Over Giorgia Meloni’s recente verkiezingswinst
Italiaanse UU’ers worstelen met zoveelste extreemrechtse regering
Voor de verkiezingen op 25 september stonden Italiaanse media vol met verkiezingsnieuws, peilingen en voorspellingen. De meeste bronnen verwachtten een grote opkomst voor de extreemrechtse partij Fratelli d’Italia (Broeders van Italië), geleid door parlementslid Giorgia Meloni. Haar politieke partij stamt direct af van de Movimento Sociale Italiano, een neofascistische organisatie die in 1946 werd opgericht door aanhangers van Mussolini. De twee partijen delen ook hetzelfde symbool. Toen Giorgia Meloni 15 was, werd ze lid van de jongerenorganisatie van Fratelli d’Italia. De partij en haar leider noemen zichzelf Italiaanse nationalisten en conservatieve katholieken die “God, vaderland, en familie” verdedigen. Haar winst resulteerde in de meest extreemrechtse Italiaanse regering sinds het fascisme.
De opkomst tijdens deze verkiezingen was laag, lager dan ooit: slechts 63 procent van de Italianen ging stemmen. 43 procent stemde voor de extreemrechtse coalitie, bestaande uit Meloni’s Fratelli d’Italia, Salvini’s Lega Nord en Berlusconi’s Forza Italia. Meer dan de helft van deze stemmen ging naar Meloni’s partij. De centrumlinkse Democratische Partij behaalde slechts 19 procent van de stemmen, het slechtste resultaat sinds hun oprichting.
Italië is een republiek met een parlementair systeem en twee staatshoofden: een minister-president en een president van de republiek. De eerste leidt beide kamers van het parlement, de laatste is het officiële staatshoofd en vertegenwoordigt nationale eenheid. Minder dan een maand na de verkiezingen moest Liliana Segre, een overlever van Auschwitz die als interim senaatspresident had opgetreden, Ignazio Benito La Russa als officiële senaatsleider aankondigen. La Russa’s tweede naam is geen toeval: zijn vader was de secretaris van zijn plaatselijke fascistische partij in de jaren 40, en La Russa zelf werd lid van de neofascistische Movimento Sociale Italiano in zijn jeugd. Hij is nu een van de grootste autoriteiten in het Italiaanse parlementaire systeem.
Na Matteo Salvini’s winst in de verkiezingen van 2018 zijn de Italianen inmiddels gewend aan een extreemrechtse regering. De nieuwe regering is echter extremer en Italianen die aan de UU studeren en het oneens zijn met de winnende partij voelen zich steeds meer afgesneden van hun land.
Deelnemende partijen aan de verkiezingen (Foto: Ministerie van binnenlandse zaken)
"Niemand richt zich echt op jonge mensen"
Derdejaars Economiestudent Olimpia dacht altijd dat naar het buitenland gaan meer kansen zou brengen dan in Italië blijven. “Op het gebied van onderwijs zijn er zoveel meer opties hier in Nederland.” Baankansen voor jonge studenten en recent afgestudeerden zijn schaars in Italië, en veel studenten verhuizen naar het buitenland. De huidige politieke situatie speelt ook mee: “Ik denk niet dat ik me ooit vertegenwoordigd heb gevoeld door een politieke partij, in ieder geval geen die een kans had om de verkiezingen te winnen. Niemand richt zich echt op jonge mensen zoals ik”, legt Olimpia uit. Desalniettemin reisde ze terug naar Italië om in september te stemmen.
“Ik denk dat Meloni gewonnen heeft, omdat mensen een soort van frisse start en een nieuw soort autoriteit wilden. Haar partij was deel van de oppositie tijdens het vorige kabinet, en ze lieten het niet na de fouten die de regering maakte hardop te benoemen. Misschien dachten mensen dat zij zaken kunnen veranderen”, denkt Olimpia. “Ik denk zeker dat politiek links hier mede schuld aan heeft: hun partijen en campagnes stortten al een tijdje in elkaar, en Meloni was het alternatief op wie men zich kon richten na alle teleurstelling. Als links een actieplan had en echt tot het volk kon spreken, denk ik dat er dingen zouden veranderen.”
De toekomstplannen van Olimpia zijn nog niet erg beïnvloed door de recente verkiezingsuitslag, zegt ze. “Ik had al plannen om mijn master in het buitenland te doen, maar op een dag wil ik permanent terug naar huis. Ik ben wel heel bevoorrecht: zelfs al ben ik vrouw, ik val toch niet onder de groepen waar Meloni de aanval op heeft geopend omdat ik financiële zekerheid heb. Als ze het recht op abortus opheffen, bijvoorbeeld, zou ik altijd naar een ander Europees land kunnen reizen.” Fratelli d’Italia is een ferme tegenstander van het recht op een vrije en veilige toegang tot abortus. De partij zegt pro life te zijn. “Ik vrees nog steeds voor wat deze regering misschien gaat doen, bijvoorbeeld op het gebied van internationale betrekkingen”, zegt Olimpia. “Ik ben band dat we onze externe relaties in gevaar brengen, bijvoorbeeld door ons te mengen in de situatie in Rusland en Oekraïne. Giorgia Meloni zegt dat ze Oekraïne steunt, maar ze is al lang bevriend met Poetin.”
