Je laten “prikkelen” in college door studenten die anders denken

Naam collegeMens & Moraal van Decartes College
WaarDrift 21, lokaal 1.05
Datum & Duur25 oktober 2017, 17.15 – 18.45 uur (groep 1)
GastdocentGerty Lensvelt-Mulders
Aantal ingeschreven studenten43 in groep 1
Aantal aanwezige studenten38

“Hey, wat doe jij hier?”, vraagt een studente verbaasd aan een andere student als ze elkaar passeren bij de ingang van lokaal 1.05 op Drift 21. “Ik ben hier voor Descartes”, antwoordt het meisje dat op het punt staat de collegezaal binnen te gaan. “Word je filosoof?” “Nee, Descartes College is een honoursprogramma waarbij je buiten je eigen discipline kijkt.”

De universiteit verwoordt het als volgt op haar site: een collegereeks waar je ‘over de schutting van je eigen opleiding samen leert. Kennis verwerven zonder begrenzing, omdat de werkelijkheid immers ook interdisciplinair is’. “Je leert je plek kennen binnen de wetenschap en de maatschappij”, legt oud-deelnemer Christian Oranje in een promotiefilmpje uit.

Aan die zoektocht naar de eigen plaats in de wetenschap en de maatschappij, kan niet elke student deelnemen. Volgens de website van het Descartesprogramma gaat het om de ‘beste studenten’ van de universiteit. Dat betekent in de praktijk dat elke student die na de eerste twee blokken van het eerste studiejaar hoger dan een 7,5 gemiddeld staat, een uitnodiging krijgt om deel te nemen aan de selectieprocedure van het programma. Daarnaast mogen gemotiveerde studenten met lagere cijfers zich ook aanmelden voor de selectie. En studenten die al deelnemen aan het honoursprogramma van hun faculteit, mogen sowieso meedoen. Volgens de organisatoren van het programma worden ze allemaal gekenmerkt door een onderzoekende geest en een brede interesse. Twee zaken die de Franse filosoof Descartes ook niet vreemd waren, daarom draagt het programma zijn naam.

Laat je prikkelen
De multidisciplinariteit van het Descartes College is ook de reden voor DUB Collegetoer om een keer aan te schuiven bij een lezing uit de 9-delige reeks ‘Humaniteit: van genetica tot robotica, met inbegrip van Mozart en moraal’. In de cursus wordt er vanuit verschillende vakgebieden gekeken naar ‘wat ons bij uitstek mens maakt’: 'Hoe kijkt de ethologie naar het verschil (als dat er is) tussen mens en dier? Wat leert demografie over de wijze waarop mensen deze planeet bevolken? Zijn wetenschap en kunst (en sport?) inderdaad de domeinen waarin mensen excelleren?' Nu wordt studenten met regelmaat geadviseerd om buiten hun eigen vakgebied kennis op te doen en/of contacten te leggen, maar wat gebeurt er als ze dat doen? Wat voegen al die invalshoeken op één thema toe? Of merk je daar eigenlijk weinig van in de collegebanken?

Het is alsof gastspreker Gerty Lensvelt-Mulders mijn vragen heeft gehoord. “Het is mooi om je een keer te laten prikkelen”, begint de rector van de Universiteit voor Humanistiek haar college over mens en moraal binnen de cursus. De studenten die zo even nog de collegezaal vulden met geklets, worden stil. “Ik heb niet alle antwoorden”, vervolgt ze, “maar dat geeft niets”. Haar woorden klinken op de één of andere manier bemoedigend. Alsof ze zegt: laten we samen het onbekende ontdekken. Ik ken de weg een beetje, maar samen kunnen we nooit verdwalen.

De Nederlandse vlag als poetsdoek?
Eén van de vraagstukken waar Lensvelt-Mulders mee worstelt is of mensen gedurende hun leven steeds betere mensen worden. Als we filosoof Philip Kitcher moeten geloven wel. Hij stelt dat ethiek niet statisch is, maar continue wordt verfijnd en hergeformuleerd door de mens om de sociale omgeving leefbaar te maken. Onzin volgens filosoof John Gray, vervolgt de gastdocent. “Onder druk doen we, volgens hem, niet onder voor apen. Hij stelt dat je dan ziet dat mensen met gemak niet ethisch handelen. Zo hebben we afgesproken om niet te martelen. Een stap vooruit. Maar je ziet dat dit na 9/11 wel gebeurt.”

Wat je wel of niet ethisch vindt, verschilt niet alleen per situatie, maar ook per cultuur. Zo vervolgt ze. Ze verwijst naar psycholoog Jonathan Haidt. Hij stelt dat ons moraal gefundeerd is op de vijf waarden:  zorg, loyaliteit, autoriteit, heiligheid en rechtvaardigheid. Ook zegt hij dat niet overal dezelfde ethische waarden het belangrijkste zijn. Om dat te illustreren, legt Lensvelt-Mulders de groep een vraag voor: als je een oude Nederlandse vlag op zolder vindt, zou je die dan verknippen en gebruiken als poetsdoek voor je auto?

