Ongewenste intimiteiten binnen studentenverenigingen: ‘Geen gevoos op de soos’

Uit recent onderzoek van de NOS en onderzoeksbureau No Ties blijkt dat 58 procent van de vrouwen en 32 procent van de mannen tussen de 18 en 35 jaar weleens ongevraagd betast is. Vooral tijdens het uitgaan is het vaak raak; één op de zes geeft aan daar geconfronteerd te worden met ongewenste intimiteiten. Zowel bij vrouwen als bij mannen is de bil het meest betaste lichaamsdeel, bij vrouwen gevolgd door hun borsten en bij mannen door hun kruis. Aanraking van de rug komt bij beiden op de derde plaats. Hoewel 9 procent van de mannen een ongewenste aanraking nog als een compliment ervaart, vinden vrouwen een dergelijke aanraking eigenlijk nooit leuk. Het merendeel van hen bestempelt het als intimiderend, zeer ongewenst en niet prettig.

De Groningse studentenvereniging Vindicat kwam het afgelopen jaar in het nieuws met seksuele intimidatie binnen de vereniging, hoe werken Utrechtse studentenverenigingen aan een klimaat waar daar geen ruimte voor is?

Geen-gevoos-2.jpg“Het uitgaansleven is een gevarenzone”, beaamt Feylin Janssen preses van studentenvereniging UMTC, “maar ik denk dat onze vereniging daarbuiten valt.” Hij kent geen klachten over ongewenste intimiteiten in de recente geschiedenis van de vereniging. Dat is volgens hem te verklaren door de beperkte omvang van UMTC (300 leden) en de bijbehorende sociale controle. “Iedereen weet dondersgoed dat we allemaal een leuke avond willen hebben, dus we zijn onderling heel streng. Agressief gedrag of ongewenste intimiteiten worden niet getolereerd. Als je iets ziet wat niet kan, dan spreek je elkaar daarop aan.”

Iedereen kent elkaar. Ongewenst gedrag is daardoor lastig.

Feylin is niet de enige die wijst naar de sociale controle binnen de studentenvereniging als verklaring voor het lage of afwezige aantal klachten over ongewenste intimiteiten. Bijna elke vereniging die de redactie sprak, stelt dat dit het grootste verschil is tussen de vereniging en kroegen in het centrum. Ab actis van roeivereniging Triton Martijn Schultheiss: “Met de actieve leden vormen we een gevoelsmatige kleine en hechte groep. Iedereen kent elkaar. Er heerst een soort familiesfeer. Ongewenst gedrag is daardoor lastig.” Een indruk die onder andere Eva de Koeijer, preses van Biton, onderschrijft. “Als iedereen elkaar kent, zorgt dat voor veel sociale controle en gebeurt er minder.”

Het gevoel dat je ‘bekend bent en daarom niet met ongewenst gedrag wegkomt’ proberen studentenzeilvereniging Histos, Biton en UMTC ook te geven aan mensen van buiten de vereniging die een keer een drankje komen doen. “Een externe komt altijd mee onder de vleugels van een lid”, vertelt Eva van Biton. “Stel ze verbreken regels, dan is het lid verantwoordelijk. Dat geldt voor sociale regels en mores. Daarnaast wordt bij de ingang in een boekje genoteerd wie de externe persoon is en als het lid weggaat dan moet de externe ook weg.” Regels die vergelijkbaar zijn met die van Histos en UMTC. Pieter Melis, voorzitter van Histos: “Externen moeten bij de barcommissie hun ID laten zien, zodat zij weten wie je bent en bij wie je hoort”.

Ongewenst gedrag valt meer op dan in het gewone uitgaansleven

Een andere verklaring voor het feit dat UMTC geen klachten kent over seksueel overschrijdend gedrag, is volgens Feylin dat ook gewenste intimiteiten binnen de UMTC-kroeg taboe zijn. “Bij ons geldt: ‘Geen gevoos op de soos’. Dus als mensen intiem worden met elkaar, dan wordt er een glas water boven hun hoofd gehouden. Als zij dan toch zoenen, dan krijgen ze het over zich heen.” Een regel die ook Triton, Biton, S.S.R.-N.U. en Histos niet vreemd is. Alleen dan met een biertje. “Als iemand naast je staat te bekkluiven dan is dat niet bevorderlijk voor de sfeer”, legt Pieter van Histos de gedachte achter de mos (ongeschreven regel) uit. Volgens Feylin maakt de regel niet-wenselijk gedrag moeilijker. “Doordat we relatief scherp zijn op gewenste intimiteiten, valt ongewenst gedrag veel meer op dan in het gewone uitgaansleven.”

