'Sommige bachelorscripties hebben echt heel unieke en mooie ideeën'

Moeten bachelorscripties in een openbaar register staan?

Bachelorscripties voegen ook iets toe. Foto: 123rf
Foto: 123rf

Toen geschiedenisstudent Puck een 9,5 kreeg voor haar scriptie over het Nederlands politiek en militair beleid tijdens de inzet in Afghanistan, wist ze: hier wil ik iets mee doen. “Ik heb er veel plezier aan gehad en ik hoopte dat ik anderen kon inspireren”, vertelt ze. Op aanraden van haar scriptiebegeleider diende ze haar scriptie in bij het studentenjournal De Aanzet. Daar begon een lang proces: “Mijn scriptie was 12.000 woorden en dat is natuurlijk veel te lang. Samen met de redactie werd bepaald op welk hoofdstuk ik me moest richten en daar heb ik vervolgens een artikel over geschreven. Daar krijg je weer feedback op. Pas na ruim een half jaar werd het stuk gepubliceerd.” 

Volgens haar mag er meer waarde gehecht worden aan een bachelorscriptie. “Een scriptie sluit een belangrijke periode van je leven af. Ik vind het zonde dat er geen presentatie of verdediging bij hoort; er zijn nu slechts twee beoordelaars die het lezen.” 

Anderzijds begrijpt ze dat bachelorscripties beperkte waarde hebben. “Ze zijn vaak gebaseerd op literatuur en bestaande onderzoeken.” Haar voorstel is daarom om bachelorscripties die hoger dan een 7,5 hebben gekregen op te nemen in het openbare Student Theses Repository van de Universiteit Utrecht. Nu staan daar voornamelijk masterscripties in. 

“Sommige bachelorscripties hebben echt heel unieke en mooie ideeën. Als die wel worden opgenomen in het Repository kunnen volgende generaties studenten inspiratie opdoen.” 

Zelf had ze het ook fijn gevonden om bachelorscripties te kunnen inzien. “Omdat er nu vrijwel alleen masterscripties online staan, zien studenten er vaak als een enorme berg tegenop. Andere bachelorscripties inzien, kan dan verlichting geven.”

Bachelorscripties: Puck Foto: eigen foto

Puck Foto: eigen foto

Wel in Osiris niet in het Repository
Met de meeste bachelorscripties gebeurt aan de Universiteit Utrecht meestal niets. Studenten zijn verplicht om hun scriptie te uploaden in Osiris, waar ze vervolgens zeven jaar bewaard worden. De faculteiten zijn hiertoe wettelijk verplicht. Ze worden ook niet standaard opgenomen in het Student Theses Repository, omdat ze volgens de beheerders, over het algemeen niet genoeg academische waarde hebben. Ze zijn onderdeel van ‘leren onderzoek doen’.

Toch komt het soms voor dat bachelorscripties in het Repository terecht komen als een student of opleiding daar een verzoek voor indient. Hier wordt echter zelden gebruik van gemaakt. Sinds 2021 toen het Repository overging naar een nieuw systeem heeft de faculteit geesteswetenschappen bijvoorbeeld hiertoe nooit een verzoek gekregen. Voor bachelorscripties van wiskunde geldt een uitzondering. Deze worden wél standaard opgenomen in het Repository. 

Wiskundige bachelorscripties kunnen waardevolle bron zijn
Dat wiskunde hierin bijzonder is, verbaast opleidingsdirecteur van de bachelor Wiskunde Barbara van den Berg. Ze vertelt dat vóór het nieuwe systeem van Repository de scripties ook al openbaar waren in te zien. “Toen we over gingen naar een nieuw systeem was het een wens van collega's bij wiskunde en van mij om dit zo te houden. We hebben daar eerlijk gezegd weinig discussie over gehad.” 

Wat haar betreft voegen óók bachelorscripties iets toe. “Geregeld wordt er een moeilijk stuk theorie heel helder en toegankelijk in beschreven, of worden er interessante voorbeelden in uitgewerkt, en dat is dan weer een waardevolle bron voor andere studenten of geïnteresseerden”, zegt ze. “Ook is het inspirerend voor studenten die zelf een scriptie gaan schrijven om in het archief rond te kijken naar wat er zoal door hun voorgangers is geschreven. En een enkele keer staan er wel nieuwe resultaten in een bachelorscriptie die niet elders gepubliceerd zijn.”

Wiskundestudent Jan-Bas (25) schreef vorig jaar zijn bachelorscriptie over de geschiedenis van de eerste definitie van de integraal. Zijn scriptie is dus wél online in te zien, m. Maar  hij twijfelt over het belang daarvan. “Ik denk niet dat mijn scriptie veel toevoegt; zeker bij wiskunde mis je de diepgang om bij je bachelorscriptie iets met academische waarde te produceren. Het is de eerste keer dat je een groter academisch paper schrijft, dus het is ook niet gek dat het dan nog niet op hoog niveau is. Een PhD-student publiceert één paper per jaar, dus het zou heel bijzonder zijn als een bachelorstudent iets van academische waarde kan schrijven in drie maanden.”

Bachelorscripties voegen ook iets toe. Foto: 123rf, illustratie DUB

Grote academische waarde?
Jan Andries Post, scriptiecoördinator van de bachelor Biomedische Wetenschappen, ziet een meerwaarde in het publiceren van bachelorscripties, hoewel dat bij zijn opleiding niet gebeurt. “Studenten komen in een scriptie samen met hun begeleider regelmatig tot nieuwe kennis. Ik hoor bijvoorbeeld weleens dat studenten hun scriptie ombouwen tot een publicatie in een tijdschrift, hun scriptie indienen voor een prijs of dat er in een laboratorium wordt voortgebouwd op de inzichten van een onderzoek.” 

