Hoe voorkomen we nieuwe Diederik Stapeltjes?(1)

Met een smoesje afmelden voor een verplicht college? Klinkt onschuldig. Maar studenten moeten volgens Mariëtte van den Hoven van het Utrechtse Ethiek-instituut wel beseffen dat ze daar al een grens overschrijden. “Je bent niet vanzelf integer. Dat is iets dat je moet leren.”

Verbeter de wetenschap, begin bij het onderwijs. Dat is een belangrijke boodschap nadat de affaires rondom de Stapels en Baxen van deze wereld het imago van de wetenschap een knauw gaven. Studenten moeten al tijdens hun studie leren hoe wetenschap werkt en aan welke verleidingen wetenschappers blootstaan.

Maar hoe krijg je dat voor elkaar? Is die hele heisa over wetenschappers die data en publicaties uit hun duim zuigen niet een ver-van-mijn-bed-show voor studenten? Mariëtte van den Hoven, als senior-docent en onderzoeker verbonden aan het Utrechtse Ethiek Instituut, denkt van niet. Zij geeft integriteitsonderwijs bij verschillende opleidingen van de UU. Ze komt met de volgende lessen voor studenten.


1. De stap van student naar wetenschapper is niet groot

“Laatst kwamen we er in een van onze cursussen achter dat studenten aanwezigheidskruisjes zetten achter de namen van medestudenten die helemaal niet aanwezig waren”, vertelt Van den Hoven. Ze lacht: “Dat was natuurlijk de best denkbare aanleiding om onze boodschap eens flink uit te dragen.”

Wetenschappelijke integriteit ligt veel dichter bij de leefwereld van studenten dan ze zelf denken, legt Van den Hoven in haar colleges uit. De relatie tussen studenten en docenten is gebaseerd op dezelfde basisregels als waar de wetenschappers zich aan moeten houden. Je moet transparant zijn, eerlijk, betrouwbaar en zorgvuldig.

“Dat betekent dus dat je als student niet jokt over de reden van je afwezigheid. Ook als de waarheid je in de problemen kan brengen. Van een docent mag je bijvoorbeeld verwachten dat die niet zijn zelfgeschreven boeken als verplichte literatuur voorschrijft en daar een fijne boterham aan verdient.”

“Kijk ook naar de manier waarop studenten en docenten communiceren. Laatst mailde een student mij. Of ik 'voor de verandering eens een keer wilde reageren'. Daarop antwoordde ik: 'Misschien had je beter eerst even voor je de vraag stelde in de handleiding kunnen kijken, dan had je je de moeite van de mailtjes kunnen besparen'. We zaten allebei fout natuurlijk. Het ging niet zoals het hoort.”

2. Diederik Stapel is niet die ene rotte appel

Voor studenten is het een eye opener als ze merken dat hun eigen onderwijs meer te maken heeft met wetenschappelijke integriteit dan ze denken, merkt Van den Hoven. Wie wat verder in de studie is, moet volgens haar oog krijgen voor wat die wetenschappelijke normen en waarden dan precies behelzen.

“Dat gaat niet zomaar. Veel studenten zien Diederik Stapel en andere fraudeurs als de rotte appels in de mand. Het zijn de excessen waar je niet veel aan kunt doen. Natuurlijk, fout is fout; dat is niet zo interessant. Maar in onze colleges merken ze dat wetenschappelijke integriteit veel vaker in het geding is dan ze denken. En het ligt dan meestal niet zo zwart-wit.”

“Wat vind je van de vermelding van personen bij artikelen die weinig hebben bijgedragen aan een onderzoek? Mogen aio’s meeliften op elkaars publicaties? We willen graag dat studenten gaan nadenken over dat soort vragen. Dat vinden ze vaak erg interessant. Ze snappen ook waar het om gaat: ze kennen allemaal het meeliftprobleem in hun eigen werkgroepen. You scratch my back, I’ll scratch yours …

“Studenten gaan vervolgens ook vraagtekens zetten bij andere zaken. Je weet niet half wat studenten al meemaken. Studenten die dossiers mogen inzien zonder dat patiënten daar toestemming voor hebben gegeven. Studenten die zich afvragen of er in hun eigen colleges en onderzoeken wel zo ethisch met proefdieren wordt omgesprongen.”

