Bestuurskundige Paul ’t Hart krijgt Simon Stevinpremie

‘Mijn invloed loopt vooral via het onderwijs’

Paul ’t Hart Foto: NWO
Paul ’t Hart Foto: NWO

“Waarom ik”, was de eerste reactie van hoogleraar Paul ’t Hart toen hij een telefoontje kreeg van Marcel Levi, de voorzitter van onderzoeksfinancier NWO. Die vertelde hem dat hij dit jaar de Simon Stevinpremie krijgt. De prijs is bedoeld voor een wetenschapper met grote verdienste op het gebied van kennisbenutting. “Bij impact en kennisbenutting denk ik in de eerste plaats aan collega’s die een ‘cure for cancer’ hebben ontdekt, grote technische innovaties hebben bewerkstellig of vanuit de wetenschap het publieke gezicht op een belangrijk thema zijn geworden. Ik werk meer achter de schermen.”

Toch is ’t Hart blij met de erkenning van zijn werk. “Mijn invloed gaat via de band van het onderwijs waarbij ik de professionele ontwikkeling van ambtenaren en bestuurders help met inzichten uit bestuurskundig onderzoek.” Hij laat hen nadenken over leiderschap en het omgaan met spanningen tussen bijvoorbeeld politiek en ambtenaren, maar ook over hoe je voorkomt dat je je bij het uitstippelen van beleid niet alleen laat leiden door consensus op korte termijn. Daarnaast komt aan de orde hoe je om moet gaan met bewindslieden die een andere visie hebben dan jij.”

Overheidssuccessen
Paul ’t Hart (1963) studeerde politicologie in Rotterdam, promoveerde in Leiden en was in 1987 een van de oprichters van het Crisis Onderzoeksteam. In 2002 kwam hij naar het departement Bestuurs- & Organisatiewetenschap en was daarnaast co-decaan aan de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur. Hij werkte ook nog jarenlang aan universiteiten in Zweden en Australië. “Ik geloof in comparatief onderzoek. Door te vergelijken kunnen we over de grenzen heen veel van elkaar leren.” Hij keerde steeds weer terug naar Utrecht waar behalve studenten les gaf, ook veel advieswerk deed en onderwijs verzorgde voor ambtenaren en bestuurders. In 2016 kreeg hij een ERC Advanced Grant voor onderzoek naar overheidssuccessen en wat daarvan te leren valt.

“Het beeld bestaat dat het flink mis is met de Nederlandse overheid en de falende ambtenaren. Dan wordt er al snel verwezen naar de toeslagenaffaire. Maar dat beeld is eenzijdig. Veel gaat ook goed. Als in de media en de politiek voortdurend maar wordt benadrukt wat er fout gaat, heeft dat het risico dat een bestuurder gaat verkrampen en ambtenaren defensief en voorzichtig gaan reageren om te voorkomen dat ze iets fout doen. Dat is geen goede ontwikkeling omdat het ten koste gaat van een innovatieve houding. Je moet niet alleen leren fouten te vermijden, maar mag soms ook trots zijn op bereikte resultaten om zo succesvolle ontwikkelingen te versterken.” 

Zijn internationale netwerk op dit terrein komt soms direct van pas. “Vorige week had ik een topadviseur van de Australische regering op bezoek. Die heeft in zijn land heel wat premiers en regeringswisselingen meegemaakt. Ik heb hem in contact gebracht met de Nederlandse secretaris generaal van Algemene Zaken die de aanstaande regeringswisseling in goede banen moet leiden en zij konden zo ervaringen uitwisselen.” 

Lot uit de loterij
Sinds 2023 is ’t Hart ook lid van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid. Op dit moment is het zelfs zijn hoofdtaak en werkt er drie dagen in de week voor. “De vraag om lid te worden van de WRR kwam op een goed moment. Ik had net het grote Europees ERC project over positieve bestuurskunde achter de rug . Ik wilde niet nog eens zo’n groot project waar je vooral de boer op moet gaan om geld te werven en contracten af te sluiten. Mijn accu was een beetje leeg. Ik stond op het punt mijn fulltime aanstelling bij de UU te halveren om ruimte voor iets anders te maken. Een dag later kreeg ik het verzoek van de WRR om mijn collega en vriend Mark Bovens op te volgen. Dat was een lot uit de loterij. Het biedt mij de kans om samen met andere topwetenschappers overheden te adviseren over maatschappelijke thema’s die uiterst actueel zijn.”

’t Hart heeft bij de WRR drie projecten onder zijn hoede. In het project de deskundige overheid onderzoekt ’t Hart hoe het zit met de competenties van de overheid. De laatste jaren zijn er steeds meer grote taken op het bordje van de overheid gekomen, zoals de huisvestingsproblematiek of de energietransitie. De vraag is of er voldoende kennis is om die zaken aan te pakken en wat voor minimale deskundigheid en vaardigheden iemand daarvoor in huis moet hebben? 

Een ander project gaat over de kantelende wereldorde. Daarin verving hij de in december vorig jaar overleden voormalig UU-hoogleraar en WRR-lid Mathieu Segers. Dit project gaat over geopolitieke veranderingen waar Nederland mee te maken heeft. Of het nu gaat over de oorlogen in Oekraïne en Gaza, de razendsnelle verspreiding van Chinese technologie in onze samenleving, de macht van tech-bedrijven, de groei van desinformatie online of de economische opkomst van India, het heeft allemaal gevolgen voor de Nederlandse politiek. De WRR schetst die en geeft aan dat Nederland voor moeilijke beleidskeuzes komt te staan. 

Tenslotte zit ’t Hart in een project over klimaatadaptie. Nederland heeft te maken met periodes van extreme droogte en extreme regenval. Niet alleen kan dit leiden tot overstromingen en watertekort, het heeft ook sociale gevolgen, wat volgens ’t Hart nog een blinde vlek is in het Nederlandse klimaatbeleid. “Denk bijvoorbeeld aan de volksgezondheid, dat ouderen mensen en chronisch zieken extra kwetsbaar zijn in hittegolven, zeker als ze matig behuisd zijn en er weinig naar ze wordt omgekeken. Denk ook aan de grotere kwetsbaarheid van sociaal economisch zwakkere groepen in geval van overstromingen. Krijgen ze bijvoorbeeld alle schade vergoed?” 

Eigen plan trekken
De 1,5 miljoen premie kan ’t Hart gaan inzetten voor wetenschappelijk onderzoek en activiteiten met betrekking tot kennisbenutting. “Ik heb nog geen uitgewerkte ideeën wat ik met dat geld ga doen”, zegt hij. “In de WRR zitten gelukkig meer leden die zo’n premie in het verleden hebben ontvangen. Ik ga eerst maar eens vragen hoe zij dat aangepakt hebben. Daarna kan ik mijn eigen plan trekken.”

Advertentie