Gezondheidsrisico's komen harder binnen na eigen onderzoek

StudieGlobal Sustainability Sciences
Naam vakEnvironmental Health
Niveau, hoeveelstejaarsvakBachelor niveau 3, derdejaarsvak
WaarNieuw Gildestein 3.82
Datum en duur28 juni, 9:00-12:45
DocentUlrike Gehring en Mieke Lumens
Aantal studenten die vak volgen24
Aantal aanwezigen16
VoertaalEngels

Wat mij vooral is bijgebleven, is het veldwerk dat ik moest doen. Twee middagen in de week ging ik gewapend met een rugzak vol meetapparatuur door Utrecht fietsen. Ik onderzocht samen met een paar medestudenten hoe het zat met luchtvervuiling in Utrechtse parkeergarages. Dat viel uiteindelijk wel mee, maar ik herinner me nog mijn verbazing toen ik na afloop onze grafiek met meetresultaten zag. Er waren hier en daar enorme sprongen in luchtvervuilingsconcentraties op te zien. Wat bleek, dit waren de momenten dat we van garage naar garage fietsten, door het centrum van Utrecht. Dat het niet altijd even goed gesteld is met de luchtkwaliteit is op zich niets nieuws, maar wanneer je het zelf hebt gemeten, dringt zoiets pas echt tot je door.

Vanwege de impact die dit onderzoek op mij had, besluit ik het laatste college van het blok (op 28 juni 2018) bij te wonen. In dit college presenteren de studenten de resultaten van hun literatuuronderzoek. Om vijf voor negen neem ik ergens achterin het lokaal plaats. Behalve de docenten zitten er slechts twee andere studenten in het lokaal. De docenten vertellen mij in de tijd die rest tot het college echt van start gaat, dat het 'veldwerk' nog steeds bij dit vak hoort. Het labwerk is geschrapt: te veel werk, te weinig concrete resultaten. Bovendien hebben de meeste studenten die dit vak volgen weinig tot geen labervaring. Inmiddels zijn tegen kwart over negen de meeste studenten binnen en gaan de presentaties van start.

Armoede, milieuzones, bijen en stoflongen
In totaal passeren vijf onderzoeken de revue. Van ziekmakende stoffen als kwik, silica en glyfosaat tot het effect van milieuzones in een stad en van transformatorhuisjes in de bebouwde omgeving. Het onderzoek van het eerste groepje gaat over kwikvervuiling en de negatieve effecten daarvan op de menselijke gezondheid. Zij hebben voor hun onderzoek gekeken naar bepaalde vormen van goudwinning waarbij kwik een nevenproduct is. Kwik wordt, zo vertellen de studenten, meestal verbrand, waardoor het in de atmosfeer, de bodem en het water eindigt. Mensen kunnen met deze giftige stof in aanraking komen door verontreinigde lucht in te ademen maar komt dichter bij huis wanneer je hoort dat via het water het kwik in vissen komt die wij zouden kunnen eten. Kwik zorgt bij mensen voor neurologische schade, long- of nierproblemen en cel- of dna-schade. Hoe voorkom je dit? Win goud op een manier dat er geen kwik vrijkomt, draag beschermende kleren, en vermijd het eten van besmette vis. Klinkt vrij eenvoudig, tot je bedenkt dat goud vooral gewonnen wordt in gebieden met enorme armoede, wat al meteen een mogelijke verklaring geeft waarom deze gezondheidsproblemen er überhaupt zijn.

De tweede presentatie gaat over silica, een veel gebruikt mineraal dat gebruikt wordt in de bouw. Mensen die tijdens hun werk hiermee in aanraking komen, hebben vanwege al die kleine stofdeeltjes die ze inademen een verhoogd risico op ziektes als longkanker en silicose (een vorm van stoflongen). Silicose kan dan weer de longen gevoeliger maken voor infecties, zoals bijvoorbeeld tuberculose. In Nederland hadden mijnwerkers hiervan last, maar tegenwoordig  is dit niet meer een probleem. Dat is anders in landen zoals Brazilië en China, waar bijna de helft van alle werknemers die met silica werkt, silicose krijgt. De oplossing van de studenten? Stofmaskers, betere ventilatie, en het gebruik van water om verstuiving tegen te gaan. Dit lijkt voor het grootste deel ook steeds vaker te gebeuren, gemeten silicaconcentraties nemen namelijk al jaren af, zeggen ze.

