Leren voor je tentamen: welke methodes werken, en welke niet?
Stop met het maken van samenvattingen en doe de markeerstiften maar snel weer terug in de tas. Veelgebruikte studiemethodes als onderstrepen van tekst werken namelijk helemaal niet, blijkt uit Amerikaans onderzoek. Wat wel werkt: flashcards, jezelf testen en vroeg beginnen met leren.
Niet doen: markeren
Wie blokt voor een tentamen heeft ze vast in de tas zitten. Een markeerstift om met een paar gerichte lichtgele of roze strepen aan te geven wat belangrijk is en wat niet. Vijf psychologen onder leiding van professor John Dunlosky onderzochten deze leermethode en kwamen tot de conclusie dat het totaal geen nut heeft. Je leert er vrij weinig van en het heeft nog een ander ongunstig effect. Want alleen individuele feiten blijven de onderstrepers bij, waardoor ze het zicht op onderlinge verbanden tussen de feiten verliezen.
Hetty Grunefeld, onderwijskundig adviseur van de Universiteit Utrecht, is niet verbaasd over de uitkomst van de studie. Ze geeft studenten tips hoe ze beter kunnen leren en vertelt docenten hoe zij hun studenten didactisch beter kunnen begeleiden. “Sommige studenten zijn zo druk bezig geweest met highlighten dat de pagina’s bijna helemaal geel oplichten. Dat helpt natuurlijk niet. Markeren is pas slim als je een tekst eerst uitvoerig hebt gelezen. Want dan weet je wat de belangrijke punten zijn en waar je die snel terug kunt vinden. Ik raad highlighten alleen aan als je goed hebt nagedacht over wat je wilt onderstrepen.”
Niet doen: samenvatten
Samenvatten is om dezelfde reden niet zo verstandig. Wie deze vorm van leren hanteert, focust vaak teveel op individuele feiten en verliest het geheel uit het oog. "Als je een kei bent in het maken van goede samenvattingen heb je er natuurlijk wel wat aan. Maar wie er geen ster in is, kan het maar beter laten. Je kunt er wel beter in worden als je een tekst goed leest en daarna in je eigen woorden opschrijft. Lees het dan nog wel uitvoerig na of je niets belangrijks bent vergeten.”
Herlezen heeft weinig nut. Het is te passief, waardoor maar weinig van de stof blijft hangen. “Die methoden hebben pas nut als studenten actiever leren”, zegt Grunefeld.
Doen: regelmatig studeren
Een andere conclusie die de Amerikaanse onderzoekers trekken: ellenlange studiesessies werken niet zo goed. Wie tot diep in de nacht tentamenstof aan het stampen is, heeft daar op de lange termijn maar weinig aan. Binnen een paar weken is alle lesstof weer uit je hersenpan verdwenen.
Geen verrassing voor Grunefeld. “Wij vertellen studenten al jaren dat ze beter vanaf week één kunnen beginnen met leren. Uitstellen tot drie dagen voor het tentamen is sowieso niet slim. Wie regelmatig studeert en tijd besteedt aan een vak, haalt vaak hogere cijfers.”
Doen: korte, regelmatige leersessies
Het spreiden van studiesessies, zoals in de Amerikaanse studie wordt aangeraden, wordt al langer gepromoot door docenten en onderwijsadviseurs van de Universiteit Utrecht. “Eerdere onderzoeken van bijvoorbeeld professor John Hattie wezen dat ook al uit”, zegt Grunefeld.
Wat volgens de studie wel goed werkt: korte, regelmatige leersessies. Als er meer tijd tussen het leren zit, blijft de lesstof beter hangen. Mits je blijft herhalen, want dat doet wonderen. Wie een paar dagen voor een tentamen stampt, is alle stof na twee weken meestal weer vergeten. Wie regelmatig leert kan twee jaar na het tentamen nog lesstof reproduceren, blijkt uit het onderzoek.
Doen: bedenk zelf tentamenvragen
Een andere effectieve leermethode is testen en nog eens testen. Niet voor een cijfer, maar om beter te leren. “Het werkt heel goed om je eigen tentamen te bedenken”, zegt Grunefeld. “Je verzint de vragen en kunt meteen controleren in je boeken of het wel klopt wat je denkt. Dat is heel effectief omdat je ook meteen weet wat je nog moet bijschaven.”
Grunefeld geeft de tip ook aan docenten. “Vraag aan je studenten of ze voor het volgende college zelf drie tentamenvragen willen bedenken. Dan weet je meteen hoever je studenten zijn met de lesstof en hoe je daar concreet op in kunt spelen om de kennis uit te breiden.” Uit de studie blijkt dat veel verschillende soorten studenten baat hebben bij deze leermethode. Studenten waren er relatief weinig tijd mee kwijt en behaalden er wel goede cijfers door.
Doen: flashcards maken
Flashcards worden ook positief beoordeeld. Het is niet veel meer dan begrippen of vragen op een kaartje schrijven en de betekenis of het goede antwoord op de achterkant zetten.
“Je kunt met meerdere studenten aan een tafel zitten en een quiz houden”, zegt Grunefeld. “Alle kaartjes die je meteen goed weet, plaats je naar achteren. Wat je slecht onthoudt, komt vooraan in de kaartenbak. Die herhaal je vaak. De kaartjes die je al snel goed wist, herhaal je eens in de zoveel weken.”
Het kaartensysteem was erg populair vóór de computertijd. “Toen waren die kaartjes voor flashcards makkelijk te krijgen.” Maar flashbacks zijn nu virtueel terug, als app. “Die ga ik snel eens onderzoeken,” zegt Grunefeld. “Want ze werken vooral goed als je veel theorie moet leren.”
Misschien doen: beelden verzinnen bij tekst
Dan zijn er nog een aantal andere leermethoden die wel aanslaan bij de ene groep studenten, maar bij de ander maar weinig effect hebben. Zoals beelden verzinnen bij tekst. “Dat kan handig zijn, maar niet elke tekst leent zich voor een beeld”, zegt Grunefeld.
Of associëren om bijvoorbeeld woorden uit een vreemde taal beter onder de knie te krijgen. “Maar ga het niet forceren. Je kunt niet bij alles een associatie verzinnen.”
Ook over constante overhoring is ze kritisch. Daarbij vraagt de student zichzelf voortdurend af waarom iets zo is in de tekst. Als een vierjarige kleuter die alles wil weten. “Maar niet alles valt met een waaromvraag te beantwoorden en overal die vraag stellen wekt irritatie op. En ergernis tijdens het leren lijkt me niet zo’n handige emotie.”
Doen: mindmaps maken
Mindmaps maken en structureren vindt Grunefeld ook erg nuttig bij het leren. “Bedenk voor je gaat studeren hoe je het wilt aanpakken en welk boek je precies in handen hebt. Waar gaat het over? Wat is de context? Probeer overzicht te kijken door de titel te ontleden en naar de inhoudsopgave te kijken. Lees de samenvattingen en hak de tekst in kleine stukjes. Ga heel precies na wat je hebt gelezen en denk daar actief over na. Maak er mindmaps van op papier of in speciale mindmapsoftware. Structureer de stof en breng thema’s, verbanden en relaties aan. Dat helpt al heel veel bij het studeren.”
Voor de leermethode ‘zelf-uitleg’ valt op bepaalde tijdstippen wel wat te zeggen, vindt Grunefeld. “Als je op de bus staat te wachten kan je jezelf uitleggen hoe de lesstof in elkaar zit. Dat lijkt me een zinnig tijdverdrijf. Je hebt dan geen tijd om het boek door te ploeteren maar wel tijd om over de lesstof na te denken.”