In gesprek met de studentenpsychologen
Hoe gaat het nou echt met de Utrechtse studenten?
Het gesprek vindt plaats in een klein kamertje in het Bestuursgebouw. Gewoonlijk zitten Arthur van Andel en Jerre Mijnarends daar om vragen te stellen aan studenten; vandaag stel ik als studentenredacteur van DUB vragen aan hen.
Eerst wat over henzelf: Arthur (31) werkt sinds februari als studentenpsycholoog bij de UU; Jerre begon vijf jaar geleden als stagiair en is sindsdien niet meer weggegaan. Zo is hij met zijn 28 jaar de “oudste” medewerker van het team.
Beiden vinden het inspirerend om met jonge mensen te werken.
Arthur: “Je gaat natuurlijk studeren, maar je bent niet alleen maar ‘de student’. Degene die studeert, dat is ‘de mens’. Ik vind het belangrijk dat daar aandacht voor is. Als studentenpsycholoog kan je die aandacht geven.”
Jerre: “De studententijd is een dynamische fase, ook los van je studie. Er is van alles dat je voor het eerst gaat doen. Dat leidt tot vragen. Wie ben ik? Wat wil ik? Wat kan ik? Maar ook: Wat voor manier van studeren past bij mij? Of: Tot wie voel ik me aangetrokken? Zo kom je er volgens mij in je studententijd pas echt achter wie je bent. Ik vind het heel mooi om als studentenpsycholoog mee te mogen denken.”
Studentenpsychologen Arthur van Andel en Jerre Mijnarends.
Pas in je studententijd kom je erachter wie je bent
Hoe gaat het nou echt met de Utrechtse studenten?
Jerre: “Uit onderzoek weten we dat het steeds minder goed gaat. Daarin heeft de pandemie een belangrijke rol gespeeld, maar het welzijn van studenten staat al langer onder druk.”
Arthur: “Ja. Toch vind ik het moeilijk om een feitelijke uitspraak te doen. De studententijd is een leuke en turbulente periode, waarin er veel gebeurt en op je afkomt. Het is logisch dat daar ook moeilijke dingen bij komen kijken.”
Jerre: “Ik ben trouwens sowieso allergisch voor het woord ‘gelukkig’.”
Wat bedoel je daarmee?
Jerre: “Ik bedoel: het zou geen doel moeten zijn om constant gelukkig te zijn. In gesprekken geven studenten regelmatig aan dat ze stressloos door hun studie heen willen. Maar de definitie van welzijn is niet ‘onafgebroken geluk’ of ‘een stressloos bestaan’. Dat bestaat niet.”
Een stressloos bestaan bestaat niet
Waar zouden studenten dan wel naar moeten streven?
Jerre: “Ik denk dat welzijn betekent dat je de ruimte hebt om tegen dingen aan te lopen. Het heeft te maken met veerkracht: je adaptief op kunnen stellen in situaties. Zodat je met moeilijke dingen om kunt gaan en tegelijkertijd energie overhoudt om leuke dingen te doen en te groeien.”
Jullie zeggen dat corona van grote invloed is geweest. Kunnen jullie daar meer over vertellen?
Arthur: “De piek van de pandemie is nu ongeveer een jaar geleden. Die tijd heeft ook op studenten een grote druk gelegd. Zo gingen minder mensen op zichzelf wonen en wie wel op kamers woonde, had vaak alleen contact met het eigen huis. Soms gingen studenten zelfs terug naar hun ouders. Verder moest alles online. Dit maakte het moeilijk om sociaal contact te zoeken of, als je nieuw in de stad was, om een netwerk op te bouwen. Dat leidde bij veel studenten tot vereenzaming. Wat dan weer vaak gepaard ging met somberheid.”
Jerre: “En niet alleen de klachten werden erger: ook de behandeling was moeilijker. Als iemand depressieve klachten heeft, zou ik die persoon gewoonlijk aanraden om dingen te ondernemen. Maar met de coronamaatregelen was dat lastig. Die namen het perspectief, dat ik als psycholoog graag wilde bieden, juist weg. Zo moest ik creatiever worden in mijn oplossingen. Dat was een behoorlijke uitdaging.”
Jerre, je vertelde net dat er ook vóór corona al druk op studenten lag. Waar komt die druk volgens jou vandaan?
Jerre: “Er zijn natuurlijk een aantal factoren waar de uni geen invloed op heeft: de studiefinanciering en de woningmarkt, bijvoorbeeld. Ik hoor vaak van studenten dat ze zich zorgen maken over geld. Verder denk ik dat onze maatschappij veel belang hecht aan opvallende of ‘excellente’ studenten. De universiteit draagt hieraan bij: er worden bijvoorbeeld praatjes gehouden voor studenten die cum laude slagen. Zelfs beneden in dit gebouw hangen foto’s van studenten die bijzondere extra-curriculaire dingen doen. Dit zorgt bij veel studenten voor onevenredig hoge verwachtingen en prestatiedruk.”
