Ook man op straat moet internationalisering snappen
Het is pound foolish dat het kabinet de instroom van buitenlandse studenten wil beperken, vindt werkgeversvoorzitter Wientjes. Maar CDA-fractievoorzitter Van Haarsma Buma wil de stemming in het land niet uit het oog verliezen.
Beiden deden hun uitspraken tijdens de Brits-Nederlandse Apeldoorn-conferentie die dit jaar plaatsvond in Manchester. VNO-NCW-voorzitter Wientjes hield er een toespraak waarin hij zijn zorg uitte over het begrotingstekort in combinatie met de politiek “zeer instabiele” situatie in Nederland. “We hebben een minderheidsregering gesteund door een populistische, eurosceptische partij en een tot op het bot verdeeld parlement. Een aantal belangrijke partijen kampt bovendien met een leiderschapscrisis.”
Buitenlandse studenten zijn onder meer nodig om het oplopende tekort aan bèta’s en technici te bestrijden. Hij noemde het in dat licht “onbegrijpelijk” dat het kabinet de instroom van buitenlandese studenten uit kostenoverwegingen wil beperken. “Iedere student die in Nederland komt studeren is een overwinnig in de slag om talent. Een slag die de allerbelangrijkste zal zijn in de komende jaren. De instroom beperken is penny wise, pound foolish. Als Nederland zich terugtrekt achter de dijken, zal het de zware economische crisis niet te boven komen.”
Sybrand van Haarsma Buma, voorzitter van de CDA-fractie in de Tweede Kamer en een van de drijvende krachten achter de Apeldoorn-conferentie, had de bezuinigingsonderhandelingen in het Catshuis laten onderbreken om in Manchester aanwezig te kunnen zijn. In zijn praatje bij het diner reageerde hij niet rechtstreeks op de kritiek van Wientjes, maar gaf hij een waarschuwing die veel indruk maakte op de aanwezigen.
“In Nederland wordt er hardop getwijfeld aan globalisering in het algemeen en immigratie in het bijzonder”, zei hij. “Er is een groeiende kloof in de samenleving tussen hoogopgeleiden die voordeel hebben van globalisering, en aan de andere kant degenen die er de problemen van ervaren. Mensen die bang zijn dat ze hun banen verliezen, in Nederland bijvoorbeeld aan een Pool. Terwijl de universiteit de kennis en vaardigheden uit het buitenland nodig heeft, zijn anderen bang voor wat ze als bedreiging zien.”
Een kwart van de docenten van de Universiteit van Manchester komt uit het buitenland. Van Haarsma Buma ziet dat als een groot pluspunt. “Maar als ik hier in Manchester op straat vraag wat mensen daarvan vinden, dan denk ik dat ze zeggen: they take our jobs. Het punt dat ik wil maken is: universiteiten kunnen niet bloeien in de toekomst als ze zich alleen maar internationaal oriënteren. Ze zullen zich ook moeten richten op de stad en de regio waarin ze zich bevinden en hun land. Het moet beide zijn.”
Zelf weet hij dat internationaal georiënteerde universiteiten essentieel zijn voor Nederland: “Maar dat kan ik als policicus alleen bewerkstelligen als degenen die niet naar de universiteit gaan het idee hebben dat de universiteit ook van hen is.” Daarom juicht hij het bijvoorbeeld toe dat de universiteiten van Rotterdam, Delft en Leiden hun voorgenomen samenwerking geen fusie noemen. “Vandaag de dag is het heel belangrijk dat het niet zoiets wordt als de Universiteit van de Randstad Holland of zo. Mensen zullen kunnen aanvaarden dat er veranderingen zijn, maar willen zich er wel mee kunnen identificeren.”