Hij kan eigenlijk ook geen argument bedenken om de scripties níet openbaar te maken. “Als een scriptie een voldoende heeft, is hij kwalitatief goed. Niet publiceren zou iets anders kunnen suggereren. Daarnaast kunnen er natuurlijk situaties zijn waarbij openbaar maken op dat moment nog niet mogelijk of gewenst is, bijvoorbeeld wanneer het onderdeel uitmaakt van een onderzoeksproject.”

Toch ziet hij ook in dat het lastig kan zijn om als bachelorstudent een werk van grote academische waarde te produceren. “Een scriptie kan perfect zijn, maar geen kant en klare uitkomsten bieden. Dat is soms te hoog gegrepen voor een bachelorscriptie, maar ik kan me voorstellen dat dat per opleiding erg verschilt.” 

De bachelorscriptie wordt bij verschillende opleidingen anders gewaardeerd variërend tussen de 7,5 studiepunt tot 22,5 ECTS. Hoe meer studiepunten te verdienen zijn, hoe meer tijd de opleiding uittrekt voor het schrijven een scriptie. Het ligt voor de hand te denken dat de tijdsinvestering zorgt voor  kwaliteitsverschillen.

Google scholar
Geschiedenisstudent Loek (22) is op dit moment bezig met de laatste loodjes van zijn scriptie over fascistische partijen in vooroorlogs Nederland. “Voor mij is een scriptie meer iets om af te strepen, hoewel het natuurlijk leuk is als er wat mee gedaan wordt.” Hij ziet wel een meerwaarde in het openbaar maken van bachelorscripties. “Op die manier hebben studenten voorbeelden van andere scripties en kunnen ze er inspiratie uit halen.”

Ook Janna (22) die de bachelor Communicatie- & Informatiewetenschappen (CIW) volgt, vindt de scriptie ook iets om af te vinken. Ze wacht op dit moment op feedback op haar conceptscriptie over discussies over vleesvervangers in online nieuwsberichten en snapt goed dat bachelorscripties niet worden opgenomen in het Repository. “Bij CIW hoeft een scriptie maar vier- tot zesduizend woorden te zijn; dat had net zo goed een opdracht voor een vak kunnen zijn. Mijn scriptie biedt niet zoveel nieuwe inzichten dat ik denk dat andere studenten er iets aan zullen hebben. Bovendien vind ik het zelf altijd irritant als ik op Google Scholar tegen een scriptie aanloop - want die mag je nooit als bron gebruiken.”

Voor bachelorstudenten die meer waarde hechten aan hun scriptie dan iets om af te vinken, heeft vrijwel elke discipline wetenschappelijke tijdschriften voor bachelorscripties. Naast De Aanzet zijn die bijvoorbeeld het LingUU Journal, een peer-reviewed studententijdschrift voor Taalwetenschap van de UU en het Utrecht Student Journal, een tijdschrift voor (bio-)medische UU-studenten. Daarnaast is het mogelijk – vaak met behulp van een scriptiebegeleider - een artikel in te dienen bij een ‘echt’ wetenschappelijk tijdschrift. Zoals is gebeurd met de scriptie van biologiestudent Charissa (23).

Publicatie in een Journal
Charissa schreef haar scriptie naar aanleiding van een onderzoek dat ze deed tijdens haar stage bij een dierentuin. Haar bachelorscriptie was dermate vernieuwend dat haar begeleider haar vroeg om samen verder te werken aan het onderzoek, dat mogelijk leidt tot een publicatie in een journal. 

Bachelorscripties: Charissa Foto: Annemijn Groeneveld

Charissa Foto: Annemijn Groeneveld

“Ik deed mijn scriptie als onderdeel van een nieuw onderzoek over geluiden van gieren voor het departement Gedragsbiologie”, vertelt Charissa. “Ik was een van de eersten die daar data voor verzamelde, waardoor ik er een mooi verslag over kon schrijven.” 

Voor haar scriptie zat ze dagenlang bij het gierenverblijf om geluiden op te nemen. Die moeite was niet voor niets: “Na afloop was mijn begeleider zo enthousiast dat ik de kans kreeg om nog verder te gaan met het verzamelen van data en zelfs mee te werken aan een paper.” 

Als het onderzoek straks af is, wordt Charissa als een van de auteurs genoemd - een bijzondere prestatie voor een bachelorstudent. “Met een publicatie op mijn naam, heb ik al een bepaalde expertise. Voordat ik mijn scriptie schreef, wist ik nog niet dat ik dit zo interessant zou vinden. Nu zou ik het juist leuk vinden om hiermee door te gaan.” Komend jaar begint ze aan haar master en ook dan kan ze mee blijven werken aan het onderzoek. “Mijn scriptiebegeleider zei dat ik tijdens mijn master zeker welkom ben.”

Masterscripties zijn standaard openbaar beschikbaar via het Student Theses Repository, tenzij een student hier geen toestemming voor geeft. Het Student Theses Repository is een online omgeving waar studenten (master)scripties kunnen inzien. Deze scripties verschijnen ook in zoekmachines als Google Scholar en Worldcat.

Advertentie