Op stap in het Werkspoorkwartier

‘Er hangt hier een soort festivalsfeer’

Kabul à GoGo. Foto: Tanno Witkamp
Kabul à GoGo. Foto: Tanno Witkamp

Hoewel de binnenstad enorm veel kroegen heeft, heeft Utrecht niet een paar grote clubs. Dat werd als een gemis ervaren, bleek uit een enquête onder bewoners (zie kader). Er is vraag naar vernieuwing en meer diversiteit. En niet alleen in de binnenstad, er moet ’s avonds en ’s nachts ook juist meer te doen zijn in een aantal buitenwijken. Het werkspoorgebied rondom de Nijverheidsweg achter station Zuilen is hier een voorbeeld van.

Ten westen van het Julianapark hebben ondernemers de afgelopen jaren niet stil gezeten. Hier hebben zij uitgaansgelegenheden met ruimte voor subculturen en creatieve podia geopend. Er is een aardige mix ontstaan. Veel van deze gelegenheden zijn wat minder mainstream dan de meeste [KG(1] clubs in het centrum van Utrecht. Er worden regelmatig wat meer experimentele evenementen georganiseerd, met bijvoorbeeld elektronische muziek, live acts of performances. 

De ondernemers hebben volop gebruik gemaakt van de gebouwen en sfeer van het voormalige industrieterrein. Zo kun je bijvoorbeeld de hele nacht dansen in de oude wasruimtes van de Werkspoorkathedraal bij club WAS, waar je de oude badkamertegels en kranen nog kan zien zitten. Creatieve broedplaats de Nijverheid heeft juist meer een festivalachtige locatie. Met een atelier, studio, café en minimuseum valt er altijd wel iets te ontdekken en bewonderen op de locatie. Ook nieuwe nachtclub Kabul à GoGo haalt karakter uit het rauwe randje van de oude loods. De ruimte is enorm, met bizar hoog reikende plafonds en oosterse tapijten aan de wanden. 

KABUL-a-Go-Go. Foto: Tanno Witkamp

Kabul à GoGo. Foto: Tanno Witkamp

WAS Foto: WAS

WAS Foto: WAS

Dat ‘bewust ergens naartoe gaan’, is nou net wat Wolfer, een 19-jarige psychologiestudent mist aan het uitgaan in de binnenstad. Voorheen ging hij vooral uit in Amsterdam, maar toen hij in Utrecht ging wonen, voelde uitgaan een beetje als een anticlimax. “Waar ik kwam in de stad waren mensen heel dronken. Ze kwamen niet voor de muziek en waren er vooral om te zuipen of om bijvoorbeeld te zoenen. Omdat de Nijverheidsweg en Cartesiusweg buiten het centrum liggen, ga je erheen met een doel. Mensen komen daar juíst voor de muziek of een bepaalde dj. Je voelt dat er dan meer ruimte is voor een community. In de binnenstad komt echt iedereen. Dat zie je bijvoorbeeld bij de technoclub Basis. Hoewel de muziek daar vaker centraal staat dan in een kroeg, komen er alsnog veel dronken mensen en dat merk je ook op de dansvloer.’’ Wolfer ziet de nieuwe uitgaanslocatie niet per se als een alternatief voor de binnenstad, maar als een aanvulling. Volgens hem trekken beide locaties een andere doelgroep, omdat er verschillende ervaringen wordt geboden. 

In de kinderschoenen
Ook Levi voelt de aantrekkingskracht van het voormalige industrieterrein. Overdag kan hij zich prima vermaken in het centrum van Utrecht, maar de binnenstad kan hem niet mee de nacht in trekken. Hij is 21 en heeft de dansopleiding afgerond en hoewel hij niet meer in Utrecht woont, komt hij er nog graag. “Uitgaan zie ik als nieuwe ervaringen opdoen, met veel dansen en mensen ontmoeten. De binnenstad van Utrecht past voor mij niet in dit plaatje. Dit komt denk ik omdat we niet een echt uitgaansgebied hebben zoals een stad als Amsterdam of Eindhoven bijvoorbeeld wel heeft. Het gebied in Zuilen is lang nog niet af en daardoor heel kneedbaar. Dat geeft misschien geen zekerheid voor een spectaculaire avond, maar het is wel verrassend en dat spreekt mij aan.’’ 

