Ook thuis niet altijd veilig

Lieke werd seksueel lastiggevallen in eigen studentenhuis

Ongewenst gedrag in studentenhuis
Foto: Shutterstock, illustratie DUB

Eigenlijk woonde ze in een heel leuk en hecht huis, zegt de masterstudent over het studentenhuis in Zeist van studentenhuisvester SSH. Ze woonde er twee jaar. De tien huisgenoten deelden een gemeenschappelijke ruimte, trokken veel met elkaar op en hadden samen de coronaquarantaines doorstaan. Toch besloot ze vorige zomer om haar kamer op te zeggen, nadat twee verschillende huisgenoten haar seksueel lastig hadden gevallen.

Het eerste incident vond plaats toen Lieke – haar echte naam en identiteit zijn bekend op de redactie - er net een paar maanden woonde en er een nieuwe huisgenoot kwam, zegt ze. “Vanaf het moment dat hij hier naartoe verhuisde, was hij erg flirterig en zocht hij veel contact. Op een avond toen we dronken waren, begon hij mij te betasten op plekken waar ik dit echt niet wilde.” Het was lastig voor haar om in te zien dat dit gedrag niet door de beugel kon, zegt ze. Ze kaartte het aan bij haar huisgenoten, die haar aanraden het gesprek met hem aan te gaan, maar voor Lieke was die drempel te hoog. “Hij had toentertijd een vriendin en ik was toch een beetje angstig voor zijn reactie. Gelukkig is hij daarna vrij snel verhuisd maar ik heb nog wel een aantal maanden met een naar gevoel rondgelopen.”

Drama queen
Anderhalf jaar later werd Lieke wederom het slachtoffer van seksueel overschrijdend gedrag. Ditmaal door een jongen die al langer in huis woonde en waar ze goed bevriend mee was, vertelt ze. “Elke keer als hij geil was of als we iets van drank of drugs op hadden, trok hij naar mij toe en gaf hij aan dat hij dingen met me wilde doen, maar op andere momenten was het alsof ik voor hem niet bestond. Vanwege mijn vorige ervaring vond ik deze constante afwisseling erg heftig en voelde ik mij weggezet als een stuk vlees; zeker op de momenten dat hij mij aanraakte en ongepaste opmerkingen over mijn lichaam maakte.”

Ook deze keer besprak ze haar ervaringen met haar huisgenoten, maar die leken het probleem dit keer te negeren. “De meeste huisgenoten waren bevriend met zowel hem als mij, en probeerden de vrede binnen het huis te bewaren”, zegt Lieke. “Ze stelden dat het wel meeviel, wilden mij niet geloven en reageerden alsof ik een drama queen was. Ik ging hierdoor erg twijfelen aan mijn eigen gevoelens en ervaringen.” Uiteindelijk heeft Lieke het contact verbroken met de jongen en is ze opzoek gegaan naar nieuwe woonruimte. Toen ze na twee maanden nog niks had gevonden, zegde ze haar kamer op en ging ze weer bij haar ouders wonen.

Gebrek aan steun
Lieke’s situatie staat niet op zichzelf. Volgens een recente enquête van het Interstedelijk Studenten Overleg krijgt 9 procent van de studenten te maken met seksueel overschrijdend gedrag. In een derde van deze gevallen gaat het om een fysiek incident, gaven studenten aan. Vaak maakt het slachtoffer hier ook geen melding van: ze gaan er vanuit dat het incident niet ernstig genoeg is, weten niet waar ze terecht kunnen met hun melding of hebben te weinig vertrouwen dat een instelling er daadwerkelijk iets mee gaat doen.

Ook Lieke had niet het gevoel bij de verhuurdersorganisatie van haar studentenhuis aan te kunnen kloppen, zegt ze. “Ze hadden geen speciaal meldpunt voor gevoelige incidenten zoals seksueel overschrijdend gedrag. Het zou ook fijn zijn geweest als ze op hun site zouden aangeven dat zulk gedrag niet geaccepteerd wordt, of wanneer ze een protocol hadden gehad waaraan ik mij had kunnen vasthouden.”

Toen ze besloot haar studentenhuis te verlaten, zocht ze toch contact met de SSH. Ze wilde graag het probleem van seksueel overschrijdend gedrag onder de aandacht brengen en kijken of de organisatie haar kon helpen met het vinden van een nieuwe kamer. Omdat dit geen succes was, en ze ook geen steun ondervond van haar huisgenoten en andere omstanders, besloot ze uiteindelijk contact op te nemen met DUB. “Ik wil graag dat ik en andere mensen die dit soort dingen hebben ervaren, meer gehoord worden”, zegt ze.