Dat al die maatregelen zorgen voor een andere sfeer dan in andere uitgaansgelegenheden, illustreert Eva van Biton. “Laatst kwam een oud-lid naar de vereniging. Ik vroeg haar hoe het met haar ging. Zij vertelde dat ze net op een feestje was geweest waar iemand haar in haar tiet had geknepen. Daarop was ze naar Biton gekomen, omdat ze op een plek wilde zijn waar zij zich wel thuisvoelde. Ik vind het mooi dat wij dat kunnen bieden. De vereniging voelt als een tweede woonkamer. Ik denk dat dat bij alle verenigingen zo is.”

De jongens zijn uitgezet en daarmee is het opgelost

Hoewel sociale controle volgens de verenigingen een wereld van verschil maakt, betekent dat niet dat ze daar uitsluitend op vertrouwen. “In onze statuten staat vermeld dat het bestuur leden met onmiddellijke ingang kan schorsen wanneer dat in het belang is van de vereniging”, vertelt vice-preses van S.S.R.-N.U. Mathilde de Nood. “Wanneer er ongewenst gedrag wordt vertoond, kunnen we dus een lid schorsen of de toegang ontzeggen. In ergere gevallen kan zelfs het lidmaatschap van het desbetreffende lid beëindigd worden of kan er aangifte worden gedaan.”

“We hebben ook duidelijke regels”, vertelt Marc van ’t Hoff, rector van het Utrechts Studenten Corps (USC). “Als je die overtreedt dan mag je een tijd niet meer naar de vereniging komen. De Woolloomooloo heeft iets strengere regels.” Daarin wordt seksuele intimidatie specifiek genoemd. Zo valt er op de website van het recente USC-feest Ancient te lezen dat ‘door woord, dan wel gebaar of handeling iemand seksueel intimideren’ een overtreding is.

Marc van het Corps vertelt dat tijdens het driedaagse feest Ancient één keer een groepje jongens is weggestuurd, omdat zij zich vervelend gedroegen richting een meisje. Hij omschrijft het voorval als ‘pesterijen’, maar ‘op zo’n moment toch heel vervelend voor zo’n meisje’. “Dus zijn die jongens uitgezet en daarmee is het opgelost.” Dergelijke incidenten worden door de beveiliging bijgehouden in een logboek dat gelezen wordt door Marc. “Als het nodig is laat ik die mensen weten dat ze langere tijd niet welkom zijn. Maar hierbij was er niets voorgevallen wat een schorsing voor langere termijn zou rechtvaardigen.”

Een schorsing haalt dat wat er is gebeurd niet uit de lucht

Een andere vereniging koos voor een strengere aanpak, vertelt de voorzitter van de desbetreffende studentenvereniging. Hij wil anoniem blijven zodat het incident niet te herleiden is naar betrokken individuen. Toen een lid tijdens een avond meermaals ongewenste avances maakte, werd hij direct uitgezet en kreeg hij te horen dat hij drie maanden geschorst was en daarbovenop een alcoholverbod van drie maanden kreeg.

“We vinden seksuele intimidatie één van de ergste dingen, omdat we als vereniging samen één groep zijn”, aldus het bestuurslid. “Daarom zijn we er streng op.” Aangezien een dergelijk voorval nieuw was, overlegde hij met een vertrouwensorgaan wat een passende straf was. De schorsing van drie maanden was in lijn met andere straffen van de vereniging en het alcoholverbod werd toegevoegd omdat ‘de dader’ te beschonken was tijdens het voorval.

Maar het bestuurslid realiseerde ook dat uitsluitend een schorsing het probleem niet zou oplossen. “Een schorsing haalt dat wat er is gebeurd niet uit de lucht. Daarom heb ik ze allebei gevraagd hoe ze het zouden vinden om samen te praten.” Zowel slachtoffer als dader stonden daar voor open en gingen in aanwezigheid van de voorzitter met elkaar in gesprek. Dat verliep zo goed dat het slachtoffer op een gegeven moment vroeg of zij de dader ook nog even zonder het bestuurslid kon spreken. “Dat heeft er voor gezorgd dat de schorsing is teruggebracht naar een maand op verzoek van het slachtoffer.” 

