Gebonden aan het Merwedekanaal

Het Utrechtse roeiwater is te krap, vinden ORCA en Triton. Bovendien willen ze graag een nieuw clubhuis. Al ruim tien jaar wordt er gekeken naar alternatieven, maar een echte doorbraak blijft uit.

Eén skifje dat maar net op tijd aan de kant gaat en één keer aan de erg late kant voorrang bij het onderdoorvaren van een brug. Dat is de score als de eerstejaars ‘zware Acht’ van ORCA op en neer heeft geroeid vanaf het clubgebouw naast de A12 naar de Muntsluis aan de Keulsekade.

Van ongestoord trainen is geen sprake. Jammer, want Sjoerd Hamburger die in de Holland Acht naar de Olympische Spelen in Londen gaat, is vandaag als gastroeier aan boord.

“Het gaat vaak maar op het nippertje goed,” zegt Nina Wingens (26). Ze is stuur en coach van een damesploeg. Die dames merken soms niet eens dat het achter hun rug bijna fout gaat. “Maar als stuur krijg je vaak een hartaanval.”

Macht
Eind vorig jaar luidden de roeiverenigingen de noodklok. In een bijeenkomst met gemeenteraadsleden legden ze uit graag meer betrokken te worden bij beslissingen over het Merwedekanaal, ook wanneer het om kleine zaken gaat. Volgens Ernst de Pee, vice-voorzitter van ORCA. is die bemoeienis nodig om de belangen van de verenigingen in de gaten te blijven houden.

Het is er smal. Veel woonboten hebben een terras naast hun boot, en dat is toch weer één meter die van het kanaal afgaat. Je kan op sommige punten nauwelijks passeren met twee boten.

Zeker als er in de zomer ook nog eens pontons dubbel aangemeerd liggen in de beruchte bocht in het Merwedekanaal is het opletten geblazen. Dat is niet iets waar roeiers op zitten wachten. Die zijn liever met hun 'haal' bezig, dan met het scheepsverkeer.

Het Merwedekanaal is daarom niet optimaal om te trainen voor topsport, zegt Claudia Belderbos. De Orca-roeister gaat zeer waarschijnlijk in de vrouwenacht naar de Olympische Spelen in Londen.

Ik ben er geen held in; skiffen met al die vrachtschepen op het kanaal. Je kijkt de hele tijd achterom, maar toch mis je weleens wat. Met de gemeente zitten we op een kritiek punt: wat is het ze waard om topsporters in Utrecht te houden?

"Ik hoop maar dat ze de Acht gezien hebben”, zegt Jeemijn Scheen, bestuurslid van ORCA, als we meefietsen met de speciale training van de eerstejaars zware Acht. Ze wijst naar twee skifjes, de Acht ligt op ramkoers met één van hen.

De Acht snijdt met volle vaart door het water en nadert snel. Het skifje ziet de boot op tijd en beweegt zich naar de kant. Voor de roeiers is dit de normaalste gang van zaken, maar iedereen beseft dat toeval en geluk meespelen.

Vraag ernaar, en de meest recente ongelukken worden voor de geest gehaald. Fenna Wassenaar, ab Actis van Triton: “Vorig jaar lagen twee meisjes hier voor de loods dwars op het kanaal. Daar is een Acht op volle snelheid op ingevaren, hun boot lag in tweeën.”

Rijnenburg
Een oplossing voor alle problemen zou een verhuizing van de roeiers naar een nog aan te leggen stadsdeel Rijnenburg zijn. In de plannen voor bebouwing van de polder ten zuidwesten van knooppunt Oudenrijn was aanvankelijk een roeifaciliteit opgenomen van Olympische allure, vergelijkbaar met de Bosbaan in Amsterdam.

“Dat zou ideaal zijn”, reageert De Pee. “Het liefst heb je natuurlijk een recht stuk van minstens twee kilometer, net als op de Bosbaan. Dan heb je geen tegenliggers of pleziervaart.”

De komst van de baan in Rijnenburg is echter allerminst zeker. Door de crisis is het maar de vraag of de geplande woonwijk er wel komt, laat staan de roeifaciliteiten.

Belderbos zou na de Olympische Spelen in Londen het liefst op de nieuwe baan trainen: “Ik kom graag terug naar Utrecht om dáár te roeien.”

Maar Orca-voorzitter Jochum Beetsma rekent er voorlopig niet op: “Het lijkt er nu op dat die baan er niet binnen vijf jaar is. Wij gaan er vanuit dat we gebonden zijn aan het Merwedekanaal.”

Loods
En dan is er nog het clubgebouw, pal naast de A12 aan het Merwedekanaal. Dat is niet meer van deze tijd. De verenigingen klagen over weinig ruimte en hoge stookkosten.

Zeker nu de kans het grootst lijkt dat het Merwedekanaal de komende jaren hét roeiwater van Utrecht blijft, steken de verenigingen hun energie vooral in de mogelijke komst van een nieuwe loods.

“Het renoveren van het huidige gebouw is geen optie”, zegt Beetsma, want dan zouden niet alle problemen in één keer aangepakt kunnen worden. Naast ruimtegebrek zijn dat ook nog de gebrekkige ventilatie en isolering van het gebouw.

Wanneer de zware Acht hun boot naar buiten dragen, is te zien dat dit met militaire precisie gebeurt. Als een drilsergeant roept stuur Anne Berends dat de boot opgetild, gekanteld of in het water gelegd moet worden. De krassen en butsen in de deurpost laten zien dat dit niet altijd goed gaat.

Hoeveel dat allemaal kost is lastig te zeggen, geeft Jesse Zwemmer, materiaalcommissaris bij ORCA, aan: “Maar alleen al een nieuwe rigger [het metalen onderdeel waar de riemen op rusten mk.] kost 120 euro.”

‘Omklapvariant’
De hoop van de bestuursleden van de roeiverenigingen is vooral gevestigd op een nieuwe loods op het oude Befu-terrein, dicht bij het huidige onderkomen van de roeiers. De verenigingen zouden naar het terrein van de vroegere betonmortelcentrale verhuizen, terwijl projectontwikkelaar Bouwfonds op hun huidige terrein studentenwoningen zou realiseren.

In gemeentelijke beleidstermen heet dit de ‘omklapvariant’. Een deel van de opbrengsten van de woningen moet worden gebruikt om de aankoop van het voormalige Befu-terrein te financieren. Maar door de crisis vallen die inkomsten tegen, heeft Bouwfonds inmiddels aangegeven.

Beetsma: “We zijn nu afhankelijk van andere partijen, we kunnen niet uit het niks een nieuw gebouw neerzetten. Het is lastig om in deze tijden geld van de gemeente of van de universiteit te vragen, dat is ook nooit onze insteek geweest. We zullen moeten afwachten.”

 

Advertentie