Uithuisplaatsing
Volgens UU-hoogleraar Stadssociologie en directeur van NSCR Beate Völker, zou een duidelijk plan binnen instellingen zoals studentenverenigingen en huisvesters houvast kunnen bieden voor potentiële slachtoffers. “Een helpdesk, vertrouwenspersoon of protocollen tegen seksueel overschrijdend gedrag stralen uit dat een organisatie zulk gedrag niet accepteert”, zegt ze. Deze maatregelen geven slachtoffers de kans om advies te vragen en hun verhaal te doen. Daarnaast geven ze een helder signaal af aan potentiële daders dat seksueel overschrijdend gedrag niet getolereerd wordt – een signaal dat zeker effectief is als de organisatie duidelijk maakt dat ze bereid is om in te grijpen en daders in ernstige gevallen uit huis te plaatsen.

De SSH heeft geen speciaal meldpunt of protocol voor seksueel overschrijdend gedrag maar studenten met conflicten kunnen zich altijd melden, laat woordvoerder Madelon van Gameren weten in een reactie. De SSH werkt met een team dat gespecialiseerd is in algemene overlastzaken en afhankelijk van de wensen van het slachtoffer gaat dit team in gesprek met de student. “Per situatie bekijken we samen met de melder hoe we deze het beste kunnen aanpakken. In sommige gevallen kan dat andere huisvesting voor de melder of voor de vermeende dader zijn. Daarnaast hebben wij ook goed contact met hulpverleners zoals bijvoorbeeld het buurtteam, de wijkagent en de politie.” Hoe het in het geval van Lieke is gegaan, kan Van Gameren niet zeggen omdat DUB Lieke had beloofd haar identiteit niet prijs te geven, maar de SSH zegt niet te kunnen en willen vertellen of en zo ja hoe vaak er klachten van grensoverschrijdend gedrag binnenkomen. "Omdat de grens van grensoverschrijdend gedrag niet zwart wit is, kunnen en willen we hier geen aantallen over delen."

Conflicten in huis vermijden
De verhuurder kan een belangrijke schakel zijn, maar huisgenoten spelen misschien een nog grotere rol in het oplossen en voorkomen van seksueel ongewenst gedrag, zegt hoogleraar Völker. Het negeren van het problematische gedrag is daarbij vaak geen goede optie voor het slachtoffer, zoals blijkt uit Liekes verhaal, maar het is wel te verklaren waarom huisgenoten hiervoor kiezen. “Als je als huisgenoot, vriend of kennis wilt handelen dan moet je een positie innemen en ga je een conflict aan dat emotionele risico’s met zich meebrengt. De relatie met die huisgenoot komt onder druk te staan en je riskeert dat deze persoon niets meer met je te maken wil hebben. Misschien heb je juist wel een goede relatie met de dader of met een vriend van de dader – dan wil je dergelijke conflicten het liefst vermijden. Daarom wordt er vaak zo laat ingegrepen door het omringende netwerk.”

Zeker in een hecht studentenhuis met veel onderlinge relaties zoals in die van Lieke, staat er veel op het spel en is het risico hoog dat huisgenoten niets doen en alles op zijn beloop laten, stelt Völker. “Hoe uitgebreider het sociale netwerk binnen een studentenhuis, hoe meer relaties er onder druk kunnen komen te staan en hoe groter de kans is dat het conflict escaleert.” Daarbij komt dat in hechte studentenhuizen, de bewoners soms geen netwerk buiten het huis meer hebben, zegt ze. “Als je ruzie in zo’n huis hebt, moet je een heel nieuw netwerk gaan opbouwen.”

Om te voorkomen dat ongewenst gedrag onder het tapijt wordt geschoven of dat onderlinge relaties opbreken, is het volgens Völker belangrijk om een onderlinge sfeer van vertrouwen te creëren. “Beide kanten moeten het gevoel hebben dat ze seksueel overschrijdend gedrag kunnen bespreken.” Het slachtoffer moet zich kunnen uiten in de groep en potentiële daders moeten weten dat als ze iets doen, dit consequenties heeft en ze aangesproken zullen worden.

Domper op studentenleven
Lieke’s advies voor studenten die in een vergelijkbare situatie zitten, is enigszins deprimerend geeft ze toe. “Verhuis. Je kunt wellicht wachten of proberen de SSH te benaderen maar uiteindelijk hangt het af van de reactie van je huisgenoten en of ze je serieus nemen. Ik vind het daarnaast ook niet passend om te adviseren dat je in gesprek moet gaan met de dader – dat is makkelijker gezegd dan gedaan.”

Nadat Lieke weer bij haar ouders was ingetrokken en haar studie na een tussenjaar hervatte, merkte ze dat ze depressief was. “Ik was doodop elke dag, had regelmatig huilbuien en kon zonder problemen twaalf uur slapen.” Ze is nog steeds op zoek naar een appartement of kamer met minder huisgenoten en kijkt er naar uit om haar studie diergeneeskunde af te ronden en te beginnen met werken. “Het studentenleven was niet de leukste periode voor mij, als ik heel eerlijk ben.”

*De naam van Lieke is gefingeerd. Haar identiteit is bekend op de redactie.

Advertentie