Rebo wil grotere variëteit aan studenten in collegebanken

Docent Sebastiaan Steenman: 'Het is goed als je tijdens je opleiding tussen medestudenten zit die een andere bagage meenemen'. Foto: Maria Salaru

De faculteit Recht, Economie, Bestuur & Organisatie wil een meer heterogene groep studenten trekken. Als de studentenpopulatie een betere afspiegeling is van de samenleving komt dit het onderwijs ten goede, is het idee.

De studenten van de Rebo-faculteit vormen een té homogene groep. Vooral op de Law Colleges en bij de opleiding Bestuurs- & Organisatiewetenschap is dat het geval. Te veel van deze studenten hebben een vergelijkbare achtergrond.

Bij B&O is onderzocht wat die achtergrond is. Daaruit blijkt dat 86 procent van de studenten aan de Bijlhouwerstraat kind van hoger opgeleide ouders is en 55 procent kind van een ouder die werkt in de publieke sector. “Als wij bij de selectieprocedure vragen waar de vwo-leerling onze opleiding van kent, is het antwoord bijvoorbeeld ‘van de hockeyclub’. Ze komen dus via-via bij ons terecht waardoor we dus te veel vissen in dezelfde vijver”, zegt docent-onderzoeker Sebastiaan Steenman die vanuit B&O betrokken is bij het project.

De homogene samenstelling van de opleiding leidde in het najaar van 2014 tot een kritische kanttekening van de accreditatiecommissie die B&O toen het kenmerk Kleinschalig en Intensief Onderwijs toekende. De studentenpopulatie moet een betere afspiegeling worden van de samenleving, zeiden de commissieleden. De opleiding is het daar mee eens.

“Wij leiden studenten op die iets willen gaan veranderen in de wereld en onder meer willen werken in het openbaar bestuur. Daarvoor moeten ze kunnen omgaan met allerlei maatschappelijke issues. In hun werk komen ze in een wereld terecht die heel veel meer kleuren en meningen heeft dan ze nu op de opleiding tegenkomen. Dan is het goed als je tijdens je opleiding al tussen medestudenten zit die een andere bagage meenemen naar de studie. Daarnaast vinden wij het als opleiding het ook onze maatschappelijke verantwoordelijk om een diverse groep studenten op te leiden."

Ook voor de departementen Rechtsgeleerdheid en Economie geldt dit. Daarom wil de Rebo-faculteit door middel van het diversiteitsproject meer van elkaar verschillende studenten trekken.

Dat vooral de studenten van de twee Law Colleges en B&O op elkaar lijken, zou kunnen komen door de selectieprocedure die de twee opleidingen hanteren. Zo schrijft minister Bussemaker in een recent rapport dat middelbare scholieren van allochtone komaf en scholieren van wie de ouders niet hebben gestudeerd zich wellicht laten afschrikken door selectie en zich al helemaal niet inschrijven voor een selectieve opleiding. “Dat is mogelijk”, zegt Steenman. “Onze ervaring is inderdaad dat vwo’ers met een andere etnische of culturele achtergrond zich in mindere mate bij ons inschrijven. Net als leerlingen van wie de ouders niet hoger opgeleid zijn of uit een ander sociaaleconomisch milieu komen. Wij selecteren ze niet uit.”

Steenman verwijst naar een Brits onderzoek waaruit blijkt dat je de band met het voortgezet onderwijs al vroeg moet aanhalen om te voorkomen dat scholieren worden afgeschrikt door selectie. Hij denkt dan ook dat een betere voorlichting de kou uit de lucht kan nemen. "Tijdens de voorlichting proberen we zo veel mogelijk helderheid te geven over de selectie, zodat scholieren zo goed mogelijk hun eigen kansen kunnen inschatten." De voorlichting moet sowieso meer verschillende leerlingen interesseren in de opleiding. “We moeten veel duidelijker maken waar wij toe opleiden. We zijn daarin misschien te bescheiden.”

Volgens hem is het niet altijd duidelijk waar studenten van B&O aan het werk komen. “Ze krijgen snel een baan, vaak in de publieke sector waarmee ze een goede tot een zeer goede boterham kunnen verdienen, maar ik denk dat veel vwo’ers dat niet weten.”

Met alleen een betere voorlichting komt B&O er niet, weet ook Steenman. Behalve dat de opleiding werft onder vwo’ers wordt op facultair niveau daarom ook gekeken naar hbo-studenten die willen doorstromen naar de universiteit. Daarnaast moet diversiteit ook binnen de opleiding belangrijker worden. Zowel studenten als docenten moeten meer aandacht krijgen voor de verschillende ideeën die er nu al op de opleiding leven.   

Ook het betrekken van de huidige studenten bij het diversiteitsproject is belangrijk, zegt Steenman. Wat kunnen studenten zelf bijdragen aan het imago van de opleiding waardoor deze aantrekkelijker wordt voor andere typen vwo’ers. Studievereniging Perikles van B&O is daar nu al heel actief mee bezig. “Ze heeft nu een wedstrijd uitgeschreven om ideeën op te halen onder studenten. Ik ben heel benieuwd wat daar uit komt.”

 

Advertentie