Onderzoek Rutgers naar normen binnen traditionele studentenverenigingen
'Het idee dat mannen recht hebben op seks, is schadelijk'
Uit het onderzoek dat Rutgers Expertisecentrum Seksualiteit liet doen door Iris Huis blijkt dat de mannelijke leden onderling veel saamhorigheid ervaren, maar dat er ook een ‘harde’ sfeer heerst. De verenigingen zijn erg hiërarchisch. Ontgroeningen, statusverschillen en je ‘meer of minder’ voelen dan een ander op basis van je jaarlaag, huis, dispuut of club zijn alomtegenwoordig.
Vrouwonvriendelijke taal onder mannen is onderdeel van die ‘hardheid’, net als de groepsdruk om te drinken en seks te hebben. Zo checken mannen vaak bij elkaar of ze seks hebben gehad, en is er veel druk om te ‘scoren’. Daarnaast is het standaard om seks te hebben zonder een condoom tot vrouwen er om vragen.
Het is ook lastig voor leden om uit de kast te komen, onder andere omdat er regelmatig grappen over homo’s worden gemaakt of wordt gescholden met homo of mietje. Voor trans- en non-binaire personen is het nog moeilijker om zichzelf te zijn. De scheiding van de seksen in de vereniging maakt het nog lastiger om op andere perspectieven te komen.
Programmamanager seksueel geweld bij Rutgers Willy van Berlo: “Ik was niet verbaasd over de bevindingen, het was een bevestiging van wat we al dachten. Wat we vooral opvallend vinden, is dat die jonge mannen het zelf niet inzien. Traditionele studentenverenigingen hebben te maken met extreem ongelijke dynamieken tussen jongere- en ouderejaars, verschillende clubs of disputen, en tussen mannen en vrouwen. Toch wordt de link niet gelegd dat dit kan leiden tot grensoverschrijdend gedrag. Dat vind ik apart. En als ze het wel inzien, dan denken ze dat ze er zelf geen onderdeel van zijn, of zelf in ieder geval niks verkeerd doen.”
Foto: 123rf
Onderzoek naar mannelijkheid
De reden voor Rutgers om dit onderzoek te laten doen, is dat er in de media veel berichten zijn over zwaar grensoverschrijdend en vrouwonvriendelijk gedrag binnen traditionele studentenverenigingen – er is echter niet eerder onderzoek gedaan naar hoe er binnen de vereniging over deze zaken wordt gedacht. Van Berlo: “We houden ons als Rutgers bezig met de preventie van seksueel grensoverschrijdend gedrag in de brede zin. Een onderdeel daarvan is cultuurverandering. Er zijn nog te veel opvattingen bij mannen – en vrouwen – die grensoverschrijdend gedrag normaliseren, bagatelliseren ontkennen en negeren.”
De focus van het onderzoek ligt op de cultuur binnen de verenigingen rond grensoverschrijdend en vrouwonvriendelijk gedrag. Door middel van focusgroepen is er onderzoek gedaan onder mannelijke leden van vijf traditionele studentenverenigingen (vier corpora en een andere vereniging met naar sekse gescheiden jaarclubs en disputen). Er waren tien focusgroepen waaraan in totaal 36 mannen meededen. In het vooronderzoek zijn wel vrouwen meegenomen, om een beeld te krijgen van wat er zoal speelt, zodat dit bij de mannen kon worden getoetst.
Van Berlo: “We doen dit soort onderzoeken altijd anoniem. Het is dus niet herleidbaar wie van welke vereniging afkomstig is, of welke verenigingen hebben meegedaan. Dat vonden we ook niet belangrijk. Wij wilden informatie over hoe mannelijke leden kijken naar gender en seksualiteit, en daarbij is het niet zo belangrijk om welke vereniging het specifiek gaat, en of er daarin verschillen zijn tussen de verenigingen.”
Reflectie
Er is binnen verenigingen wel een omslag te bemerken. Zo wordt het steeds normaler gevonden om te vragen of je iemand mag zoenen, en staan de mannen over het algemeen positief tegenover de inspanningen van hun vereniging om dit onderwerp aan te kaarten. Veel mannen willen ook graag een gesprek op de vereniging over seksistisch en grensoverschrijdend gedrag, zo vertelden ze aan de onderzoekers. Het vreemde is dat over daders een stereotype beeld bestaat, schrijven de onderzoekers. Mannen herkennen zich daar niet in. Het idee bestaat dat altijd ‘de ander’ de dader is, ook al zouden ze moeten weten dat zij tot de daders kunnen behoren. Gesprekken op de vereniging over deze onderwerpen kunnen volgens Rutgers bijdragen aan een beter begrip en eerlijker beeld van jezelf als man.
Foto: 123rf
Mannen lijken twee gezichten te hebben
Anne (26), sinds kort reünist bij een traditionele studentenvereniging, herkent vele bevindingen uit het onderzoek. “Hard zuipen, niet zeiken, dat is het beeld wat ik heb van de mannen van mijn vereniging. Er werd hard geoordeeld als iemand niet of minder wilde drinken. Je moet er heel vaak bij zijn, het is echt een probleem als je niet vaak genoeg komt opdagen. Daarnaast gaat het veel over status en uiterlijk. Zit je in de toffe club, of niet? In het coole dispuut of niet? Zo wordt je letterlijk genummerd op status.”
