Hier een paar weken, daar een half jaar ploeteren op je scriptie

De ene student werkt maandenlang aan zijn scriptie, terwijl de andere student in een paar weken klaar is. Aan sommige universiteiten moet je die scriptie verdedigen, aan de andere hoeft dat niet. Uit een steekproef van het HOP blijkt dat de eisen aan scripties enorm verschillen.

Neem een masteropleiding als Europese Studies. Je leert van alles over het ontstaan van de Europese Unie, de politieke belangen van de lidstaten en nog veel meer. En dan komt de scriptie. Wat is die waard? Dat hangt er vanaf waar je studeert.

In Maastricht krijg je er twaalf van de zestig studiepunten voor. Je zou dus in pakweg twee maanden klaar moeten zijn. Heel anders dan in Twente, waar ze bijna de halve master ervoor vrijmaken: 25 ECTS. Waar komen zulke verschillen vandaan?


Europese Studies

Instelling

Naam studie

Aantal jaar

Aantal ECTS

Universiteit Maastricht

European Studies

1

12

Universiteit Leiden

International Relations – Specialisatie European Union Studies

1

15

Radboud Universiteit

Europese Studies

2

30

Rijksuniversiteit Groningen

Europese Studies

2

30

Universiteit Utrecht

European Governance

2

30

Universiteit van Amsterdam

European Studies

1

18

Vrije Universiteit

Political Science: Comparative and European Politics

1

18

Universiteit Twente

European Studies

1

25

Je moet bij het schrijven van een scriptie zelfstandig worden, zegt opleidingscoördinator Martin de Nobel van de Twentse opleidingen in Public Administration en European Studies. Daarom moet de masterscriptie European Studies wel enige omvang hebben, vindt hij, en bedraagt het aantal studiepunten 25 ECTS, plus vijf punten voor het vak academic research.

“Het gaat erom dat je ergens induikt en dat je je de kennis eigen maakt om beter tot het onderwerp door te dringen”, stelt De Nobel. “Wij vinden dat je daar echt wat tijd voor nodig hebt. Bovendien kun je met deze studie niet zeggen: je wordt ambtenaar, ondernemer of consultant. Nee, het vliegt alle kanten op. Daarom moeten we zorgen dat de studenten die zelfstandigheid verwerven, en wij denken dat de scriptie een goede manier hiervoor is.”

Een grotere scriptie heeft nog een voordeel: de studenten hebben dan de mogelijkheid om bijvoorbeeld in het buitenland of met een stage af te studeren. “Daarom spelen we het liefst een heel semester vrij, en dan kom je automatisch uit op een omvang van zo’n 30 studiepunten.”

Waarom Maastricht dan zo weinig punten aan de scriptie toekent? Die zelfstandigheid zit in het hele Maastrichtse onderwijs verweven, antwoordt een woordvoerder. “We werken hier met probleemgestuurd onderwijs in kleine tutorgroepen. Ik weet niet hoe het bij andere opleidingen gaat, maar zelfstandigheid hoeven onze studenten niet pas in hun scriptie te verwerven. Verder werken we in de voorbereidende vakken naar de scriptie toe. Daarin word je heus niet aan het handje genomen.”

Rechten
In sommige vakgebieden is een kleine scriptie heel gewoon. In de juridische studies, bijvoorbeeld. Neem de masteropleiding Arbeidsrecht. Voor een scriptie zijn tien studiepunten wel genoeg, vinden de arbeidsjuristen in Rotterdam en Leiden. In Groningen krijg je bijna twee keer zo lang de tijd: achttien studiepunten.