“Ja”, antwoordt één student meteen, “het is gebruiken of laten verrotten”. Een andere student is het daar niet mee eens: “Ik zou hem niet verknippen, het is niet heilig om dat te doen”. “Het lijkt mij beter om hem in stukken te knippen, dan je auto met de hele vlag te poetsen”, werpt een andere student lachend tegen. “Je kan de vlag gewoon in drie poetsdoeken knippen”, suggereert weer een ander. “Eén rode, een witte en één blauwe. Dan is het geen vlag meer.”

“Je zou hem ontvlaggen”, vat Lensvelt-Mulders de reactie van de laatste student samen. De student knikt bevestigend. “In Nederland kun je dus een oude vlag verknippen. De vlag is niet heilig, maar tegelijkertijd merk je ook een soort ongemakkelijkheid om hem als poetsdoek te gebruiken. In Amerika kan je dat echt niet met de vlag doen. Er zijn dus landen waar bepaalde waarden meer of minder belangrijk zijn. In Nederland hebben we bijvoorbeeld weinig met autoriteit. Toen ik rector van de Universiteit voor Humanistiek werd, dacht ik: nou heb ik een zekere machtspositie. Nou dat valt in de praktijk wel mee”, zegt ze lachend. De bijna veertig studenten lachen met haar mee.

Kan je een moreel oordeel vellen over reflex?
Na drie kwartier het woord te hebben gevoerd, draagt Lensvelt-Mulders het stokje over aan drie studenten. Aan hen de uitdaging om het thema mens en moraal verder te onderzoeken. De tweede helft van het college wordt iedere week door studenten georganiseerd. Per week legt een wisselend groepje studenten aan de groep stellingen voor die ze hebben bedacht naar aanleiding van de literatuur die moest worden gelezen. Deze groep vraagt de studenten om een mening te vormen over het wel of niet bestaan van een universele grondslag voor onze moraal. En als je iemand helpt, of je eigenbelang dan een hoofd- of bijzaak is.

“Wanneer je iemand helpt, staat je eigen belang niet centraal, maar is dat een bijkomstigheid”, gooit één student in de groep. “Als je een vriendin helpt, doe je dat voor de vriendschap”, vervolgt een ander. Waarna er hardop wordt gevraagd of ‘iets doen omdat de vriendschap belangrijk voor je is’ niet de hoofdreden van je behulpzame handeling is. “Als de ander nooit iets terugdoet, dan hou jij er ook vanzelf mee op”, stelt een student. Dus dan is je eigen belang vaker een hoofd- dan bijzaak, wordt er geconcludeerd.

Maar, werpt het drietal dat de discussie begeleid tegen, zijn er ook niet momenten dat je eigen belang wel een bijzaak is? Wat als een oud vrouwtje dreigt te vallen en jij vangt haar op, dan doe je dat toch niet voor jezelf? “Volgens mij hebben we überhaupt een reflex om vallende dingen op te vangen. Of het nou een vallende fles of oud vrouwtje is”, reageert één student. “Kan je daar een moreel oordeel over vellen?”, vraagt een andere student zich in reactie af. Hij antwoordt zelf: “ik zou nooit een reflex mijzelf toeschrijven. Zo van: ‘Dat heb ik goed gedaan’.” Als de gastspreker om een inzicht wordt gevraagd, verwijst zij naar het feit dat ouders veel over hebben voor hun kinderen en zegt dan: “Ik denk dat er maar één altruïstische daad is en dat is je leven geven voor iemand. Tenzij je gelooft in een wereld na deze wereld.”

Is rechten een echte wetenschap?
De discussie verloopt vliegensvlug. De studenten lijken meer over de stellingen te zeggen te hebben dan de resterende collegetijd toelaat. We schieten heen en weer tussen inzichten. Ze zijn stuk voor stuk interessant, maar het multidisciplinaire sausje proef ik niet meteen. De perspectieven lijken niet expliciet gekleurd door een bepaald vakgebied. Althans ik denk geen enkele keer: Aha, daar hoor ik een student rechten! Of: Dat is echt het perspectief van iemand die geneeskunde studeert!

De student naast mij vertelt dat dat weleens anders is. Ze merkt duidelijk het verschil tussen dit honoursprogramma en het honoursprogramma van haar opleiding Rechtsgeleerdheid. Ze volgt beiden en bespreekt bij Descartes andere onderwerpen. De multidisciplinariteit van het programma beperkt zich namelijk niet tot de inbreng van studenten tijdens de discussies. De verschillende invalshoeken zitten ook verwerkt in de opzet van het programma. Zo komen binnen deze Descartescursus onder andere een antropoloog aan het woord over de religieuze mens, een hoogleraar rechten van de mens en spreekt er iemand over mens-robotica interactie. Daarnaast moeten de studenten ‘interdisciplinair samenwerken’ in de opdrachten die verbonden zijn aan de cursussen.

Die andere visies leveren soms grappige situaties op, vertelt de rechtenstudent. Tijdens de Descartescursus ‘Een waaier aan wetenschappen’ werd er vanuit verschillende vakgebieden antwoord gezocht op de vraag ‘Wat is wetenschap?’. “Toen kregen we weleens van andere studenten te horen dat rechten geen echte wetenschap is”, lacht ze. “Studenten van een andere studie kunnen soms dus echt heel anders denken, terwijl je binnen je eigen studie hetzelfde denkt als je medestudenten.”

Advertentie