Frank Gerritse kijkt in de spiegel van de campuscolumnist
Geneeskundestudent Frank Gerritse was afgelopen jaar de campuscolumnist. DUB zoekt nu een opvolger die in januari het stokje overneemt. Frank kijkt alvast terug en onderwerpt zichzelf aan een kritisch interview.
Wat betekent het voor mij om campuscolumnist te zijn?
Daar kan ik vrij kort over zijn: elke twee weken een column typen. Een enkele keer word je door een vreemde herkend op straat of tijdens een kringverjaardag.
Had ik dat op voorhand ook zo gedacht?
Het komt over het algemeen overeen met mijn verwachtingen. Het enige wat ik tot nu toe een tegenvaller vind is dat ik het In tegenstelling tot mijn voorgangster tot op heden moet stellen zonder contract bij de Telegraaf (of ander papieren vehikel voor mijn part). Na dit jaar ben ik dus werkloos columnist tegen wil en dank. Dit is dus meteen een open sollicitatie (reactie via redactie). Heus, ik ben niet zo duur.
Kijken studiegenoten en docenten nu anders tegen mij aan?
De eerste maanden van mijn campuscolumnist zijn ging alles zijn gangetje. Blijkbaar is DUB niet erg bekend bij de bewoners van de faculteit Geneeskunde. Gaandeweg begonnen mijn studiegenoten echter door te krijgen dat ik als columnist soms wel eens situaties vastlegde die zij van dichtbij meemaakten. Dit zorgde dan wel eens voor een kortdurend wantrouwen. Maar als ze doorkregen dat ze van mij niets te vrezen hebben, verdween dat even snel als het gekomen was.
De laatste tijd komen medestudenten af en toe naar mij toe om een onderwerp aan te dragen. Zo werd ik aangemoedigd over de Keurmerkkoorts. Aan docenten en artsen heb ik eigenlijk niets gemerkt, behalve een sporadische aanmoediging. Zo is mij onlangs ter ore gekomen dat schrijvende medici een significant betere carrière in het verschiet hebben. Je begrijpt, ik houd m’n hart vast voor als ik straks, na het campuscolumnistschap, niet snel ergens anders aan de bak kom als columnist.
Ben ik anders tegen de Universiteit Utrecht aan gaan kijken?
Mijn kijk op de universiteit is niet wezenlijk anders geworden. Hoewel ik moet zeggen dat men wellicht soms iets minder open staat voor kritiek dan men graag doet geloven. Een kritische column over promovendi werd niet bepaald goed ontvangen in de hoge sferen en dat had ik totaal niet verwacht. Ook op een verhaal over de de onderzoeksmaster kwam commentaar. Als columnist moet je denk ik niet een andere bril op willen zetten. Je moet het dicht bij jezelf houden.
Wat zijn de belangrijkste eisen die ik stel aan een column?
Een goede column bevat een spitse mening of een goede anekdote, liefst met een leuke clou (zonder dat die per se al meteen wordt weggegeven in de titel). Het moet snel en scherp, uitgebreide nuanceringen zijn voor in dikke boeken die niemand leest.
Hebben mijn columns effect gehad en op welke wijze dan?
Ik zou niet durven zeggen dat mijn columns ook maar enig effect hebben gesorteerd. Ik heb daar in elk geval niet bijster veel van meegekregen het afgelopen jaar. Maar ik moet ook zeggen dat dat geen primair doel is geweest. Ik wilde hooguit af en toe ergens een speldenprikje uitdelen, daar hoeft voor mij ook niet zo nodig meteen een gevolg te hebben.
Over welke columns ben ik het meest tevreden en welke columns bezorgden mij een slapeloze nacht?
Over het algemeen ben ik, zoals de meeste schrijvers en acteurs, het meest tevreden over mijn laatste werkje. Als je dat niet bent, moet je je denk ik afvragen of het wel goed genoeg is. Echt favorieten heb ik dus niet, te meer omdat mijn columns nogal breed zijn geweest qua onderwerp.
Maar er zijn inderdaad wel een paar columns die, ik zal daar niet omheen draaien, invloed hebben gehad op mijn nachtrust. Slapeloos is geen goed woord, maar van met name de eerder genoemde column over de onderzoeksmaster heb ik wel slechter geslapen. Die kritiek kwam dus pas achteraf. Tijdens het bedenken en opschrijven hebben columns nooit invloed op mijn nachtrust.
Ben ik als campuscolumnist zelf dingen anders gaan doen, zoals twitteren of het bezoeken van vergaderingen?
Hoewel ik niet zo’n fan ben van de sociale media, ben ik sinds mijn verkiezing tot campuscolumnist gaan twitteren (@FLGerritse). Op zich een grappig medium waar je af en toe echt iets aan hebt en dingen mee kunt bereiken, al is het aantal mensen onder de 30 bijna op de vingers van een hand te tellen. Verder ben ik eigenlijk niet zoveel anders gaan doen. Ik denk ook niet dat je dat moet gaan doen als (campus)columnist. Je moet de inspiratie voor je stukjes gewoon halen uit je dagelijks leven. En vooral niet denken dat dat leven niet interessant genoeg is voor mensen om te lezen.
Wat zijn mijn tips voor de komende campuscolumnist?
Ik zou het heel leuk vinden als de volgende campuscolumnist, na twee studenten, eens een keer een medewerker van de UU zou zijn. Gewoon eens een fris geluid ‘van de andere kant’ van de universiteit, lijkt mij fantastisch.
Enfin, dat gezegd hebbende, tips? Tips genoeg! Laat je niet verleiden voor een fotoshoot te poseren op een skippybal. Schnabbel niet te veel, draaf nergens op als het favoriete paard van de keizer, ga zeker je columns nergens voorlezen. Columns doen het vaak het beste op papier (liefst zelfs in kolommen), sinds G.B.J. Hiltermann is de gesproken column eigenlijk dood. Probeer niet een uur voor de deadline geforceerd een column uit te persen, begin op tijd en werk desnoods, als je de mogelijkheid en de inspiratie hebt wat vooruit.
DUB is een digitaal ‘blad’, houd dat in gedachten voor je columns. Je kunt dus, in tegenstelling tot op papier, links gebruiken. Doe dit wel gedoseerd. Dosering is sowieso goed, probeer je columns en onderwerpen afwisselend te houden. Let tot slot op eenzijdig opgelegde mediacodes van je faculteit. Je weet het misschien nu nog niet, maar het zou zomaar kunnen dat je van je faculteit niet zomaar mag schrijven wat je wilt, zoek dat van te voren uit (en vind een manier om dat te omzeilen).
Meedoen aan de competitie van de campuscolumnist kan nog tot 1 december. Stuur 2 columns over het universitaire of studentenleven van maximaal 500 woorden naar m.j.agterberg@uu.nl