Op en neer naar Eindhoven voor nieuwe master

Elf studenten van de master Regenerative Medicine & Technology krijgen sinds dit studiejaar de ene dag college in Utrecht, de andere in Eindhoven. Wat zijn de eerste indrukken van de studenten? DUB sprak met ze.

Begin 2011 tekenden de Universiteit Utrecht, het UMC Utrecht en de TU Eindhoven een strategische alliantie. Onderdeel van de samenwerking: de tweejarige master Regenerative Medicine & Technology. Een multidisciplinaire opleiding op het grensvlak van biomedische wetenschappen, technologie en klinische toepassingen.

Elf studenten zijn in september gestart met de master, zeven in Utrecht, vier in Eindhoven. Het multidisciplinaire karakter komt ook tot uitdrukking in de vooropleidingen van de studenten. Utrecht levert studenten met een bachelor Geneeskunde, Biomedische Wetenschappen en University College. De Eindhovense studenten hebben een biomedisch-technische achtergrond.

De eerste tien weken reizen de Utrechtse studenten geregeld op en neer naar Eindhoven, de Eindhovense naar Utrecht. Gemiddeld krijgen ze in die periode twee dagen per week onderwijs in de andere studentenstad. De rest van het masterprogramma volgen de studenten grotendeels in de “eigen” stad.

Birgit Goversen en Mike Vogel behoren tot de eerste lichting studenten die zich voor de master inschreef. Goversen studeerde Biomedische Wetenschappen in Utrecht. Goversen vat de master kort samen: “We doen hier een beroep op het lichaam zichzelf te herstellen”.

De technische inbreng van Eindhoven als aanvulling op haar eigen opleiding sprak haar aan in dit programma. “Dit soort interdisciplinair onderzoek is op het moment het meest vooruitstrevend.” Als voorbeeld noemt ze stamcelonderzoek, en de ontwikkeling van een 3D-printer die weefsel kan printen. “Een werkende blaas schijnt al gemaakt te zijn”, vertelt Goversen. Maar dat gaat niet met alle organen zo eenvoudig: “Een nier blijft heel moeilijk om te maken”.

Mike Vogel deed een bachelor Biomedische Technologie in Eindhoven voordat hij aan de master begon. Ook hij werd aangetrokken door de combinatie van technologie en labonderzoek. In zijn bachelorproject hield Vogel zich al bezig met kunstmatige hartkleppen, een onderwerp dat in zowel Utrecht als Eindhoven uitgebreid aan bod komt. Vogel: “In die technische benadering kijk je dan bijvoorbeeld hoe de nieuwe klep de kracht van de bloeddruk kan weerstaan, vanuit de biomedische wetenschappen zorg je vervolgens dat deze hetzelfde effect heeft als een natuurlijke hartklep.”

Tijdens de opleiding krijgen de studenten een kijkje in de keuken van verschillende bedrijven en instituten. Ze gingen onder meer op de High Tech Campus in Eindhoven langs bij Philips, dat nieuwe röntgen- en MRI-scantechnieken ontwikkelt die binnen de opleiding worden gebruikt.

In het strategische plan van de Universiteit Utrecht staat dat alle bachelor- en masteropleidingen minstens 20 studenten moeten hebben. Vanuit die optiek is de instroom van elf studenten bij de master Regenerative Medicine & Technology, aan de krappe kant. Mastercoördinator Debby Gawlitta is desondanks erg tevreden met het aantal inschrijvingen. “Wij hadden voor dit eerste jaar ingezet op minimaal negen studenten”, zegt Gawlitta.

Volgend studiejaar wordt de onderwijssamenwerking met Eindhoven uitgebreid. Dan voegt de selectieve medische master SUMMA een nieuwe track toe voor studenten met affiniteit met techniek: SUMMA-tech. De track is bedoeld voor studenten die patiëntenzorg willen combineren met onderzoek naar nieuwe medische technologieën. Binnen deze track zal ook onderwijs gegeven worden door gastdocenten van de TU Eindhoven.

Advertentie