UU'er Ludo Koks is adviseur public affairs
‘Onze man in Den Haag’ lobbyt voor goede zaken
Het interview met Ludo Koks in Nieuwspoort valt precies samen met de presentatie van het partijprogramma van Pieter Omtzigt. In afwachting van de journalist van DUB staat de adviseur public affairs van de Universiteit Utrecht te luisteren, want alles wat hier in Den Haag gebeurt, vindt hij razend interessant.
“Zo Ludo, ga je voor Nieuw Sociaal Contract aan de slag?”, lacht een andere adviseur public affairs. Ja, het is oppassen geblazen in de wandelgangen. Voor je het weet zijn er roddels en geruchten verspreid. De twee collega’s praten snel bij. Over welke parlementariërs betekenisvol zijn in debatten en over de onwetendheid die er soms binnen hun eigen organisatie is over de politieke processen. Dan krijgt Koks de vraag of hij een bepaald Utrechts onderzoek de volgende dag onder de aandacht kan brengen in Den Haag. Terwijl je te maken hebt met ingewikkelde procedures en verhoudingen en het in de politiek dus allemaal om timing gaat. “Daar hoorde ik tijdens mijn opleiding voor public affairs een mooie quote over. Je bent te vroeg. Je bent te vroeg. Je bent te vroeg. Je bent te laat.”
Het lijkt de aandelenmarkt wel. Lobbyisme, het is een vak dat vooral doet denken aan belangenbehartigers of grote industrieën. Tabakslobby, boerenlobby, bouwlobby. “En voor veel mensen heeft mijn vak een bepaalde connotatie die niet altijd positief is. Dat je in achterkamers je eigen belang probeert door te drukken. Maar in mijn geval probeer ik kennis te brengen bij politici en ambtenaren, die daar misschien nog niet van op de hoogte zijn. Dat is natuurlijk iets heel anders. Eigenlijk ben ik een lobbyist voor de goede zaken.’
Een motie over proefdieren
Die functie heeft Ludo Koks sinds een aantal jaren. Daarvoor liep hij rond bij de directie Communicatie van de UU en was woordvoerder van voormalig collegevoorzitter Yvonne van Rooij, die door haar historie veel politieke connecties had. “Ik heb altijd wel interesse gehad in andermans standpunten”, zegt Koks, wiens rol voortkomt uit het belang van universiteiten om te laten zien wat hun meerwaarde is. Voor financiering, vanwege de steeds vaker gebezigde opinie ‘wetenschap is ook maar een mening’, maar ook omdat universiteiten zelf hun maatschappelijke rol serieuzer opvatten.
Koks is dan ook niet alleen; bijna elke universiteit heeft wel een adviseur public affairs in Den Haag rondlopen. “Koepelvereniging Universiteiten van Nederland is hier al langer aanwezig en komt op voor de belangen van de sector”, vertelt Koks. “Maar het is ook heel nuttig om dat wat je aan kennis en kunde opbouwt bij een universiteit in Den Haag te brengen. Dat kan een koepelvereniging lang niet altijd doen. We zijn een brede universiteit en hebben dus bijna alles in huis. De kunst is wanneer er een debat speelt, bijvoorbeeld over klimaat en energie, de connectie te maken tussen politieke beslissers en onderzoekers.”
Begrijp hem goed, hij is heus niet de enige Utrechtse link met Den Haag. De banden tussen universiteit en bijvoorbeeld Kamerleden zijn er genoeg, maar door dicht bij het vuur te zijn kan Koks kansen zien en op de juiste momenten de contacten leggen. “Hoe moet je bijvoorbeeld de cijfers over stikstof en fijnstof interpreteren? Wij nodigen parlementariërs uit, zodat ze over de juiste kennis beschikken in een debat. Ook op het gebied van proefdiervrije innovaties zijn we flink actief. In de wetgeving is de dierproef nog de gouden standaard. Wij kunnen laten zien dat je aan medicijnontwikkeling kunt doen zonder dat er proefdieren nodig zijn. Bijvoorbeeld door het gebruik van mini-organen. En mede door onze informatie is er een motie aangenomen voor de registratie van alle individuele dierproeven. Belangrijk, omdat er dan niet onnodig dubbele dierproeven worden gedaan.”
Bijdragen aan langlopende dossiers, vindt Koks het mooiste. Dan kun je echt impact maken. Maar hij komt ook in beeld als het gaat om specifiekere onderwerpen. Zo hielp hij wetenschapper Hille Fieten met het onder de aandacht brengen van het fokken van kortsnuitige honden. Dat zorgde voor Kamervragen en een nieuwe regel.
Samen optrekken
Ludo Koks heeft veel manieren om de afstand tussen Den Haag en Utrecht kleiner te maken. Zo waren er zogenaamde Ronde Tafels, gesprekken tussen Kamerleden en deskundigen over bijvoorbeeld luchtkwaliteit, milieurecht, geurproblematiek en mondiale voedselproblematiek, waarbij deskundigen van de UU aanschoven. Ook regelt hij dat regionale netwerkoverleggen, bijvoorbeeld met grote Utrechtse werkgevers, in Den Haag plaatsvinden en dat daar dan ook Haagse politici, politiek medewerkers en ambtenaren bij aanwezig zijn.
Verbinden, samenwerken; dat blijft de kern van zijn werk. Dat er andere ‘lobbyisten’ van andere universiteiten zijn, maakt niet dat er ellebogenwerk ontstaat. “Wat maakt het uit dat de ene keer een Utrechts onderzoek bijdraagt aan een motie en de andere keer een Wagenings onderzoek? Wel is het heel belangrijk dat wij als adviseurs public affairs van universiteiten hetzelfde verkondigen. Daarom hebben we ook veel overleg met elkaar over wat we gezamenlijk willen bereiken. Bijvoorbeeld om instrumenten in handen te hebben die zorgen voor een niet te grote internationale instroom en een visie op woningbouw. Want we willen natuurlijk niet in de perverse situatie komen dat we aantrekkelijk zijn voor buitenlandse studenten, maar vervolgens moeten zeggen dat ze hier niet kunnen wonen vanwege woningnood.”
Samen optrekken zal ook de komende tijd heel belangrijk worden. Ludo Koks is nu al bezig met politiek bezoek voor na de verkiezingen. “Voor ministers en parlementariërs kan het heel interessant zijn als ze in Utrecht meerdere bezoeken kunnen afleggen.” Dus heeft hij overleg met de Utrecht Economic Board, maar ook met bijvoorbeeld het UMC Utrecht om werkbezoeken gezamenlijk te coördineren. Voor je het weet is het 22 november en lopen er meer dan honderd nieuwe Kamerleden rond. Het wordt voor Koks dan ook een tijd van afscheid nemen én ontmoeten. En vervolgens relaties opbouwen en parlementariërs op het juiste moment van de juiste kennis voorzien.
In de tussentijd denkt hij na hoe hij zijn kennis over ‘Den Haag’ kan overdragen aan zijn UU-collega’s. Daar is geen afdeling Public Affairs voor nodig, maar hij ziet wel voor zich dat mede door zijn toedoen de UU en politiek Den Haag elkaar nog beter weten te vinden. “Onlangs werd de Universiteit Utrecht genoemd in een kamerbrief, met voorbeelden van vernieuwende wetenschapscommunicatie. Dat is prachtig om te zien. En het geeft veel voldoening als ik zie dat een parlementariër vragen stelt op basis van de juiste informatie die wij hebben gegeven. Ja, verbindingen leggen buiten de muren van onze universiteit en daarmee maatschappelijk van belang kunnen zijn; ik blijf het betekenisvol en fascinerend vinden.”