“Maar ze komen ook met op het eerste gezicht trivialere zaken: een student biechtte op dat zij mogelijk een wetenschappelijk onderzoek had gecorrumpeerd. Als psychologiestudent krijgt zij studiepunten als zij zich als proefpersoon aanmeldt. Van een huisgenoot had zij al gehoord wat de verborgen bedoeling van een proef was waar ze aan mee zou doen, maar ze besloot toch te gaan. De studiepunten waren gewoon heel hard nodig.”

3. Integer ben je niet vanzelf

Ben je als wetenschapper 'een professional' of 'heb je een baan'? Dat is de kwestie die Van den Hoven studenten en promovendi vaak voorlegt. “Als jij er een eer in stelt om wetenschapper te zijn dan ben je ook eerder geneigd om de wetenschappelijke normen en waarden te eerbiedigen. Bovendien verwacht je dan dat je collega’s hetzelfde doen. In dit opzicht is er weinig verschil met de professionele integriteit van een politieman, een dokter of een leraar.”

“We maken studenten tegelijkertijd duidelijk dat een wetenschapper niet van zichzelf integer is. Zouden ze zelf in een onderzoeksgroep met een dubieuze onderzoekscultuur waarin ze niets durven te zeggen of tegenwerpen, het rechte pad blijven bewandelen? Integriteit is dus iets waar je aan moet werken. Je kunt het trainen, oefenen. Maar dat is niet voldoende. Je hebt ook een verantwoordelijkheid voor de morele cultuur van een groep. Als die niet in orde is, moet je er iets aan doen.”

“Onderwijs in de wetenschappelijke integriteit hoort dus bij de zelfprofessionalisering van een wetenschapper of aankomend wetenschapper. Het is iets waar je constant over moet reflecteren. Welke keuzes maak je in je studie? Welke keuzes zou je als wetenschapper maken. En vaak is het dan helemaal niet zo duidelijk wat ‘goed’ is en wat ‘fout’ is, wat wel en wat niet door de beugel kan. Maar je moet je er wel van bewust zijn dat je ergens voor kiest.”

4. Integriteit gaat niet alleen over jezelf

Hoe meer Diederik Stapel over de schreef ging, hoe meer hij college ging geven over integriteit. Als een soort boetedoening, veronderstelde hij zelf. Stapel besefte dus dat hij iets te verantwoorden had, denkt Van den Hoven.

“De hele maatschappij voelt zich geraakt door het wangedrag van Stapel. Blijkbaar gaat het bij wetenschappelijke integriteit dus om meer dan je eigen carrière en de functie die je vervult. Wetenschappers hebben het voorrecht gekregen dat ze kennis mogen genereren, maar daar moeten mensen dan wel op kunnen vertrouwen. Net zoals ze niet willen dat leraren en doktoren maar wat aanrommelen.”

“Je ziet nu dat steeds vaker de link wordt gelegd tussen integere en betrouwbare wetenschap. Allerlei rapporten tonen aan dat het ondanks de fraudeaffaires met dat vertrouwen nog redelijk goed zit. Het is ook moeilijk vast te stellen of integriteitsonderwijs nu meer nodig is dan vroeger. Maar we kunnen niet achterover leunen tot het vertrouwen afkalft.

“Studenten moeten daarom gedurende hun hele studie blijven nadenken over wat wetenschap is, wat de relatie van wetenschap met de samenleving is en op welke waarden wetenschap gebaseerd is. Misschien moeten ze ook weer wat meer gaan beseffen hoe wetenschappelijk onderwijs ooit bedoeld was: als voorbereiding op de wetenschap. Nu gaan ze naar ‘school’ om ‘iets’, een vak, te leren.”

Hoe werken de aanbevelingen van Mariëtte van de Hoven in de praktijk? DUB publiceert morgen een vervolgartikel met drie voorbeelden van UU-cursussen waarin expliciet aandacht wordt besteed aan wetenschappelijke integriteit.

Advertentie