Het politieke klimaat heeft haar band met haar land echter niet veranderd. “Ik mis hoe warm en spontaan de mensen er zijn. Ik voel me direct meer relaxed wanneer ik terugga naar Italië. Ik denk dat dat gewoon onze manier van leven is”, zegt ze. “Ik hou echt van mijn land, en ik hoop dat het verdriet dat we voelen door de huidige situatie kan omslaan in een collectieve boosheid. Dat we kunnen laten zien dat niet iedereen deze regering steunt.”
"Italie is geen verloren zaak"
Maria Laura, een tweedejaars student Sustainability, verhuisde naar Nederland vanwege haar studie. “Ik was op zoek naar een Engelstalige opleiding over duurzaamheid, en die bestaan niet op de plek waar ik vandaan kom”, vertelt ze. “Ik ben weggegaan uit Italië en geniet erg van mijn verblijf in Nederland, maar dat betekent niet dat ik niets meer geef om mijn land. Ik denk dat de laatste verkiezingen de idealen van een oud Italië, een conservatievere versie, reflecteren. Toen ik het verkiezingsprogramma van Meloni’s partij las, zag ik dat ze de enige was zonder hoofdstukken over mensenrechten of burgerrechten. Daarmee loopt ze zo’n 15 jaar achter op de meeste landen in de Europese Unie.” Ze vindt nog steeds dat haar stem belangrijk is, en stuurde haar stem per post naar Italië.
Maria Laura is nog onzeker over haar plannen voor de toekomst. “Eerst wilde ik teruggaan om in Italië te gaan werken, omdat ik denk dat het land jonge, hoogopgeleide mensen nodig heeft, zeker op onderwerpen als duurzaamheid”, legt ze uit, “maar ik weet niet of ik het nog aandurf. Het is erg frustrerend.” Maar dat gevoel doet niet af aan haar hoop voor de toekomst. “Ik denk niet dat Italië een verloren zaak is. Ik denk dat we er uiteindelijk wel zullen komen, maar dat het lang gaat duren. Ik hoop echt dat ik deel kan zijn van dit proces van verandering, om mijn kennis en expertise in te zetten en mijn land te helpen verbeteren. Wanneer ik op het vliegveld ben en in de rij sta om te boarden en iedereen Italiaans hoor spreken, voel ik me meteen thuis. Ik wil mijn land niet achterlaten, ik geef er erg om, maar ik ben ook bang dat terugkeren een zware wissel trekt op mijn mentale gezondheid. Het voelt allemaal heel dubbel.”
Protest van Amnesty International: Mensenrechten kunnen niet worden teruggedraaid
"Ik ga denk ik niet terug als er op politiek gebied niets verandert"
Agnese, die in haar derde jaar van de bachelor Sustainability zit, besloot om naar Nederland te komen nadat ze een jaar doorbracht als au-pair in de Verenigde Staten. “Ik wilde een goede Engelstalige studie, en daar zijn er niet veel van in Italië.” Ze stemde per post in de recente verkiezingen, hoewel ze al een tijd ontevreden en teleurgesteld is in de Italiaanse regering. “Het gaat niet eens over de mensen in de regering, maar meer over de stabiliteit ervan”, zegt ze. “Ik heb eerlijk gezegd moeite om invloedrijke politici uit de laatste vijf jaar te noemen, omdat ze constant vertrokken.” Sinds de opheffing van de monarchie en de oprichting van de republiek na een referendum in 1946 is de regering in totaal 66 keer gevallen. Een mandaat zou eigenlijk vijf jaar moeten duren, maar de gemiddelde tijd dat een regering aan de macht is, is net iets meer dan een jaar.
“Italië heeft al wat rechtse regeringen gehad, maar geen van de partijen die destijds aan de macht waren, waren zo extreem”, zegt Agnese. “Ik denk dat een combinatie van de verslechterde politieke campagnes van politiek links, desinformatie en de rechtse populistische retoriek hebben geleid tot Meloni’s winst. De manier waarop de verkiezingen werden georganiseerd, maakte het ook makkelijk om te stemmen voor mensen die doorgaans rechts kiezen: de kiesbureaus waren slechts één dag geopend en het was niet mogelijk om buiten de gemeente waar je woont te stemmen. Een hoop universiteitsstudenten die examens aan het doen waren buiten hun gemeente konden dus niet stemmen, en zij kiezen normaliter voor linkse partijen.”
Haar toekomstplannen worden zeker beïnvloed door de nieuwe regering: “Ik weet nog steeds niet zeker waar ik heen wil na mijn afstuderen, maar ik denk niet dat ik terug zal gaan naar Italië als de situatie daar niet verandert. De huidige regering heeft al een nieuwe anti-abortus wet voorgesteld, dus Italië is niet echt een plek waar ik nu wil zijn. Als de situatie niet verbetert, zal ik waarschijnlijk in het buitenland blijven, voor mij en mijn gemoedsrust.” Ze hoopt echter wel permanent terug te kunnen keren in de toekomst: “Ik mis mijn familie. Dicht bij hen kunnen zijn, en hen kunnen zien wanneer ik wil, zonder ingewikkelde planning en dure reizen. Ik denk ook dat meer kennis en bewustzijn van onderwerpen als duurzaamheid de situatie kunnen helpen veranderen, en ik zou graag mijn expertise in Italië willen inzetten. Maar niet ten koste van mijn mentale gezondheid.”