Transformatorhuisje
De volgende drie onderwerpen komen dichter bij huis. De studenten constateren dat de lucht schoner lijkt te worden in steden met een milieuzone. Dit type zones zijn veelal te vinden in drukke steden. Sterk vervuilende voertuigen mogen hier niet komen. Europa kent zo'n tweehonderd van dit soort zones, hoor ik,  waarvan het merendeel in Italië en Duitsland te vinden is. Of de emissies in die steden ook echt afneemt door de milieuzone is niet vast te stellen. Er kunnen ook andere factoren een rol spelen.

Dan de transformatorhuisjes. Dit zijn elektriciteitshuisjes waar hoogspanning omgezet wordt in laagspanning om het voor consumenten geschikt te maken. Ze staan overal. Vaak weten mensen niet eens dat ze er vlakbij wonen. Of bovenop. De elektromagnetische straling die van een dergelijk huis afkomt, kan schadelijk zijn voor de gezondheid. Mogelijk is er een verhoogd risico op hersen- en borstkanker. Gezien het grote aantal transformatorhuisjes in de bebouwde omgeving is het verrassend dat er zo weinig onderzoek naar is gedaan, laten de studenten weten. De studenten, van wie er één zelfs pal  naast een transformatorhuisje woont, raden aan om ze uit voorzorg niet te dicht bij woonhuizen te plaatsen.

Over naar de studenten die literatuuronderzoek hebben gedaan naar glyfosaat. Deze omstreden verdelger van onkruid en (indirect) bijenpopulaties wordt nog steeds veel gebruikt. Glyfosaat verstoort de werking van darmbacteriën en is in verband gebracht met kanker in het lymfestelsel en nier- en dna-schade. Ondanks de classificatie van glyfosaat door het internationale instituut voor kankeronderzoek (IARC) als een “waarschijnlijk kankerverwekkende stof” heeft de EU vorig jaar haar beslissing het in de ban te doen wederom vijf jaar voor zich uit geschoven. Ironisch genoeg werd tijdens een kleine steekproef voorafgaand aan deze beslissing glyfosaat in de urine van iedere Europarlementariër gevonden.

Participatie kon beter
Het vak lijkt nog heel erg op het vak dat ik jaren geleden volgde. Groot verschil is het aantal internationale studenten dat het vak volgt. In mijn tijd waren dat er beduidend minder. De opzet van het vak is tamelijk hetzelfde, namelijk de eerste zeven weken hoorcolleges en groepswerk gevolgd door een toets, een paar weken veldwerk waarbij studenten metingen verrichten in Utrecht, en afsluitend een literatuuronderzoek met presentaties. Het vak wordt ook nog steeds gegeven in een goed verstopt lokaal in een uithoek van het labyrinth van Nieuw Gildenstein, waarin ik wederom weet te verdwalen na afloop.

Docent Ulrike Gehring evalueert na afloop van het college het vak. Ze vindt dat de participatie van studenten te wensen overliet, voornamelijk bij de hoorcolleges. Te weinig studenten kwamen 's ochtends opdagen voor de colleges en degenen die wel kwamen, waren veelal te laat. En ja, er was inderdaad bewust gekozen om de presentaties pas te laten beginnen om kwart over negen. Mijn eerste indruk toen ik het lokaal binnenliep, lijkt dus vrij representatief te zijn voor hoe het er bij de andere colleges uitzag.

Enkele studenten laten weten dat zij graag wat meer samenhang in de opzet van het vak hadden gezien, waarin bijvoorbeeld de literatuurstudie en het veldwerk niet langer twee losse onderdelen zijn, maar twee aspecten van hetzelfde onderzoek. Volgens de docenten is dit iets waar ze al vaker over hebben nagedacht, maar waarvoor ze uiteindelijk bewust niet kozen vanwege de beperkingen die dit zou veroorzaken voor de onderwerpkeuze van het literatuuronderzoek. Door studenten zich in door henzelf gekozen onderwerpen te laten storten, komt de kracht van een vak als dit het best tot zijn recht, zeggen ze. Opeens sta je dan stil bij dat stof dat opstuift bij die bouwvakkers die bij jou in de buurt aan het werk zijn, de lucht die je elke dag op weg naar school inademt, of bij de glyfosaattomaat die op je boterham zit.

Advertentie