Jolle Demmers verguisd om analyses oorlog Oekraïne-Rusland
'Ik vind het mijn verantwoordelijkheid om met oplossingen te komen'
Jolle Demmers, hoogleraar Conflict Studies aan de Universiteit Utrecht, oogt ontspannen als ze de gespreksruimte binnenloopt. Ze is dan ook wel wat gewend. Het afgelopen jaar heeft ze regelmatig haar analyse van de oorlog in Oekraïne moeten toelichten in de media. Niet zonder slag of stoot.
Vorige week nog kwam de Universiteit Utrecht in een Twitterstorm terecht na het publiceren van een fragment van een rede van Demmers. Hierop verwijderde de cummunicatieafdeling in overleg met de hoogleraar het artikel. Het artikel zou geen recht doen aan de volledige argumentatie van de hoogleraar.
Demmers’ analyse over het conflict is niet gangbaar en krijgt de nodige kritiek. Demmers zou naïef zijn, een wappie, gevaarlijk zelfs. Maar naast tegenstanders heeft ze ook medestanders. Oud-militairen, dominees en voormalig diplomaten die haar prijzen voor haar doorzettingsvermogen de andere kant van het verhaal te vertellen. Een kant die bezorgdheid uit over hoe de huidige militaristische koers zonder diplomatieke inspanningen alleen maar meer leed zal brengen. De kant die belicht hoe ook het Westen verantwoordelijkheid draagt in deze oorlog.
Waarom denk je dat jouw analyse van de oorlog op zo veel kritiek stuit in de media?
“Mijn verhaal is moeilijk te verkopen. Je wilt een verhaal vertellen waarin je op geen enkele manier sympathie opwekt voor het Poetinregime, maar dat ook aantoont dat de escalatie waarin we terecht zijn gekomen een gevolg is van onze eigen acties. Maar een genuanceerd verhaal, dat is geen goed verhaal. Nadenken over onze eigen schuld, ons eigen aandeel en onze eigen verantwoordelijkheid doen we liever niet. Helemaal als het iemand betreft waarvan we vinden dat hij slecht is, zoals Poetin. Je bent voor of tegen. Twijfel is niet toegestaan. Een trope die terugkomt in alle oorlogen.”
Een Marvel-film?
“Ja inderdaad. Niet om iets af te doen aan het enorme leed dat wordt veroorzaakt, maar dit narratief lijkt te gaan over goed versus kwaad. Zelensky als een iron man die die rol met verve speelt. Poetin als de duivel in het Kremlin die niet voor reden vatbaar is en alleen maar meer wil. Dat verhaal is makkelijk te vertellen en resoneert in onze cultuur. Wij in het Westen staan graag aan de ‘goede kant’ en zijn graag solidair met de underdog: wij zijn ook in oorlog, wij lijden ook. Maar wij weten niet meer wat oorlog is. Wij staan niet op het slagveld. Wij verliezen geen zonen en dochters. Oorlog is een sociaal fenomeen. We werken er allemaal aan mee. Wij als samenleving hebben hierin een verantwoordelijkheid. Laten we die verantwoordelijk ook nemen.”
En welke verantwoordelijkheid is dat?
“Onder ogen zien dat we misschien een fout hebben gemaakt. Het Westen, de Navo, met name de Verenigde Staten, hebben tot op het allerlaatste moment gesuggereerd dat Oekraïne lid kon worden van de Navo, terwijl ze achter de schermen donders goed wisten dat dit geen optie was. Toch, voor de bühne, hebben ze die deur opengezet. Niet alleen in woorden, maar ook in daden. Je kunt voorspellen dat als je moedwillig een lijn overgaat, er wat gaat gebeuren. Daar was ook genoeg bewijs voor. Daarmee ben je niet verantwoordelijk voor de onverwachtse Russische geweldsexplosie die volgde, maar dat het spelen met vuur was, dat was duidelijk. Spiegel het eens. Wat als Mexico een militaire alliantie sluit met China? Om dat idee zouden we allemaal hard lachen. We snappen dat dat ‘no way’ geaccepteerd zou worden. Dat we als Europa, de Navo en Amerika te maken hebben met machtsblokken is een feit. En dat we in een sprookjeswereld leven waarbij het internationale recht altijd zegeviert en het Westen dat recht altijd netjes respecteert, is onzin.”
Welke rol heeft de wetenschap hierin?
“Ik voel me als wetenschapper geroepen om iets te zeggen, omdat ik het aandeel van het Westen zo groot vind in deze oorlog. Ik vind het onze verantwoordelijkheid om hierover na te denken en met oplossingen te komen. Ik ben een conflictanalist. Oorlog is mijn vakgebied. Bovendien zie ik een enorme verwarring in het gesprek over deze oorlog. Aan de tafels in de media, maar ook in Europese organen. Een ingewikkelde oorlog waarover een enorm simplistisch verhaal wordt verteld. Daar maak ik me oprecht zorgen over. Dat simplistische verhaal leidt in mijn ogen tot een destructieve escalatie. Ik denk regelmatig ‘dit had voorkomen kunnen worden’.”
