Hoorcollege voor een dove student: ‘Gebarentaal is mijn eerste taal’
Bij Algemene Sociale Wetenschappen is ze inmiddels een bekende verschijning: Lisa Hinderks (20). De studente viel meteen op doordat ze tijdens hoorcolleges standaard vergezeld wordt door een doventolk.
Lisa Hinderks (20) heeft na het behalen van haar propedeuse Nederlands aan de Hogeschool Utrecht gekozen voor een studie Algemene Sociale Wetenschappen. Ze wilde meer theorie: “Ik ben erg breed geïnteresseerd, en vind het fijn om theorieën te onderzoeken, daarom besloot ik vorig jaar de overstap naar ASW te maken.”
Lisa is door en wordt tijdens college altijd vergezeld door een doventolk die meestal in de buurt van de docent staat, zodat Lisa én de tolk én de docent kan zien. Dat ze doof is, ervaart ze niet als handicap. “Omdat ik doof ben, zijn er regelingen getroffen zodat ik net als iedereen kan studeren op de universiteit. Ik krijg bijvoorbeeld extra tijd voor de tentamens, en ik mag altijd een tolk meenemen. Deze tolk regel ik zelf, en wordt vergoed door het UWV.”
Lisa is door haar ouders tweetalig opgevoed; sprekend en met gebarentaal. Ze heeft twee horende ouders en een slechthorende broer. "Eerst heb ik een tijdje op reguliere scholen gezeten. Zo kwam ik veel in aanraking met de spreektaal, en kon ik hier een goed taalgevoel voor ontwikkelen. Het gaat mij nu gemakkelijk af om zowel in het Nederlands, als in het Engels, te spreken, lezen en schrijven. Ik kan liplezen en zelf in spreektaal antwoord geven.”
Ook de tolk moet zich voorbereiden op het hoorcollege
Lisa heeft een vaste groep tolken die ze appt als ze behoefte aan één heeft, of ze doet een aanvraag op tolknet: een online platform waar tolken en doven met elkaar in contact komen.” Als ik geen tolk kan regelen, wat zelden gebeurt, heeft het voor mij ook geen zin om naar college te gaan.”.
Rachel van den Brink is één van de vaste tolken van Lisa. Tolk zijn op de universiteit vraagt veel voorbereiding, vertelt ze. “Het is belangrijk je van te voren goed in te lezen. Ik vraag altijd waar het college over gaat en of er materiaal is waarmee ik me kan voorbereiden. Ik bestudeer het onderwerp, en achterhaal de belangrijkste termen. Vaak worden er termen genoemd waar ik nog niet direct het gebaar voor weet, deze kan ik dan nog opzoeken.”
Meestal kiest Rachel er voor te vertolken naar het Nederlands. “Maar specifieke academische termen kan ik zowel naar het Nederlands, als naar het Engels vertalen. Lisa kan zelf aangeven wat ze het prettigste vindt.” Ze lacht: “Ondanks de voorbereidingen krijg ik helaas geen studiepunten voor de colleges die ik volg”.
Lisa vult aan: “Niet elke tolk is geschikt om op de universiteit te tolken. Je moet het tempo, en de stof van de colleges wel aankunnen. De opleiding ‘Tolk Nederlandse Gebarentaal’ is bijvoorbeeld op HBO-niveau, en dat is toch een andere manier van denken dan op de universiteit. Ik probeer altijd de beste tolk te regelen, met Rachel ben ik bijvoorbeeld heel blij.”
Doordat Lisa goed kan liplezen als ze iemand tijdens een gesprek aankijkt en goed kan praten, zijn groepswerk en interactieve werkcolleges geen groot probleem. “Toch voel ik mij het prettigste bij gebarentaal, dat is echt mijn taal. In gebarentaal zit meer mimiek, waardoor ik mijzelf beter kan uiten”.
Op kamers in het enige dovenhuis van Utrecht
Naast haar studie zet Lisa zich ook in voor dove jongeren. “Ik ben lid van de Nederlandse Dove Jongeren, en coördineer dit jaar een uitwisselingsproject met doven uit Ethiopië. Hier stop ik veel tijd in, waardoor het ook weleens voorkomt dat ik avonden moet vergaderen en stukken aan het doorlezen ben. Dit vind ik helemaal niet erg, het is juist leuk om te doen”.
Maar ze woont ook gewoon op kamers en gaat graag naar een feestje of het café. Sinds haar 17de woont ze al samen met drie andere dove studenten in het, tot nu toe, enige dovenhuis van Utrecht: “Ik ga veel uit in Utrecht, samen mijn huisgenootjes duik ik graag de kroeg in. In een overvol café communiceren we met elkaar in gebarentaal, veel makkelijker dan in elkaars oor schreeuwen zoals de anderen doen. Binnen mijn studievereniging ben ik niet zo actief, ik ga liever naar feestjes met andere dove mensen.”
‘Doof zijn maakt mijn leven mooi’
Lisa ziet haar toekomst zonnig tegemoet: “De dovenwereld is echt een eigen cultuur waarin in me thuis voel, en waar ik trots op ben. Doof zijn maakt mijn leven mooi. Ik ontmoet veel interessante mensen, en ik kan me inzetten voor betekenisvolle projecten. Later wil ik verhalen vertellen en journaliste worden.”
Haar wens om journalist te worden, wilde ze eerst op een andere manier bereiken, vertelt ze. “In 2012 werd ik wegens mijn gehoor niet toegelaten op de School voor Journalistiek. Dit maakte mij boos." En haar niet alleen. De Christen Unie stelde er zelfs vragen over in de Tweede Kamer." Daar schreef Lisa weer een opinie over geschreven op Joop.nl.
"Ik wil nu bewijzen dat je als dove wel degelijk betekenisvol kan zijn in de journalistiek. Net als Corrie Tijsseling, docent pedagogiek en ook doof, lijkt het me ook leuk om docent te worden op de universiteit.”
Op de vraag of ze nog iets zou willen veranderen aan de universiteit, antwoordt ze vastbesloten dat ze heel tevreden is over de manier waarop ze kan studeren: “Als ik vertraging op loop komt het niet door mijn beperking, of de organisatie op de universiteit. Het zal eerder liggen aan de vele activiteiten die ik naast mijn studie onderneem”.