgde ervoor dat alles netjes op orde was. De folderkast met onder meer filmkranten en theaterprogramma’s was keurig gerangschikt. De touwtjes waaraan de flyers van De Uitwijk op verschillende plekken in De Uithof hingen, werden weer weggehaald als er niet meer aangemeld kon worden. Hoogeveen: “Als je voor haar werkte, wist je precies waar je aan toe was. Alles had een systeem en dat moest gevolgd worden. Maar het ging gepaard met veel gezelligheid en humor en ik kon dat wel waarderen.”
Van bezoekers van De Uitwijk verwachtte Lagrange dat ze zich wisten te gedragen. Daar zag ze ook nauwlettend op toe. Cursisten die niet kwamen opdagen, kregen een briefje met verzoek om uitleg. En het gesprek met de Ublad-reporter in 1995 werd door haar meerdere malen onderbroken om even wat bezoekers terecht te wijzen. “Als een akela hoedend over haar welpen”, zo omschreef de journalist haar optreden. Tegen een groepje studentes zei ze: “Jullie kennen elkaar he? Dat is heel leuk maar willen jullie niet te veel bij elkaar klitten? Dat kan vervelend zijn voor de andere cursisten.”
“Als De Uitwijk nog had bestaan, dan had ze waarschijnlijk de mobiele telefoons verboden”, glimlacht studentendecaan Frank Peters. “Die zouden volgens haar niet gepast hebben bij de manier waarop mensen met elkaar moeten communiceren. En iedereen had dat verbod vervolgens zonder wanklank geaccepteerd. Emmy wist wat ze wilde en ze wist ook wat goed was voor studenten. Ze was toch een soort moederkloek.”
De Uitwijk, jaartal onbekend. Fotoarchief Ublad
Frank Peters bracht als UU-medewerker zelf geregeld een bezoek aan De Uitwijk om even uit de werksfeer te ontsnappen. Maar hij herinnert zich vooral de betrokkenheid van Lagrange bij de bezoekers van De Uitwijk. “Ze kende haar pappenheimers. Omdat er in de rest van De Uithof natuurlijk lange tijd helemaal niets was, werd De Uitwijk voor veel eenzame mensen een soort vluchtheuvel. Als Emmy merkte dat het met iemand niet goed ging, dan verwees ze die naar mij door. Of ze vroeg aan mij hoe ze iemand zou kunnen helpen.”
Ook Hoogeveen herinnert zich die sociale bewogenheid. “Mijn afstudeerscriptie wilde niet zo vlotten. Emmy vroeg altijd hoe het ermee stond en ze dirigeerde me naar mensen die me zouden kunnen helpen. Ik heb het misschien wel aan haar te danken dat ik ooit ben afgestudeerd. Van anderen hoorde ik soortgelijke verhalen. Emmy was eerlijk en zei waar het op stond. Veel mensen hebben daar baat bij gehad.”
Daarnaast gaf Lagrange binnen De Uitwijk vaak een plek aan studenten of medewerkers die even waren vastgelopen, weet Hans van Leeuwen, informatiemanager aan de universiteit. “Emmy had altijd wel klusjes en zorgde ervoor dat mensen weer aan de slag gingen. In feite verrichte ze maatschappelijk werk voor deze grote organisatie.”
Creatieve mensen dragen geen net pak
Ondertussen was Lagrange verwikkeld in een niet aflatende strijd met het universiteitsbestuur. Hoewel ze een collegebesluit op zak had dat haar toestemming verleende om haar trouwe hond Buster mee te nemen in universiteitsgebouwen, moest ze weinig hebben van de hogere managementlagen.
Vooral het gevecht om ruimtes voor haar cursussen te vinden in het onderwijsgebouw Trans 1 was oneindig. “Dan belde ze weer op”, herinnert Van Leeuwen, lange tijd verantwoordelijk voor de zalentoewijzing aan de universiteit, zich. “Ik keek dan of ik iets voor haar kon regelen. Ze deed mooi werk, vond ik.”
Toen het Ublad langskwam in 1995 had ze net weer een akkefietje achter de rug. Door de nieuwbouw van het Educatorium zouden haar geliefde zomercursussen niet in Trans 1 kunnen plaatsvinden. Behoorlijk rampzalig. En symptomatisch voor het gebrek aan waardering, vond ze: “Ze noemen ons een jeugdherberg. Ze kunnen niet met ons scoren, want mensen die creatief zijn, dragen geen net pak.”
“Emmy is altijd dwarsgezeten", zegt Van Leeuwen. "Ik begrijp dat het geen gemakkelijke tante was, maar ik denk dat je toch wel meer begrip kunt hebben voor iemands makken. Zeker als het gaat om iemand die zoveel bijzondere dingen tot stand brengt voor de universiteit.”