Als het bestuurslid over het voorval praat, is het duidelijk dat hij heeft nagedacht over de vervolgstappen. Zo besloot hij niet meteen in te gaan op een eerder verzoek van het slachtoffer tot een lagere straf. “Het is moeilijk om in te schatten of ze dat zegt omdat ze het voorval achteraf gezien echt niet zo heftig vond of omdat ze bang is voor de consequenties.” Daarom voerde het bestuurslid een één-op-één gesprek van 1,5 uur en belde haar nog een keer nadat ze met de dader om tafel had gezeten. “Ze zegt dat alles goed is en dat geeft vertrouwen in hoe we de situatie hebben behandeld.”

De persoon over wie wordt geklaagd, wordt meteen uitgezet. Daar is geen discussie over

Het is verleidelijk om te denken dat seksuele intimidatie niet voorkomt bij een ongemengde studentenvereniging zoals UVSV. Elke week zijn er echter avonden waarop er ook mannen zijn, vertelt preses Alexandra Kist. “Bij gemengde avonden is er altijd een beveiliger aanwezig. De beveiligers kennen onze leden en zijn scherp op wie ze binnenlaten of weigeren. Als iemand zich voor binnenkomst misdraagt, dan wordt deze persoon niet binnengelaten. Als er tijdens de avond een lid komt met klachten, dan wordt de persoon over wie wordt geklaagd meteen uitgezet. Daar is geen discussie over.”

Ook het USC werkt met bewakers, vertelt rector Marc. “Op grote feesten zijn er twaalf bewakers die in de gaten houden of alles goed gaat, terwijl wij er volgens de vergunning maar acht hoeven in te zetten. Maar omdat we in ons gebouw heel veel hoekjes hebben, vinden we het nodig om er vier extra te hebben om ongewenste intimiteiten en opstootjes te voorkomen. En om te zorgen dat mensen niet stiekem in het gebouw roken of eigen drank meenemen.”

Bij veel andere verenigingen houden nuchtere studenten in de gaten of de sfeer ‘gezellig’ blijft. Daarvan heeft Biton er altijd twee rondlopen. “Die waarborgen dat er niets gebeurt wat niet mag en grijpen in als het nodig is.” Bij Histos hebben twee bestuursleden een cursus ‘sociale hygiëne’ gevolgd en krijgen de barleden een Instructie Veilig Alcohol (IVA). “Als zij denken dat iemand te beschonken is, dan mogen ze alcohol weigeren. Met lekker drinken is niets mis, maar niet te veel want dan blijft het sociaal.”  Eva van Biton vult aan dat het voor elke vereniging in Utrecht met een eigen sociëteit een vereiste is dat barleden een dergelijk certificaat hebben vanwege de Drank- en Horecavergunning. Hetzelfde geldt volgens haar voor het sociale hygiëne-diploma.

We willen het extreem laagdrempelig maken voor mensen om iets te melden

Volgens Tijs ’t Hart, vice-preses van de Federatie Utrechtse Gezelligheidsverenigingen (FUG), zijn er geen standaardregels voor het omgaan met seksuele intimidatie binnen verenigingen. Alle zeven verenigingen die bij de FUG zijn aangesloten, hebben eigen regels. Het enige moment dat er sprake is van uniformiteit is tijdens de introductieperiode. Dan ondertekenen alle FUG-verenigingen een gedragscode die opgesteld is door de Hogeschool Utrecht en de UU. Daarin staat dat ‘fysiek of geestelijk geweld tegen aspirant-leden verboden is’. Hieronder vallen ook ‘ongewenste intimiteiten in gedrag of door het maken van seksueel getinte opmerkingen’. Bij overtreding kunnen diverse sancties opgelegd worden zoals het intrekken van bestuursbeurzen, het terugvorderen van subsidies en het opschorten van de relatie tussen de vereniging en de onderwijsinstellingen.

Hoewel in de gedragscode uitsluitend ‘ongewenste intimiteiten’ worden genoemd, zijn bij Biton ook gewenste intimiteiten tussen ouderejaars en aspirant-leden taboe tijdens de introductieperiode. Preses Eva: “Hoewel het uitgangspunt is dat iedereen gelijk is binnen Biton, zijn we ons ervan bewust dat eerstejaars toch ongelijkheid kunnen ervaren. Daarom willen we hen tijdens de introductieperiode beschermen via strengere regels. Dat betekent dat mentoren, leden van de introductiecommissie, het bestuur, bhv’ers en vertrouwenspersonen geen relatie mogen aangaan met aspirant-leden. Ook niet als dat gewenst is, dit vanwege het eventuele machtsverschil.”

