Masteropleiding zet onbetrouwbare afstudeerbedrijven op zwarte lijst
Bedrijven die studenten wegkopen voordat ze afstuderen, krijgen geen nieuwe Utrechtse stagiairs. Dat heeft de Utrechtse masteropleiding Business Informatics besloten.
Het is volgens hoogleraar Informatiekunde Sjaak Brinkkemper een hardnekkig probleem: bedrijven die talentvolle stagiairs meteen maar in dienst nemen of afstudeerders verleiden nog wat langer te blijven om bijvoorbeeld een project af te maken.
Brinkkemper schat dat jaarlijks zo’n één tot twee studenten van zijn tweejarige master Business Informatics hierdoor geen diploma haalt en zo’n vijf studenten aanzienlijke studievertraging oplopen. In totaal gaat het om bijna 20 procent van zijn afstudeerders.
Een grote verliespost
Dat bedrijven hun slag proberen te slaan als ze een goede student in huis hebben, is begrijpelijk. De behoefte aan hooggeschoolde informatici is groot. Volgens branchevereniging Nederlands ICT is er sprake van een tekort van tussen de 5000 en 15.000 afgestudeerden.
De hoogleraar heeft begrip voor de hoge nood bij de ondernemingen. Toch vindt hij het onacceptabel dat stagiairs een contract krijgen aangeboden voordat zij zijn afgestudeerd. “Als een bedrijf iemand niet in staat stelt zijn diploma te halen, dan wordt zo’n student onrecht aangedaan. Die zal later in zijn carrière de gevolgen daarvan ondervinden. Maar ook onze opleiding wordt geschaad. Met dat soort organisaties wil ik geen zaken doen. Er zijn genoeg andere bedrijven waar onze studenten terecht kunnen.”
Volgens Brinkkemper zijn studenten die niet of laat afstuderen een grote verliespost. Sinds enkele jaren krijgen opleidingen geen geld meer voor de studiepunten van studenten die meer dan een jaar vertraging oplopen. Een afstudeertraject van 45 studiepunten levert de opleiding dan niets meer op. Ook de diplomavergoeding schiet er dus in sommige gevallen bij in. Volgens Brinkkemper kunnen de kosten per student oplopen tot 5250 euro.
Geen prettig gesprek
De opleiding heeft daarom besloten de banden te verbreken met bedrijven die studenten wegkapen. Die komen op een zwarte lijst van de opleiding terecht.
Brinkkemper schetst de werkwijze: “We dringen er eerst bij de student zelf op aan om snel af te studeren. Als dat op bezwaren stuit van een werkgever dan vragen wij zo’n bedrijf op minder vriendelijke wijze om medewerking te verlenen. Zo'n gesprek is zowel voor het bedrijf als voor de student niet prettig. Levert ook dat niets op, dan hoeft een bedrijf niet langer te rekenen op Utrechtse stagiaires."
De betrokken bedrijven mogen bovendien niet op andere wijzen contact zoeken met de Informatiekunde-studenten. Meeloopdagen of kennismakingsborrels zijn bijvoorbeeld niet meer mogelijk.
Volgens de hoogleraar staan er op dit moment vier bedrijven op de lijst. Hij wil niet zeggen om welke bedrijven het gaat, maar het zijn bekende, internationaal opererende, ondernemingen waaronder een grote bank.
Aantrekkelijke bijbanen
Niet alleen onbetrouwbare stagebedrijven zijn ervoor verantwoordelijk dat studenten studievertraging oplopen of met hun studie stoppen, aldus Brinkkemper. Zijn opleiding merkt ook dat ICT-bedrijven erg hun best doen om studenten in een vroegtijdig stadium aan zich te binden via deeltijdbanen en aantrekkelijke projecten, soms op mooie locaties in het buitenland. Bedrijven zetten volgens Brinkkemper zelfs studentrecruiters in om mede-studenten te werven.
Hoewel Brinkkemper het toejuicht dat zijn studenten “niet bij de Gamma” rondlopen, maar ervaring opdoen in hun vakgebied, heeft hij vaak veel bedenkingen. “De inhoud van die bijbanen is ver beneden universitair niveau. Het zijn time sinks. Studenten doen langer over de studie en halen slechtere cijfers. Wij waarschuwen onze studenten hiervoor, maar de financiën zijn moeilijk te weerstaan.”
Voorkomen dat studenten uit zicht raken
De afgelopen jaren is de opleiding Informatiekunde meer werk gaan maken van de voorlichting over de risico’s van de lucratieve maar tijdrovende banen. Ook wordt meer aandacht besteed aan “communityvorming” om te voorkomen dat studenten uit zicht raken of de binding met de studie kwijtraken. Zo zijn er tweewekelijkse bijeenkomsten voor alle afstudeerders.
Ten slotte is de begeleiding tijdens het afstuderen geïntensiveerd; zo wordt besproken hoeveel uren per week de student minimaal aan de scriptie moet werken. Studenten die lange tijd niets van zich laten horen en ook geen studiepunten halen, worden uitgenodigd voor een gesprek.
Soms moeten docenten moeizame zoektochten door de krochten van het internet ondernemen om een student te achterhalen. Zeker bij buitenlandse studenten die zich al langer niet hebben laten zien, is dat vaak een vervelend proces. Brinkkemper: “Ik besteed mijn tijd ook liever aan iets anders dan LinkedIn-profielen lezen en mailtjes versturen, maar die inspanning vinden we toch de moeite waard.”