Relatief minder Europese beurzen naar Nederland
Nederland ontving dit jaar 25 ‘starting grants’ van de European Research Council. Dat zijn er relatief minder dan vorig jaar. Groningen en Nijmegen sleepten ieder vier beurzen voor beginnende toponderzoekers in de wacht, Twente en Utrecht elk drie.
De Europese onderzoeksfinancier ERC kreeg dit jaar 2873 aanvragen van aanstormend toptalent binnen, bijna vierhonderd meer dan in 2009. Daarvan werden er 427 toegekend (vijftien procent), samen goed voor 580 miljoen euro. Vorig jaar werd nog geen tien procent van de aanvragen gehonoreerd en keerde de ERC 325 miljoen euro uit.
5,8 Procent van de beurzen kwam dit jaar in Nederland terecht. De financiële bijdrage van Nederland aan het Europese onderzoeksprogramma is ongeveer 5,5 procent, dus zijn de opbrengsten nog altijd hoger. Maar minder hoog dan in 2009, toen Nederland 7,2 procent van de ‘starting grants’ ontving.
In de ranglijst van landen met de meeste beurswinnaars binnen hun grenzen deelt Nederland opnieuw de vijfde plaats, dit keer met Israël. Nummer 1 is ook dit jaar het Verenigd Koninkrijk met 79 toegekende beurzen. Op kortere afstand dan in 2009 volgen Frankrijk met 71 en Duitsland met 67 grants.
Groot-Brittannië dankt haar hoge positie aan de vele buitenlandse onderzoekers die er werken. Wetenschappers met de Britse nationaliteit haalden 28 grants binnen, maar twee meer dan hun Nederlandse collega’s. Duitse (81) en Franse onderzoekers (62) scoorden het best, gevolgd door de Italianen (41) en Israël (28).
De drie Utrechtse 'starting grants' van dit jaar gingen respectievelijk naar farmaceut Raymond Schiffelers, paleo-klimatoloog Appy Sluijs en filosoof Thomas Müller. Nog niet alle beurzen zijn toegekend; de ERC verwacht binnenkort de toezegging van extra fondsen en zal dan de rest van de winnaars bekendmaken.
Hoger Onderwijs Persbureau / EH