Arbeidsrecht

Instelling

Naam studie

Aantal jaar

Aantal EC

Erasmus Universiteit

Arbeidsrecht

1

10

Universiteit Leiden

Arbeidsrecht

1

10

Universiteit Maastricht

Arbeid en gezondheid

1

12

Universiteit van Amsterdam

Arbeidsrecht

1

12

Universiteit Tilburg

Arbeidsrecht

1

12

Vrije Universiteit

Arbeidsrecht

1

12

Universiteit Utrecht

Onderneming en recht – specialisatie arbeid en onderneming

1

15

Rijksuniversiteit Groningen

Arbeidsrecht

1

18

 

Gemiddeld:

 

11,13 EC


"Het klinkt relatief klein, die tien ECTS”, geeft Maarten Verbrugh toe. Hij is opleidingsdirecteur van de masteropleidingen Rechtsgeleerdheid aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. “Maar er wordt meer tijd aan besteed dan de 280 uur die ervoor staan.”

Hoe kan dat dan? “In het verleden kon je lang over je master doen, jarenlang zelfs”, legt Verbrugh uit. “Dat kan nu niet meer, het is niet wenselijk. Daarom willen we dat studenten hun probleemstelling al eerder formuleren, al staan daar formeel geen studiepunten tegenover. En als die probleemstelling er eenmaal is, dán kun je tien weken lang ook echt toegewijd aan de scriptie werken, want je hebt geen enkele andere verplichting ernaast.”

Toch klinkt het nogal licht, vergeleken met scripties waar je een half jaar de tijd voor krijgt. Maar zo kun je er niet naar kijken, meent hij. “De rest van het masteronderwijs is ook onderzoeksgedreven. Onze studenten houden referaten, ze discussiëren over de stof, ze krijgen een onderzoekspracticum en ze leren hoe ze een goede probleemstelling moeten formuleren.” Vakken als methoden en technieken krijgen ze echter niet. “Echt empirisch onderzoek zit niet in onze opleiding, en onze scriptie vereist dat ook niet. Voor literatuur- en jurisprudentieonderzoek heb je weinig tijd nodig. Dat scheelt ook enorm.”

Goede scriptie
Hoe weet een student eigenlijk wat een goede scriptie is? Misschien door er een paar te lezen die een hoog cijfer hebben gekregen. Maar opleidingen hebben vaak ook een lijstje met criteria waarop ze beoordelen.

En jawel, die lijstjes verschillen ook behoorlijk van elkaar, alleen al omdat de ene lijst langer is dan de andere. In Twente turven we 36 criteria, in Wageningen slechts zestien. Waar ze vrijwel allemaal naar kijken, is de opbouw van de scriptie. Ook vinden ze het belangrijk dat de student zelfstandig te werk gaat.

De rest ligt kennelijk minder voor de hand. De probleemstelling? Elf universiteiten noemen die expliciet. De argumentatie? Tien keer genoemd. Wetenschappelijk inzicht? Slechts vier universiteiten hebben het in hun lijst gezet. Het laat vooral zien dat de criteria een beetje arbitrair zijn. Elke scriptie moet immers van wetenschappelijk inzicht getuigen, dat spreek voor zich.

Ook hoeven lang niet alle studenten hun scriptie mondeling te presenteren of te verdedigen. Dat gebeurt, voor zover we kunnen nagaan, aan zeven universiteiten. Ook daar zijn weer criteria voor die vermoedelijk ongeveer op hetzelfde neerkomen: de een noemt bijvoorbeeld ‘verbale vaardigheden’, de ander let op het beantwoorden van vragen.

Overigens hebben we hier gekeken naar de algemene richtlijnen van universiteiten. Afzonderlijke opleidingen geven daar weer hun eigen draai aan. Sommige universiteiten hadden trouwens geen algemene richtlijnen, of we konden ze niet vinden. Dan hebben we de criteria van een willekeurige opleiding bekeken.

Kwaliteit
Vanzelfsprekend gaan alle opleidingen zesjaarlijks door de mangel van accreditatieorganisatie NVAO. Die moet bepalen of het eindniveau hoog genoeg is om het stempel van goedkeuring te krijgen en kijkt dus ook naar de scripties. “Het eindproduct is een middel om te laten zien of alles samenkomt: theorie en praktijk”, verklaart woordvoerder IJda van den Hout.