Arthur: “En dat perfectionisme breidt zich uit naar andere vlakken. We moeten alles hebben: goede cijfers, leuke relatie, mooie kleren. Maar wanneer is het dan perfect? Daar hebben we geen definitie voor. En zo kan het altijd beter. Als je daar te veel mee bezig bent, ga je op een gegeven moment inleveren op iets anders. Dat is meestal levensgeluk in het algemeen.”
Jerre: “Ik spreek vaak studenten die zeggen: ‘Op papier heb ik het perfecte plaatje (leuke vriend, leuk studentenhuis, een 8 gemiddeld, etc.). Waarom ben ik niet gelukkig?’ En dan zijn ze ook nog boos op zichzelf dat ze niet gelukkig zijn. Maar het past gewoon niet, omdat de lat steeds verschuift, telkens anders ligt en meestal hoger. Aan hen vraag ik: ‘Wat is de maat eigenlijk? Wiens maat is dat, en hoe meet je die?’”
We moeten alles hebben: goede cijfers, leuke relatie, mooie kleren
Welke rol zou de universiteit kunnen spelen om de heersende prestatiedruk aan te pakken?
Arthur: “Ik heb hiervoor in de studiebegeleiding gewerkt op middelbare scholen. Daar keken wij niet zozeer naar het eindresultaat, maar naar het proces: hoe heb je een bepaald cijfer gehaald? Is dat nieuw, beter en gezonder dan de vorige keer dat je dat deed? Misschien studeer je drie uur per dag minder. Dan haal je hetzelfde cijfer of een punt lager, maar voel je je wel gelukkiger. Zo moet je je eigen maat vinden, en je eigen proces. Grappig eigenlijk, dat past goed bij de identiteitsvragen waar veel studenten mee bezig zijn: wie ben ik?, welke manier van studeren past er bij mij? Als je dat niet weet, is het makkelijker om je alleen op het cijfertje te richten.”
Jerre: “Precies. Ik denk dat er binnen de universiteit gewerkt kan worden aan de vraag: wat betekent het om een goede student te zijn? Er zou actiever mogen worden uitgedragen dat het niet alleen om prestaties gaat. Het grootste deel van de wereld wordt immers gedragen door mensen die ‘gemiddeld’ presteren. Ook zij doen belangrijke dingen, maar daar is geen aandacht voor. Dat zou moeten veranderen.”
Arthur: “Ik zeg altijd: ‘Ik word liever geopereerd door een chirurg die keihard heeft gewerkt voor zijn zesjes, dan door iemand die zonder op te letten een voldoende heeft gehaald.’”
Studenten voelen vaak een drempel om hulp te zoeken
Als ik het zo hoor helpen jullie studenten met allerlei verschillende dingen: omgaan met perfectionisme, studiestress, coronaproblematiek, maar ook bij het beantwoorden van identiteitsvragen. Kan iedere student bij jullie terecht, of moet er een bepaalde mate van ernst zijn?
Jerre: “Nee, het doel is juist om het zo laagdrempelig mogelijk te houden! Studenten voelen vaak een drempel om hulp te zoeken: uit schaamte, of vanuit de vraag: zijn mijn problemen wel erg genoeg? Dat stigma willen wij weghalen. Het maakt niet uit wat de situatie is, of wat andere mensen doormaken: je kunt altijd een gesprek met ons plannen, en dan kijken we wat voor hulp het beste bij jou past.”
Als afsluiter: is er op basis van al jullie gesprekken een advies dat je aan de gemiddelde student mee zou willen geven?
Arthur: “Ik zeg altijd: rust, reinheid en regelmaat. Klinkt als een grapje, maar het is niet voor niets een cliché. Wat je ook doet, probeer een balans te bewaren: slapen, sporten, studeren, leuke dingen doen.”
Jerre: “Ik zou de gemiddelde student eraan herinneren dat iedereen, letterlijk iedereen, tegen bepaalde dingen aanloopt, wel eens twijfels heeft of zich angstig of somber voelt. Dus als je dat ervaart: voel de ruimte of de veiligheid om dat bespreekbaar te maken. Dat maakt voor veel studenten al een enorm verschil.”
Nieuw DUB-magazine nu te lezen!
In het magazine ‘Vallen en Opstaan’ lees je waarom het mentale welzijn van veel studenten onder druk staat. Ze worstelen met de hoge verwachtingen die ze van zichzelf hebben en die anderen van hen hebben. En er is keuzestress; zelfs als het gaat om met wie ze het bed willen delen.
Vier UU-studenten vormden de redactie van het magazine en schreven de meeste verhalen. Kijk hoe je scoort op de perfectiemeter. Leer van andere studenten hoe ze hindernissen overwonnen. Bedenk wat jij vindt van de mogelijke oplossingen waar experts mee komen. Gniffel over onze bekende fotostrip 3Hoog.
Het magazine wordt vanaf 19 oktober verspreid over de hele universiteit. Maar de artikelen zijn ook online te lezen. Klik hier.