'Mijn perfectionisme droeg bij aan mijn eetstoornis'
“Ik sloot me in Utrecht op in mijn kamer met eten en mijn boeken. Misschien heb ik daarom al mijn tentamens gehaald.” UU-studenten Nina en Welmoed begonnen hun studie met een eetstoornis.
Onderzoek van het Nederlands Jeugd Instituut zegt dat van de jonge vrouwen in de studentenleeftijd tussen 18 en 24 jaar 1,4 procent ooit te maken heeft gehad met een eetstoornis. Nina en Welmoed zijn inmiddels genezen van hun foute relatie met eten. Welmoed had haar stoornis vlak voor ze ging studeren redelijk onder controle, maar bij Nina was dat nog niet het geval toen ze naar Utrecht kwam.
‘Utrecht associeer ik met anorexia’
Bachelorstudent Communicatiewetenschappen Nina (21) kreeg een rare relatie met eten toen ze zestien was. Na twee jaar trok de moeder van haar beste vriendinnetje aan de bel, omdat die vond dat Nina zo dun was. Tot die tijd had ze haar stoornis verborgen weten te houden. “Mijn moeder had helemaal niets door”, zegt Nina.
Haar moeder zocht hulp voor Nina en kwam terecht in een centrum voor eetstoornissen waar ervaringsdeskundige therapeuten hulp bieden. Haar anorexia had verschillende oorzaken die er in essentie op neerkwamen dat ze zichzelf niet leuk en goed genoeg vond wat onder meer weer het gevolg was van een niet zo leuk vriendje en een competitieve vriendinnengroep waarbinnen ze zich stoerder voordeed dan ze was. “En ik had een hang naar perfectie en was onzeker.”
“De therapeuten maakten me bewust van deze risicofactoren en van mijn karakter. Zodra ik me daar bewust van werd, was het zaak om te accepteren wie ik was en ben.”
De therapie deed zijn werk, maar na een jaar ging het weer slechter met Nina. "Daarom gaf ik me op voor een intensieve behandeling die deels in Portugal plaatsvond. Daar leerde ik hoe ik mezelf moest leren accepteren, maar ook hoe ik weer van eten kon gaan genieten.”
Door de behandeling groeide haar zelfvertrouwen: “Daardoor had ik in Nederland genoeg handvatten om op terug te vallen als ik een moeilijke periode had. Natuurlijk was het niet zo dat ik meteen van mijn anorexia af was, maar langzaam maar zeker kwam ik van de stoornis af. Ik heb mezelf er doorheen geworsteld door elke dag betere keuzes te maken.”
Veel contact met haar lotgenoten in Portugal heeft ze niet meer. “Misschien komt dat doordat ik hen associeer met een moeilijke periode. Net als dat ik geen positieve gevoelens heb bij de stad Utrecht. Mijn eetstoornis werd namelijk vlak voor het eerste jaar van mijn studie vastgesteld. Dus ik begon mijn studie met een eetstoornis en kwam terecht in een totaal vreemde stad. Ik sloot me op in mijn kamer met eten en mijn boeken. Misschien is dat ook de reden dat ik tot nog toe alle tentamens heb gehaald. Dat en omdat ik communicatiewetenschappen een relatief makkelijke studie vind.”
‘Als student kon ik een nieuw leven starten’
“Een eetstoornis komt niet uit de lucht vallen”, zegt student Welmoed, alumna van University College Utrecht en masterstudent Psychopathologie. “Je ontwikkelt zoiets geleidelijk en meerdere factoren spelen een rol.”
Welmoed (22) vertelt dat ze al van de meeste symptomen af was toen ze begon met studeren. “Mijn studentenleven bood me de kans om een nieuw leven te starten. Om relaties op te bouwen met mensen die me niet kenden als het meisje met een eetstoornis.”
Zij had de eetstoornis NAO (niet anders omschreven), een diagnose voor eetstoornissen die niet passen binnen de criteria voor bijvoorbeeld anorexia of boulimia nervosa. Ze had een obsessie met haar gewicht en een angst voor eten.
Wel geeft de studente Psychopathologie aan dat haar eerste jaar op UCU af en toe zwaar was. “Ik moest ervoor uitkijken dat ik niet terugviel in oude gewoontes. Als ik moe was en ik het heel druk had, was het verleidelijk om terug te grijpen op mijn vertrouwde eetpatroon. Mijn therapeute heeft dat voorkomen door er voor te zorgen dat ik tijd leerde inplannen voor mezelf en mijn eigen grenzen ging stellen. Studiedruk is extern en je kunt zelf bepalen hoe je er mee omgaat. Je kunt denken: “Oh my god, dit moet ik nog allemaal doen. Of je kunt denken: dit kan ik doen en is haalbaar en de rest lukt even niet.”
“Af en toe moest mijn therapeut me terugfluiten. Dan legde ik de lat te hoog voor mezelf wat de eetstoornis kon verergeren. Mijn perfectionisme is zeker één van de factoren die heeft bijgedragen aan de ontwikkeling van mijn eetstoornis. Andere zaken die mee speelden waren mijn familiesituatie en het feit dat ik, toen ik jong was, niet lekker in de groep lag. Ik was een gevoelig en onzeker meisje dat zich veel aantrok van haar omgeving. Met eten kon ik een structuur in mijn dag aanbrengen en mijn grenzen stellen. Dat waren zaken waar ik in het dagelijks leven moeite mee had. Verder is het zo dat honger en ondervoeding je kunnen verdoven. Ook dat was destijds gunstig voor mij. Door minder te eten, voelde ik minder negatieve emoties.”
“Mijn eetstoornis heeft zich ontzettend langzaam ontwikkeld. Het begon met een keer een maaltijd overslaan, of geen chips meer eten met vriendinnen. Ik had lang het idee dat ik het allemaal onder controle had, totdat ik me realiseerde dat ik niet meer durfde te eten. Op mijn zestiende ben ik uiteindelijk hulp gaan zoeken. Ik heb een jaar of twee in de hulpverlening gezeten. Dat was geen makkelijke periode, omdat ik steeds terugviel in mijn oude patroon. Ik was inmiddels drie jaar ziek en dacht niet dat ik er ooit helemaal vanaf zou komen, tot ik bij een behandelcentrum terechtkwam waar ik werd gekoppeld aan een ervaringsdeskundige therapeut. Zij gelooft dat herstel uiteindelijk mogelijk is voor iedereen met een eetstoornis, en dat gaf mij de moed om door te vechten.”
“Mijn eetstoornis is nu uit mijn leven verdwenen. Ik ben sterker geworden als persoon en gebruik eten niet meer om om te gaan met moeilijke emoties of situaties. Ik voel me weer thuis in mijn lichaam en ben ontzettend dankbaar voor de vrijheid om onbezorgd te kunnen genieten van eten. Als toekomstige psycholoog en onderzoeker hoop ik mijn ervaring in te zetten om mensen met een eetstoornis te helpen.”
Zowel Welmoed als Nina zijn in therapie geweest bij Human Concern. Welmoed heeft daar ook een blog voor geschreven.