Daarnaast heeft Biton naast de vertrouwenspersonen die er volgens de gedragscode moeten zijn tijdens de introductie (één vertrouwenspersoon per vijftig aspirant-leden), ook vertrouwenspersonen specifiek op het gebied van seksuele intimidatie. Het huidige bestuur heeft besloten deze functie nu het gehele jaar te laten bestaan. “We willen het extreem laagdrempelig maken voor mensen om iets te melden als het speelt”, beargumenteert preses Eva.

Eerstejaars zullen niet snel sociale verguizing riskeren door naar de politie te stappen

Bij S.S.R.-N.U. proberen ze de drempel om incidenten te melden te verlagen door de vertrouwenspersoon met alle eerstejaars een persoonlijk gesprek te laten voeren tijdens een kop koffie of thee, vertelt vice-preses Mathilde. Dat is belangrijk, want hoewel er een oogje in het zeil wordt gehouden, kan er altijd iets aan de aandacht ontgaan, zegt Feylin van UMTC. "Je kan niet alles zien."  Verenigingen zijn daardoor deels afhankelijk van slachtoffers die zelf het initiatief nemen om een incident te melden bij bijvoorbeeld een vertrouwenspersoon.

In een column in NRC zeiden oud-verenigingsleden Laura Kits en Rosanne Boermans naar aanleiding van de ophef over seksisme binnen studentenverenigingen: "Pas geïnaugureerde eerstejaars zullen niet snel sociale verguizing riskeren door naar de politie te stappen vanwege een ‘incident’ dat op de vereniging gebagatelliseerd wordt”. De reactie van de omgeving op ongewenste intimiteiten speelt een belangrijke rol in de bereidheid van slachtoffers om incidenten te melden, zegt Iva Bicanic. De landelijke coördinator van het Centrum Seksueel Geweld zei tegen ANP: “Helaas krijgt het slachtoffer regelmatig te maken met een verwijtende of beschuldigende reactie. Waarom zei je dan niet duidelijk dat je het niet wilde? Waarom rende je niet weg? Waarom droeg je die kleding? Brede, sociale steun is belangrijk voor slachtoffers […] om toch naar buiten te treden en hulp te vragen”.

Ik juich beschreven beleid van studentenverenigingen zeker toe

Utrechtse verenigingen lijken dat echter goed te doen, aldus Ine Vanwesenbeeck op basis van de situatie die in dit artikel wordt beschreven. De UU-hoogleraar seksuele ontwikkeling, diversiteit en gezondheid die tevens verbonden is aan kenniscentrum Rutgers stelt: “Uit ons onderzoek en uit de literatuur blijkt dat seksuele intimidatie en ander ongewenst gedrag beduidend minder voorkomt als het management van een organisatie er zeer expliciet stelling tegen neemt. En als die houding ook vertaald wordt in duidelijk beleid in de vorm van toegankelijke klachtenprocedures en preventieve maatregelen. Vanuit die ervaring juich ik het beschreven beleid van de studentenverenigingen dan ook zeker toe. Het is geen garantie, maar wel bevorderend voor gewenste omgangsvormen.”



Bij studentenvereniging Vindicat ging dat niet altijd goed, vertelt de Groningse psycholoog Martin Appelo in de Volkskrant van 11 november. Hij stelt dat hij twintig leden behandelde vanwege hun ervaringen bij het corps. “Het gaat volgens hem om vrouwen die zich achteraf gemanipuleerd voelden om – soms extreme – seksuele handelingen uit te voeren of te ondergaan, maar ook om leden die problemen kregen met fysiek geweld of vernedering”, zo schrijft de krant. “Appelo kreeg naar eigen zeggen ook een studente in zijn spreekkamer die dronken in een orgie-achtige situatie belandde, met meerdere Vindicat-leden. ‘Vervolgens kreeg ze psychische problemen. Ze is niet verkracht, maar achteraf vroeg zij zich af waarom ze dit met zich had laten doen, terwijl ze dit niet wilde.”  Oud-studentenpsycholoog Gerwin Witvoet van de Rijksuniversiteit Groningen bevestigt dat relaas. De vertrouwenspersoon van de UU Jeanette van Rees herkent dat beeld uit Groningen niet.