Maar het maakt de keurmeesters niet uit hoeveel studiepunten ervoor staan of hoe uitgebreid het eisenlijstje van de opleiding is. Daar zijn geen normen voor. En die zijn ook niet nodig, meent Van den Hout. “De opleiding bepaalt zelf wat het eindproduct is. Panels voeren een aselecte steekproef uit van minimaal vijftien van die eindwerken. Aan de hand van de beoordelingscriteria van de accreditatiekaders geven de panels een oordeel over ieder gekozen eindproduct.”

Is het wel genoeg, tien of twaalf punten voor een masterscriptie? Veel is het niet, vindt ook de NVAO. “Het roept wel de vraag op of de opleiding nog andere, afrondende onderdelen heeft die het vereiste eindniveau weerspiegelen”, zegt Van den Hout. “Misschien is er ook nog sprake van een onderzoeks- of stagerapport. Belangrijk is dat de opleiding kan aantonen dat afgestudeerden het masterniveau hebben gerealiseerd. Als dat met een masterscriptie van twaalf ECTS kan met daarnaast ander ‘bewijs’, dan is er geen probleem.”

HOP, Michelle van Viersen en Bas Belleman



Communicatiewetenschappen en Klinische Psychologie

Tien studiepunten of dertig? Ook andere studierichtingen kennen flinke verschillen in het gewicht dat de scripties krijgen. We hebben ter illustratie nog twee opleidingen in een tabel gezet: Communicatiewetenschappen en Klinische Psychologie.

Communicatiewetenschappen (meestal specialisatie corporate communicatie)

Officieel Commw.

Universiteit

Naam studie

Aantal jaar

Aantal ECTS

X

Radboud Universiteit

Communicatiewetenschap

1

20

 

Rijksuniversiteit Groningen

Communicatie- en Informatiewetenschappen – Specialisatie Communicatiekunde

1

20

 

Tilburg University

Communicatie- en Informatiewetenschappen – Specialisatie Bedrijfscommunicatie en Digitale Media

1

18

 

Universiteit Utrecht

Communicatie en Organisatie

1

15

X

Universiteit van Amsterdam

Communication Science

1

18

X

Universiteit Twente

Communication Studies

1

30

X

Vrije Universiteit

Communicatiewetenschap

1

24

 

 

Gemiddeld:

1

20,7

 

 

Klinische psychologie (of Gezondheidszorgpsychologie)

Universiteit

Naam studie

Aantal jaar

Aantal ECTS

Opmerkingen

Erasmus Universiteit

Klinische Psychologie

1

18

32 ECTS voor combinatie ‘Practical Internship’ en ‘Research Proposal’. Scriptie alleen is 18 ECTS.

Maastricht University

Health & Social Psychology

1

10

 

Open Universiteit

Klinische Psychologie

1

15

 

Radboud Universiteit

Gezondheidszorgpsychologie

1

10

 

Rijksuniversiteit Groningen

Klinische Psychologie

1

30

Minimaal 11 ECTS voor masterscriptie wanneer een verslag van de praktijkstage onderdeel is van de masterscriptie.

Tilburg University

Klinische Psychologie

1

21

 

Universiteit van Amsterdam

Gezondheidszorgpsychologie

1

18

 

Universiteit Leiden

Clinical Pychology

1

20

Stage is nodig om masterscriptie te schrijven.

Universiteit Twente

Positieve Psychologie en Technologie

1

30

10 ECTS voor masterscriptie wanneer stage wordt gevolgd.

Universiteit Utrecht

Clinical Psychology

1

20

Of stage, of scriptie.

Vrije Universiteit

Klinische Psychologie

1

18

 

 

Gemiddeld:

1

19,1

 

Auteurs HOP: Michelle van Viersen en Bas Belleman

 

 

Advertentie