Naast het aanbod van uitgaansgelegenheden is er door de open en laagdrempelige sfeer ook veel ruimte voor creatieve geluiden. Bijvoorbeeld bij de Nijverheid, waar Levi ook regelmatig een plek op het podium pakt. “Kleine organisaties bieden een podium aan kleine artiesten. Podium Luid organiseert bijvoorbeeld dit soort avonden. Een programma kan er daar heel divers uitzien. Je kan zelfgeschreven liedjes, dans, gedichten of zelf een modeshow verwachten. Het doet veel goeds voor de creatieve scene in Utrecht. Doordat je een podium krijgt, kom je snel in contact met andere mensen uit de kunstwereld.’’

Vrijhaven De Nijverheid. Foto: Lisanne Lentink

Vrijhaven De Nijverheid. Foto: Lisanne Lentink

Nieuw ondernemerschap 
Omar Waseq was een van de eerste ondernemers die zich buiten de binnenstad vestigde. Ongeveer zeven jaar geleden opende hij de deuren van het Filmcafé aan de Cartesiusweg in Utrecht. De locatie was uniek: een oude busloods – het CAB-gebouw - op een industrieterrein. Zoiets had de gemeente nog niet eerder toegestaan. De Utrechtse standaarden werden hiermee opgerekt en dat was volgens Waseq hard nodig. “Horeca mocht voorheen niet in een loods, maar op deze manier kreeg de alternatieve horeca wel een plek en kreeg Utrecht opeens potentie’’, vertelt hij. ‘’Het Filmcafé, en de Nijverheid die snel volgde, werden razend populair. De meeste mensen leken het geen probleem te vinden om een stukje verder te moeten fietsen voor een gezellige avond.’’

In de binnenstad had hij dit niet kunnen doen, zegt hij. “Uitgaan in de binnenstad verdwijnt steeds meer omdat het vaak overlast veroorzaakt voor omwonenden. Deze klachten worden steeds meer serieus genomen en dat is natuurlijk terecht. Op een industrieterrein woont niemand. De locatie van het Nijverheidsgebied is een mooi alternatief voor podium, kunst en nachtleven. Je ziet ook dat steeds meer ondernemers naar dit gebied trekken.’’ Het Filmcafé bestaat niet meer toen het CAB-gebouw in 2021 door brand werd verwoest. Nu richt hij zich op zijn club Kabul à GoGo die dit voorjaar opende en waarin ook Teatro, dat moest vertrekken uit de binnenstad, een plekje krijgt. 

Screenshot Google Maps

Balans tussen leefbaarheid en levendigheid
Naar aanleiding van een enquête in 2022 waar naar voren kwam dat het uitgaansleven in Utrecht een boost nodig heeft, schreef de gemeente de Utrechtse Nachtvisie 2030. Hierin wordt de ambitie uitgesproken om van Utrecht een stad te maken waar iedereen zich welkom voelt in het nachtleven.

De gemeente speelt hierin een actieve rol, zegt woordvoerder Eleanor Crick. “We hebben een nachtcoördinator en nachtoverleg, hierdoor weten we goed wat er speelt en wat nodig is in de stad. Ook hebben we de opdracht om drie nieuwe locaties voor nachtcultuur te vinden voor 2027 die bijdragen aan een divers aanbod in het nachtleven.” Te denken valt bijvoorbeeld ook aan het Berlijnplein in Leidsche Rijn. “Bij startende ondernemers denken we mee over welke vergunningen ze nodig hebben en helpen we hen wegwijs maken binnen de gemeentelijke procedures. Ook zijn er meerdere subsidieregelingen voor culturele broedplaatsen.’’
Maar de balans tussen leefbaarheid en levendigheid mag niet uit het oog worden verloor, zegt ze. Ook niet voor de ‘buitengebieden’. Dat wil ze doen door goed te communiceren met de ondernemers, vergunningsbeleid en handhaving. 

Advertentie