Vrouwen die in bikini een kussengevecht houden. Is dat niet seksistisch?

Toch wordt er binnen verenigingen ook gediscussieerd over seksisme, seksuele intimidatie en wenselijke omgangsvormen. Zo vertelt Tijs van FUG dat één Utrechtse studentenvereniging meerdere lezingen per jaar organiseert over seksuele intimidatie en een andere vereniging binnenkort een lezing heeft over machtsposities en misbruik. Een bestuurslid van een vereniging die liever anoniem wil blijven uit angst dat medewerking aan dit artikel de indruk kan wekken dat ongewenste intimiteiten een probleem vormen binnen de desbetreffende vereniging, onderschrijft ook dat de discussie binnen de vereniging leeft. “We voeren hier informele gesprekken over met onze leden.” Die debatten gaan niet over incidenten, maar over het klimaat dat wenselijk is binnen de vereniging. “Zo werd er laatst reclame gemaakt voor een borrel met een foto van vrouwen in een bikini die een kussengevecht hielden. Dan volgt er meteen een discussie of dat niet seksistisch is.”

Dat debat heeft ook gespeeld bij studentenvereniging Vindicat, vertelt oud-rector Stijn Derksen in de Volkskrant van 11 november. Aanleiding voor die discussie was oud-Vindicatlid Milou Deelen die aankaartte dat ze stelselmatig hoer, slet of laag wijf werd genoemd. Het resulteerde er in dat grappen tegen jongens over het veroveren van zo veel mogelijk bedpartners en een ‘balmos’ (regel dat een meisje naar bed gaat met de jongen die haar meeneemt naar het gala) werden geschrapt. Derksen: “Dat is uiteraard met een vette knipoog. We kunnen allemaal bedenken dat je niet echt met iemand mee moet. Zelf heb ik het althans altijd zo geïnterpreteerd en velen met mij. Maar het afgelopen jaar zijn we met elkaar over cultuur gaan praten. Toen kwam naar voren dat er meisjes waren die dachten dat het echt moest. Daar zijn we als bestuur van geschrokken. De balmos is dus afgeschaft. Hij bestond al niet, maar we willen ook niet het gevoel creëren dat hij bestaat.”

Het lastigvallen vindt vooral plaats op het Janskerkhof of op routes naar huis.

Alexandra van UVSV, vertelt dat bij hen voorlichting zich vooral richt op voorvallen buiten de vereniging. “Binnen de vereniging zijn er eigenlijk geen incidenten. Het lastigvallen vindt vooral plaats op het Janskerkhof of op routes naar huis. Als de eerstejaars geïnstalleerd worden, krijgen zij daarom altijd informatie over dit onderwerp en het wordt ook genoemd in de ledenmail en tijdens de ALV aan het begin van het jaar. We adviseren onze leden om samen naar huis te gaan en niet te lopen, maar de fiets te nemen.” Herkenbaar voor Eva van Biton: "Het Lucasbolwerk waaraan ons pand gevestigd is, is vaak niet de meest vriendelijke plek 's nachts. Leden zijn gelukkig nooit te beroerd om met een ander mee naar huis te fietsen."

Van een debat tussen de verenigingen over de vraag hoe je het beste kunt omgaan met ongewenste intimiteiten is momenteel geen sprake, aldus Tijs van de FUG.  “Uiteraard houden wij voor dergelijke signalen altijd onze oren open. Wanneer er vanuit een vereniging behoefte is om over een gemeenschappelijk onderwerp te overleggen of kennis uit te wisselen, dan bieden wij als FUG een faciliterende rol aan.” Volgens Tijs is het goed dat er aandacht uitgaat naar het onderwerp. “Het is dan ook mijn persoonlijke hoop dat dit zal leiden tot een collectief moreel besef waar het gewoon duidelijk is dat het echt niet oké is als je ongevraagd iemand op wat voor manier dan ook fysiek en/of seksueel intimideert.”

Unitas wilde niet in gesprek gaan over de wijze waarop zij werken aan een veilig klimaat binnen hun vereniging. Veritas liet weten dat zij vanaf december een steunpunt van vertrouwenspersonen hebben.

 

En waar ligt de grens van Utrechtse studenten als het gaat om ongewenste intimiteiten bij het uitgaan?

 

Advertentie