Van UU-student tot schrijver

‘Maak je tekst af, dan komen er weer nieuwe ideeën’

Max Urai Foto: Sanne Ypenburg
Max Urai, foto: Sanne Ypenburg

Tijdens zijn bachelorstudie Theater,- Film- en Televisiewetenschappen aan de UU schreef Max Urai (1991) filmrecensies en scripts. Maar als je een script af hebt, moet het nog geproduceerd worden. En Urai wilde eigenlijk alleen maar schrijven. ‘’Toen ik dat ontdekte, heb ik me op proza gestort. Ik begon steeds meer verhalen te maken, maar ik deed er niets mee. Waar klop je aan? Ik had geen idee. Dus toen ben ik naar de kunstacademie gegaan, ook om wat meer structuur te krijgen. Daar was de druk heel hoog, je leert hoe het is om elke drie maanden een nieuw verhaal af te maken.’’

Sindsdien schreef Urai onder andere een betoog over activisme in Nederland, dat genomineerd werd voor de Joost Zwagerman essayprijs. Hierin vertelt Urai op scherpe en humoristische wijze welke lessen hij heeft getrokken uit zijn verdieping in activisme. Het werk van de schrijver wordt gekenmerkt door politieke aspecten. Zo reflecteert hij in een autobiografisch essay over mannelijkheid, gender en seksualiteit.

Wat voor rol heeft je studie gehad in je ontwikkeling als schrijver?
‘’Het belangrijkste voor mij was de toegang tot de bibliotheek. Er was een enorme kast vol met dvd’s, en ook al had je geen idee wat voor film het was, je kon ze gewoon kijken. Misschien keek je de raarste  ooit, of juist eentje die je nooit meer zou vergeten, of allebei tegelijkertijd. Dat is een enorme schat. Het zien van die films rekt je begrip van wat er allemaal mogelijk is.

‘’Een andere belangrijke les die ik tijdens mijn studie leerde, was dat het niet alleen maar gaat om het verhaal, maar ook om hoe je dat verhaal vertelt. Daar zijn eindeloze mogelijkheden voor, maar het is belangrijk dat je erover nadenkt. Als je schrijft wat je voelt, betekent dat namelijk nog niet per se dat het ook overkomt op de lezer.’’

Je voornaamste doel met je verhalen is lezers energie geven, ze wakker maken, ze het gevoel geven dat er meer mogelijk is dan ze dachten. Is dat ook iets wat je zelf zoekt in literatuur?
‘’Ja, dat zijn wel de eigenschappen van werk dat ik bewonder. Maar wat verhalen goed maakt, is wel een kwestie van smaak, je kunt daar niet een heel objectief idee van maken. Maar als ik bijvoorbeeld mijn eigen stukken terug lees, dan vind ik de stukken waar ik zelf weer energie van krijg het beste.’’

Je schrijft ook best persoonlijk, vind je het soms ook spannend om naar buiten te treden met je verhalen?
‘’Ja en nee. Het is net als wanneer je nieuwe vrienden maakt, en je ontmoet iemand waarmee je meteen een klik hebt. Dan ben je bereid om na vijf minuten te vertellen over je dromen of de duistere krochten van je internetgeschiedenis. Je merkt dat het juist interessant wordt op het moment dat je eerlijk bent. Zo is het ook met schrijven.’’

Je bent zelf nu met je debuut bezig, een sciencefiction boek. Kun je alvast een tipje van de sluier oplichten over het verhaal?
‘’Het gaat over winkelcentra, de allereerste versie van het verhaal heette ‘Laag Catharijne’, dus je ziet wel hoe ik op het idee gekomen ben. Er is een wereld waar mensen een winkelcentrum inlopen, even niet opletten en zo hup – een ander winkelcentrum inlopen. We volgen mensen die besluiten om in winkelcentra te blijven, groepjes vormen en rondtrekken. Het verhaal gaat over de opkomst en ondergang van die samenleving.’’

Klinkt interessant. Hoe ben je bij sciencefiction terecht gekomen?
‘’Ik vond het genre altijd al tof, maar ik was er een beetje van weggebleven omdat ik dacht: niemand doet dat. Toch is dat exact wat ik er later aan ben gaan waarderen. Sciencefiction geeft je de vrijheid om te ontdekken wat voor soort werkelijkheden kunnen bestaan – die kunnen ontzettend wreed zijn of juist lieflijk. Dat vind ik uitdagender en spannender dan gewone fictie. Je moet bijvoorbeeld ineens gaan nadenken: hoe begraven mensen in een winkelcentrum hun doden?’’

Zit er ook een politiek element in?
‘’Ja, absoluut. Dat is het interessante aan sciencefiction, je kunt over politiek nadenken buiten de frames van wat er momenteel tussen de politieke partijen wordt besproken. In de wereld van sciencefiction moeten de personages voor zichzelf nadenken, er staan andere aspecten van wat het betekent om mens te zijn centraal. De personages moeten terug naar de vraag: wie willen we zijn?’’

Hoe ziet jouw ideale schrijfdag eruit?
‘’Ik werk op een hokje op zolder met een heel oude laptop, waar ik de router uit heb gehaald, dus nu is het eigenlijk een soort elektrische typemachine geworden. Meestal ga ik eerst even roeien of rennen, en ik probeer altijd een uur of twee te lezen voordat ik ga schrijven. Ik heb altijd een doel voor de dag, dan wil ik bijvoorbeeld een hoofdstuk afhebben. Dan ga ik zitten en tikken tot ik klaar ben. Soms duurt dat vier uur, soms negen uur.’

‘’Ik moet altijd heel lang achter elkaar werken om helemaal in die wereld te komen. Die plek is zo totaal anders. Ik moet er helemaal induiken.’’

Je hebt ook een mooi stuk geschreven over beginnen. Heb je tips voor jonge schrijvers of columnisten die moeten beginnen met hun stukje?
‘’Het belangrijkste is denk ik om uit te vogelen wat voor jou werkt. Een andere tip die ik kan meegeven: ik heb op een gegeven moment een bestand aangemaakt dat ik ‘De domste ideeën ter wereld’ noemde. Ik dacht: wat is het domste dat ik kan bedenken? Toen heb ik een verhaal bedacht dat ging over een ruimteschip volgepropt met vissen. Jezelf toestaan om heel dom te zijn is meestal een stuk bevrijdender dan proberen heel slim te zijn.’’

‘’Mensen denken dat je ideeën op een gegeven moment op raken. Maar als je iets hebt geschreven, komen er automatisch weer nieuwe ideeën. Dus maak je tekst af, dan kun je weer door naar het volgende stuk.’’

DUB zoekt campsucolumnist 2024
DUB zoekt voor 2024 twee Campuscolumnisten: één voor de Engelstalige en één voor de Nederlandstalige pagina. Belangstellenden moeten twee columns insturen die door een deskundige jury worden beoordeeld. De winnaars publiceren eens in de drie weken op DUB en ontvangen het Erik-Hardemanstipendium van 1000 euro.
Een campuscolumnist is een student of medewerker van de Universiteit Utrecht die een blog schrijft over zaken die hem opvallen over de universiteit of het studentenleven. Meer weten en meedoen? Zie de voorwaarden.

Advertentie