Waarom wordt jouw analyse niet gedeeld denk je?
“Dat is een goeie vraag en het fascineert me enorm. Hoe kan het dat wij, vooral in Europa, zo vastzitten in dit grote vijanddenken? Alles wat ik vertel is goed gedocumenteerd en ook wetenschappers zijn het over de feiten eens. In Amerika zie je diversiteit in het publieke debat. In Europa is dat veel minder. Europa zit vast in de emotionele identificatie met het slachtoffer. Dat heeft misschien te maken met hoe de Europese Unie functioneert. Daar vindt een soort groepsdynamiek plaats. Welke regeringsleider is het meest heroïsch en wie heeft de meeste invloed? Wie heeft de mooiste retoriek en vertoont het beste staatsmanschap? Alsof iedereen nu moet bewijzen aan de goede kant van de geschiedenis te staan. Zo kom je vast te zitten in een verhaal waar je niet meer uitkomt.”
Wat moet het verhaal dan wel zijn?
Het is belangrijk om te bedenken wat Rusland beweegt om dit te doen. Er wordt gesuggereerd dat de invasie in Oekraïne gedreven wordt door Poetins tsaristische en imperialistische grootheidswaanzin. Zulke mythologieën zijn niet onbelangrijk, maar verklaren zelden de concrete stap naar oorlog. Als je kijkt naar wat het Poetinregime tot nu toe daadwerkelijk heeft gedaan, zie je dat het eigenlijk heel voorspelbaar handelt. Rusland ziet de uitbreiding van de Navo naar Oekraïne en Georgië als bedreiging van de nationale veiligheid. Zolang het grensoorlogen voert met potentiële Navo-landen, is de kans klein dat deze landen daadwerkelijk zullen toetreden tot de Navo. Dat is een hele rationele gedachte. Vergeet niet dat de afgelopen decennia een scala aan regime changes heeft plaatsgevonden onder leiding van de VS. Allemaal regime changes die volgens het internationale recht niet hadden mogen plaatsvinden. Dat Poetin denkt ‘ik ben de volgende’ is niet zo vreemd. Dat wij dat ons als Westen niet kunnen voorstellen, des temeer.”
Wat doet de kritiek met je?
“In een cartoon in Trouw ben ik afgebeeld in een rood jurkje roepend ‘onderhandelen, onderhandelen’ terwijl Rusland ons ondertussen helemaal kapot schiet. Op Twitter krijg ik opmerkingen dat ik het niet waard ben om naar te luisteren en word ik gediskwalificeerd als hoogleraar. Aan de ene kant ben ik naïef en snap ik het allemaal niet. Aan de andere kant ben ik gevaarlijk en zou ik bloed aan mijn handen hebben. Dat iemand als Thierry Baudet dan reageert op mijn artikel met ‘verstandig stuk’ helpt natuurlijk niet. Maar ook Rutger Bregman reageerde met ‘hier moeten we naar luisteren’. Ik krijg dus verschillende reacties. Ik slaap er gelukkig niet minder om.”
Heb je het gevoel alleen te staan?
“Ik ben trots om te zien hoe verschillende Utrechtse collega’s hun expertise delen. Verder vind ik wel dat het vrij stil is. Er lopen meer specialisten rond waarvan ik denk ‘je zou je hier wel wat meer over mogen uitspreken’. Toch begrijp ik ook dat ze het niet doen. Vooral voor jonge wetenschappers is dit misschien niet het moment om kritisch te zijn. Ik als senior heb de ruimte om dat te doen. Ik merk vaker dat mensen die weinig te verliezen hebben, hoger in de boom zitten en wat ouder zijn, zich kritischer durven op te stellen. Ik snap hoe dat werkt.”
De geest is uit de fles. Waarom wil je dit verhaal blijven vertellen?
“Zodra geweld zo grootschalig en grof wordt toegepast als nu, dan snap ik heel goed dat onderhandelen elke dag, met elke dode, kanslozer wordt. Maar toch blijf ik ervoor pleiten. Het alternatief is namelijk nog meer geweld. Ik heb de hoop opgegeven dat het Westen de draai kan maken, maar misschien kunnen de Brics-landen [Brazilië, Rusland, India, China en Zuid-Afrika, red.] een rol spelen. En ik? Ik was laatst bij een promotieceremonie waar de kandidaat met het afleggen van de eed verklaarde dat ze zich eerlijk, nauwgezet, transparant, onafhankelijk en verantwoord zal gedragen. Een belofte van wetenschappelijke integriteit die ook mij voortdrijft.”