Nederlands kampioen en masterstudent Jurriaan Wouters wil naar Olympische Spelen

Studeren of meedoen aan de Olympische Spelen in Tokio? Nederlands kampioen Speerwerpen en UU-masterstudent Theoretische Fysica Jurriaan Wouters hoeft daar niet lang over na te denken. Studeren kan altijd nog!

“De speer bleef vliegen, landde maar niet. Dat gaf een enorme kick.” Jurriaan Wouters (21) geniet nog steeds na van zijn landstitel afgelopen zomer. Hij wierp 77,16 meter, een ruime verbetering van zijn persoonlijk record en de vijfde prestatie ooit in Nederland.

In een paar weken tijd gooide hij ruim negen meter verder, ongekend. “Mijn progressie is onregelmatig. Er zijn mensen die heel regelmatig presteren, dat heb ik helemaal niet. Lastig? Ach, in de topsport heb je überhaupt geen zekerheden.”

Jurriaan maakte sowieso een spurt, begon op z’n vijftiende pas flink te groeien. Daarna draaide hij snel mee in de Nederlandse speerwerptop. Hij beoefende eerst meerdere takken van atletiek, maar in speerwerpen bleek hij gewoon goed te zijn.

Toen hij een paar jaar geleden bij polsstokhoogspringen een flinke blessure opliep, was zijn pad helemaal duidelijk. Al is speerwerpen ook niet geheel risicoloos. “Het is de snelste sport van atletiek; de piekbelasting is het hoogst. Met een snelheid van 25 kilometer per uur beland je vol op je linkerbeen om de speer weg te werpen. In een tiende van een seconde krijgen je enkel, knie, onderrug, schouder en elleboog een heel rare klap.”

Een zogenaamde ‘speerwerpelleboog’ hield Jurriaan in 2013 acht maanden uit de running. “Gelukkig kon ik mijn conditie wel op peil houden.” De Nederlandse titel laat zien dat zijn ambities niet in gevaar zijn. “De Olympische Spelen in Rio komen te snel, maar Tokio moet ik kunnen halen. Dan ben ik 26 en als het goed is een stuk sterker.”

Dat betekent hard trainen: kracht, lopen en werpen. Hij gaat naar negen trainingen in de week en traint met atletiekvereniging Hellas in Utrecht en Javelin Team Whazzaa, waarin twee enthousiaste coaches veelbelovende speerwerptalenten begeleiden. Jurriaan wil zich verbeteren.

Dat hield onder meer in dat Jurriaan na twee bachelors wis- en natuurkunde zijn studie-intensiteit wat moest temperen. Zijn plan was om dit jaar twee masters te volgen, het is er eentje geworden: theoretische fysica. “Om het plaatje richting topsport compleet te maken, wil ik de goede keuzes maken. Meer rust, meer sportpsychologie en een bewuster voedingspatroon.”

En minder tijd voor studeren. Hij verwacht voor het eerst een beroep te gaan doen op privileges die de topsportersregeling van de UU biedt, zoals aanpassing van zijn studieprogramma.

Topsport is in het hier en nu
Jurriaan vindt zijn studie wel belangrijk om zijn kansen op werk na de topsport te vergroten en ‘omdat sporten alleen een beetje saai is’. Toch is zijn studie even minder belangrijk. “Stel, ik kom volgend jaar heel ver en een prominent sportfiguur staat op en zegt ‘Jurriaan, als je naar de Olympische Spelen wilt, moet je stoppen met je studie’, dan zou ik dat direct doen. Die master kan altijd nog, topsport is in het hier en nu en kun je niet uitstellen.”

Alles voor een hoger doel. In de kroeg hangen kan af en toe, maar niet langer dan tot een uurtje of twaalf. En in het speerwerpseizoen (vanaf mei weer) is cafébezoek nicht in frage.

Als het even kan evenaart hij de prestaties van legende Jan Zelezny, een wat saai ogende Tsjech die de speer ooit ruim 94 meter wegwierp. “Die man had zo’n goede techniek. Dat ik zelf zo ver zal gooien acht ik niet waarschijnlijk, maar ik denk wel dat een Nederlander het zou moeten kunnen. Nederlanders zijn heel lang, bij veel sporten is dat een voordeel.”

Dat dit nog niet is gebeurd, komt volgens Jurriaan door het ontbreken van een topsportcultuur. “Kijk naar Jamaica. Daar hebben ze elk jaar de Inter-Secondary Schools Boys and Girls Championships. Scholieren van acht tot achttien strijden vier dagen lang in allerlei categorieën tegen elkaar. Het stadion in Kingston stroomt vol met tienduizenden mensen en er komt een boel talent bovendrijven. Zoiets kennen we niet in Nederland.”

Dus moet Jurriaan er het beste van zien te maken. Hulp krijgt hij wel. De universiteit sponsort hem en hij heeft een talentenstatus bij de atletiekunie en Vereniging Sport Utrecht. Dat laatste levert hem een beetje geld op, maar is voor internationale wedstrijden niet genoeg. Daarom vroeg hij in 2013 geld van het publiek.

Op zijn site schreef hij: ‘Intensief met je sport bezig zijn vraagt tijd, discipline, volharding, maar hoe je het wendt of keert ook geld. U kunt me vanaf €10,- steunen, zodat ik dit jaar op de hoogste trede op het NK kan staan.’ Het bracht 1650 euro op en de nationale titel.

Hij heeft goede hoop dat hij het nog verder kan schoppen. Komend jaar zijn goede prestaties op het EK onder 23 in Talinn en wellicht het WK in Beijing de doelen. “Als ik weer zo’n sprong in afstand kan maken, is de Olympische limiet binnen handbereik.”

Advertentie