Het was eerder een haat-liefdeverhouding, denkt Ruut van Rossen, hoofd campusbeheer en al lange tijd betrokken bij het universitaire vastgoedbeleid. De relatie met de toenmalige bestuurssecretaris Wim Kardux, de facto haar leidinggevende, was volgens hem een botsing van twee werelden. “Wim keek naar de strategie en de grote lijn, maar Emmy opereerde op een ander schaalniveau. Zij probeerde Wim te verleiden tot beslissingen in haar voordeel. Dat ging dan over haar budget en over haar voorstellen. Dat paste natuurlijk helemaal niet in de planning en controlcyclus, maar omdat het moeilijk was om nee tegen Emmy te zeggen worstelde Wim daar wel mee.”
Ten tijde van het interview in 1995, leek de ergste kou ook weer even uit de lucht. “Zie ik er zo kwetsbaar uit?”, grijnst Lagrange naar de journalist. “Heb je wel naar mijn omvang gekeken.”
Rollen papier geritseld
Terugkijkend is er toch vooral bewondering voor de energie, de vindingrijkheid en het doorzettingsvermogen waarmee Lagrange drie decennia haar Uitwijk leven bleef inblazen. Emmy kende iedereen in de culturele sector en wist ook iedereen voor De Uitwijk in te zetten. In de beginjaren traden zelfs cabaretiers als Koot en Bie op in De Uitwijk.
Verder stond ze bekend als “een echte ritselaar”. Peters ziet haar nog aan komen rijden in haar volgeladen jeep, waarin nog maar net een plek over was voor Buster. “Ze had altijd honderdduizend ideeën en ze wist steeds weer ergens gratis of voor een zacht prijsje materiaal op de kop te tikken.
Van Rossen: “Als je iets overhad, dan wist Emmy er altijd een bestemming aan te geven. En ze hamsterde ook graag.” Van Leeuwen: “Dan had ze weer ergens bij een papierboer rollen papier meegekregen. Ik zei altijd: dat moet je gewoon opvoeren in je begroting, want dat is noodzakelijk voor draaien van De Uitwijk. Daar krijg je later last van als het niet meer lukt. Maar daar wilde ze niets van horen.”
Hoogeveen herinnert zich veel en goedgevulde voorraadkasten (“de potten pindakaas voor de lunches van de zomercursussen stonden klaar”) en massa’s beeldhouwstenen in een kelder van Trans 1. “Emmy was enorm tegen verspilling. Bovendien was alles geschikt om kunst mee te maken. Als er bij een verhuizing ergens een container klaarstond om afgevoerd te worden, wilden Emmy daar vaak eerst even een kijkje innemen.”
De Uitwijk in 1998. De Amerikaanse president Clinton op tv naar aanleiding van de Lewinsky-affaire. Fotoarchief Ublad
Lagrange vertrekt in 2005 uiteindelijk op een minder prettige manier van de universiteit. De Uitwijk moest fuseren met het cultureel centrum Parnassos in de binnenstad en de rol van Lagrange was uitgespeeld. De universiteit wilde een andere koers varen dan Lagrange. Haar zomercursussen trokken bijvoorbeeld vooral veel niet-studenten, zo werd geconstateerd.
“Ze had een hart van goud maar werd in de verzakelijkte universiteit steeds meer een anachronisme”, stelt Van Rossen. Lagrange zelf zou die term ‘anachronistisch’ misschien wel als geuzennaam hebben omarmd. In het Ublad-interview in 1995 erkent ze al “met een trotse grijns” dat De Uitwijk eigenlijk uit de tijd was. “In je oubolligheid vertegenwoordig je een traditie”, zei ze. “In het gebouw van het corps is toch ook al bijna vijftig jaar niets veranderd?”
Binnen de universiteit wil niemand veel zeggen over de precieze gang van zaken rondom haar vertrek en zelf liet ze er ook niet meer veel over los, maar Lagrange weigerde een feestelijk afscheid en zou nog jaren tegen de universiteit procederen. Van Leeuwen en Peters zagen hoe Lagrange in die jaren het gevecht moe was geworden. Peters: “De glans uit haar ogen was verdwenen.”
Na haar vertrek heeft Lagrange nog veel mensen geholpen met haar ideeën, laat haar partner weten. Verder heeft ze nog veel gewandeld met de honden en door Europa gereisd. Kortom: genoten van het leven.
In zijn DUB-column Baaierd concludeert Hans van Leeuwen deze week dat met het vertrek van Lagrange "de laatste gezelligheid en de menselijke maat uit De Uithof verdween".
Als tastbaar bewijs van de eigenzinnigheid van de godmother van De Uitwijk, zoals HU-magazine Trajectum haar ooit typeerde, rest nog de tuin die ze aanlegde voor de deur van het sociaal-cultureel centrum. Samen met studenten maakte ze een ontwerp en gebruikte ze restmaterialen als dakpannen om de directe omgeving wat op te fleuren. Om een vergunning of toestemming was niet gevraagd. “Dat is toch fantastisch”, zegt Van Leeuwen. “Het heeft jaren geduurd voordat de universiteit dat Leuvenplein eens ging opknappen. Zij begon gewoon, en het staat er nog steeds.”
Emmy Lagrange in 1988, fotoarchief Ublad