Internationaliseren is voor verenigingen moeilijk door Nederlandse mores
Het aantal internationale studenten groeit. In 2018 was 9,3 procent van de UU-studenten een international, in 2013 was nog maar 5,2 procent. Toch blijkt uit verschillende onderzoeken dat internationale studenten zich vaak niet thuis voelen in de Domstad. De Universiteit Utrecht moedigt daarom studentenverenigingen aan om zich meer te gaan richten op deze groeiende groep studenten.
“We zien nu dat er twee aparte studentgroepen zijn: de Nederlandse en internationale student,” zegt Fabian Koolstra van de Directie Studenten, Onderwijs en Onderzoek van UU. Die segregatie is volgens hem onwenselijk. Studentenorganisaties spelen een belangrijke rol in het sociale leven van studenten, het is daarom dat de UU nu ook hen oproept om in te spelen op internationale studenten. Om de stap naar internationalisering gemakkelijker te maken, biedt de UU hulp aan studentenorganisaties door onder meer het faciliteren van vertalingen van websites, het geven van workshops en het organiseren van de Orientation, de introductieperiode voor internationale studenten. Koolstra benadrukt dat de integratie van internationale studenten in het Nederlandse verenigingsleven niet ingewikkeld hoeft te zijn. Als voorbeelden benoemt hij het organiseren van international dinners, of het geven van rondleidingen. Maar staan Nederlandse verenigingen wel open voor buitenlandse leden? DUB belt vijf verenigingen.
De Nederlandse taal is te diep verankerd in tradities
Gezelligheidsvereniging Biton heeft op dit moment geen internationale leden, maar preses Willemijn Ros geeft aan dat de vereniging zeker openstaat voor deze groep studenten. Zo heeft het bestuur reeds een vertaling gemaakt van hun website. “Vorig jaar hadden we zelfs het plan om een feest te organiseren voor internationale studenten, maar dat is er vanwege drukte toen niet van gekomen”, vertelt Ros. Verder geeft de preses aan bereid te zijn maatwerk te verzorgen wanneer zich een internationaal lid aanmeldt, door bijvoorbeeld de introductieperiode toegankelijk te maken voor studenten die geen Nederlands spreken. Het knelpunt ligt bij de werving van deze studenten, aldus Ros. “Biton is geen corporale vereniging, het is echt wat anders, en dat spreekt niet iedereen aan.” Bovendien blijkt het moeilijk te zijn om internationale studenten te bereiken via de reguliere kanalen. Zo doen bijvoorbeeld maar weinig buitenlandse studenten mee aan de Utrechtse Introductie Tijd (UIT).
Dat internationale studenten ook welkom zijn bij haar vereniging, beaamt Dorine van der Lelie, vice-preses van SSR-NU Toch blijft het lastig om de vereniging ook toegankelijk te maken voor studenten die geen Nederlands spreken. “Bij SSR-NU zijn er verschillende tradities, gebruiken en liederen die onlosmakelijk met de vereniging en de Nederlandse taal verbonden zijn. Het is lastig om hier drastische veranderingen in aan te brengen, omdat je het karakter van de vereniging niet wilt veranderen.” Ondanks deze beperkingen, probeert de vereniging tenminste een keer per jaar een evenement voor internationale studenten te organiseren. “Voornamelijk omdat we het leuk vinden en natuurlijk ook omdat we uitstralen dat iedereen welkom is bij ons.”
Unitas heeft daarentegen wel internationale leden en een aantal van hen is zelfs heel actief binnen de vereniging. Ondanks hun niet-Nederlandse afkomst, spreken deze leden allemaal Nederlands. “Dat is erg belangrijk, aangezien alle statuten en wetten in het Nederlands geschreven zijn. Bovendien is Nederlands de voertaal,” aldus rector Godelieve de Wijer. Daarbij komt dat Unitas niet bewust internationale leden werft, omdat die vaak minder lang blijven hangen bij een vereniging. Wel organiseert de Maatschappelijke Activiteiten Commissie regelmatig evenementen waarbij internationale studenten ook welkom zijn.
UVSV/NVVSU geeft aan open te staan voor alle vrouwelijke studenten, dus ook internationale studenten. Zo worden er soms borrels georganiseerd voor internationals, en heeft de website een vertaalknop. Desondanks blijft het wel belangrijk dat leden de Nederlandse taal beheersen, aldus preses Manon Arslanagic. Daar komt nog bij dat niet alle internationale studenten na hun studie in Nederland blijven wonen, zegt ze “Bij UVSV is men vijf jaar actief lid. Dit kan moeilijk zijn voor internationale studenten die hier tijdelijk studeren. Bovendien worden contacten ook na deze periode vaak onderhouden. Als je dan in het buitenland woont, is dat lastiger.”
Groepsvorming
Ondanks het internationale karakter van studentenvereniging Aegee-Utrecht, heeft het op dit moment geen actieve internationale leden. Preses Jeroen Wijman legt uit dat de UU twee definities van het label “internationaal” hanteert. De eerste is het bevorderen van integratie van internationale studenten in Utrecht, zoals dat bijvoorbeeld wordt gedaan door Buddy-go-Dutch of ESN. Dit soort verenigingen hebben veel buitenlandse leden en Engels is er de voertaal. De tweede definitie van een “internationale vereniging” is het faciliteren van internationale oriëntatie van Utrechtse studenten. Die laatste definitie past meer bij Aegee of SIB, aldus de preses.
Aegee-Utrecht is namelijk onderdeel van een groot Europees netwerk van verenigingen, dat vanzelfsprekend internationaal van aard is. Wijman benadrukt ook dat internationale leden meer dan welkom zijn. In het verleden had de vereniging enkele niet-Nederlandse leden. Op borrels is de voertaal Nederlands, hoewel leden niet te beroerd zijn om Engels te spreken. Toch vormen er zich dan groepjes, omdat de Nederlanders onderling geen Engels gaan spreken, iets dat niet bevorderlijk is voor de integratie. “We zouden daarom graag een grotere groep internationale leden hebben, zodat zij op elkaar terug kunnen vallen.” Bovendien is de vereniging bezig met het ontwikkelen van een Engelse versie van hun website.
NB: Omdat in oktober bestuurswisselingen zijn geweest, hebben verschillende verenigingen op de dag van publicatie inmiiddels een ander bestuur gekregen.