Ook herkent ze de vrouwonvriendelijke taal. “Het is niet cool als je niet meedoet aan die seksistische taal. Mannen durven elkaar niet aan te spreken, of er niet aan mee te doen, uit angst om buiten de boot te vallen. Het gebeurde vooral onderling, en was dan ineens weg als ik er bij was. Alsof ze twee gezichten hadden. Zo hoorde ik een keer iemand zeggen ‘het is net een dag uit met mijn wijf, dus ik wil met iemand anders neuken die k*ankerlekker is’. Daar schrik je als vrouw van, zo wordt er dus over me gepraat als ik er niet ben. Heel objectiverend, heel agressief. Mijn eerste vriend veranderde ook heel erg tijdens zijn studententijd, ik schrok er van hoe jonge mannen zo snel vrouwonvriendelijke taal en gedrag aannemen. Je wordt haast opgeleid om zo te zijn.”
Ook het grensoverschrijdende gedrag is haar niet vreemd. “Er ligt een hele grote druk om te scoren, whatever the cost. Ik heb wel eens gehad dat mannen over mijn grenzen gingen en totaal niet gaven om wat ik wilde. Ik heb het vaker gehad dat iemand aan me opdrong, en dat was geen uitzondering. Het werd echt raar gevonden als je geen ‘succes’ had met je date. Toen ik een keer vroeg of ik gewoon een vriendin mocht meenemen naar een gala omdat het net uit was met mijn toenmalige vriend, mocht dat niet. Het moest per se een single man zijn. Ook de standaard van seks zonder condoom herken ik honderd procent. Mannen hebben daar gewoon geen zin in, vinden het niet chill, of zijn in ieder geval nooit de initiatiefnemer.”
De dubbele standaarden wat betreft homoseksualiteit worden ook door Anne beaamd. Anne: “Het is heel dubbel, als je het de mannen vraagt zouden ze zeggen dat ze het zeker accepteren als iemand homo is. Maar ze maken er wel constant grappen over: de impact van homofobe grappen wordt niet ingezien. Ook is de heteronorm heel sterk. Dat ik geen vriendin mee mocht nemen als date, is daar een voorbeeld van. Waarom mag dat niet? Daar geef je toch ook een signaal mee af: jij bent anders.”
Aandacht voor het onderwerp binnen de verenigingen
Tijdens de introductieweken is er veel aandacht voor het voorkomen van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Na deze periode neemt dit af. De mannen geven aan dat er behoefte is aan meer diepgaande gesprekken in kleine groepen op een laagdrempelige manier, op de vereniging voor een borrel bijvoorbeeld. De mannen uit het onderzoek staan over het algemeen positief tegenover de aandacht voor dit onderwerp, toch zeggen ze ook dat het soms ‘hun neus uit komt.’
Anne zegt niet te schrikken van een uitspraak als deze. “Het klinkt heel typisch, veel mannen denken dat ze het zelf al goed doen, dus vinden ze die aandacht voor het onderwerp al snel te veel. Of ze komen met het argument dat ze toch goede intenties hebben. Dat geloof ik wel, maar handel je er ook naar? Ze durven niet écht kritisch te kijken, die eerlijkheid mist.”
Foto: 123rf
Maatregelen en aanbevelingen
Aan het einde van het onderzoek doet de onderzoeker aanbevelingen aan studentenverenigingen op basis van hun bevindingen. Dat gaat onder andere over het creëren van bewustzijn, het benadrukken van consent, het creëren van saamhorigheid zonder vrouwonvriendelijke taal te gebruiken, het voorkomen van symptoombestrijding en het focussen op cultuurverandering.
Wat er het meest effectief is, is onduidelijk. Van Berlo van Rutgers: “Het blijft een advies, wat echt effectief is weten we niet zeker. Daar zou nieuw onderzoek voor nodig zijn. Met welke maatregelen vermindert het grensoverschrijdend gedrag? We weten wel dat cultuurverandering belangrijk is. We hopen dat studenten begrijpen dat er bepaalde schadelijke normen zijn ontstaan, die je kunt veranderen zonder alle tradities over boord te hoeven gooien. Een cultuur waarin je elkaar aanspreekt op ongewenst gedrag in plaats van aanmoedigt.”
“We gaan niet precies vertellen hoe het allemaal wel en niet moet. Het gaat er om dat het voor iedereen beter wordt als je op een goede manier met respect met elkaar omgaat, dat kan iedereen begrijpen. Het moet wel duidelijk zijn dat seksisme, seksueel geweld en opmerkingen zoals de ‘sperma-emmer’ absoluut onacceptabel zijn. We zijn bezig met cultuurverandering in de brede zin, dit moet overal veranderen. Als we als maatschappij aangeven dat we dit écht onacceptabel gedrag vinden, dan zal dit binnen de studentenverenigingen ook gaan doordringen.”