Sambaboy Yuri hockeyt voor Brazilië
De naam Yuri van der Heijden klinkt niet erg naar bossanova of Copacabana. Toch is de Utrechtse student tijdens de Olympische Spelen van Rio over vier jaar misschien te bewonderen in het groen-geel van gastland Brazilië.
Yuri van der Heijden (22) hockeyt bij Amersfoort dat uitkomt op het een na hoogste niveau in Nederland. Hoewel hij dus echt wel wat meer kan dan een stick vasthouden, maakt de student Communicatie- & Informatiewetenschappen zich geen illusies. Hij zal niet snel worden opgeroepen voor het Nederlands team.
Toch is er een reële kans dat Yuri er tijdens de komende Olympische Spelen in Brazilië bij is. Hetzelfde geldt voor zijn jongere broer Patrick, student aan de Saxion Hogeschool in Deventer en teamgenoot bij Amersfoort. Hun droom is om in 2016 samen voor de Braziliaanse ploeg te spelen.
“Onze moeder is Braziliaanse en daardoor hebben we ook de Braziliaanse nationaliteit”, legt Yuri uit. “Al een paar jaar reizen we zo af en toe naar Zuid-Amerika om daar met het nationale team te trainen en te spelen.”
Het avontuur begon voor de broers tijdens een familiebezoek in 2007. Voor de gein pakten ze een training mee bij een club in Rio. “Mijn vader had dat geregeld. Het was puur voor de lol en aan Olympische Spelen in Rio dacht toen nog niemand. Maar zonder dat ik het wist, speelden er ook enkele internationals bij die club. Zij hoorden dat ik ook Braziliaan ben en klaarblijkelijk waren ze wel onder de indruk. Terug in Nederland kreeg ik een mailtje met de vraag of ik een toernooi met het nationale team mee wilde spelen.”
Inmiddels heeft Yuri er al een aantal toernooien met Brazilië op zitten. Daar is hij elke keer minstens een week mee kwijt. Maar met enige hulp van zijn opleiding lukt het hem vooralsnog aardig al te grote studievertraging te voorkomen.
Voorlopig hoogtepunt vind Yuri de deelname dit voorjaar aan een kwalificatietoernooi in Japan voor de Spelen in Londen. “Alles bij elkaar, de oefenwedstrijden meegeteld, ben ik daarvoor twee maanden onderweg geweest.”
Overigens moet er nog heel wat gebeuren wil Yuri over vier jaar echt zijn opwachting maken tijdens het grootste sportevenement van de wereld. Het nationale hockeyteam van Brazilië, ook wel de Samba Boys, is bij lange na niet zo’n hoogvlieger als de ‘Seleçao’, de roemruchte voetbalploeg. Het Internationaal Olympisch Comité eist dat ook de deelnemende teams van een gastland representatief zijn en enig niveau hebben.
“We moeten naar de top 25 van de wereld”, zegt Yuri. “Het gaat nu de goede kant op. We zijn al gestegen van plaats 42 naar plaats 33. Met het oog op Rio 2016 speurt de bond de hele wereld af naar spelers die voor Brazilië mogen spelen. Behalve ik en mijn broertje speelt er ook al een Engelse Braziliaan mee. Bovendien gaan de ontwikkelingen snel. Hockey is nu met zo’n 4000 beoefenaars nog een kleine sport die vooral door de welgestelden wordt gespeeld, maar je hoort nu steeds vaker dat ook op scholen wordt gehockeyd.”
Bijna vier hele jaren laat het Olympisch hockeytoernooi in Rio nog op zich wachten, maar voor Yuri is het een lonkend vooruitzicht. Wie denkt dat het hem om het strand en de Braziliaanse dames te doen is, heeft het mis. “De trainingskampen vinden plaats in het binnenland op harde kunstgrasvelden. Het is er vooral erg heet. Dat betekent ´s ochtends heel vroeg op en dan trainen tot de siesta. Behoorlijk afmattend.”
In de komende twee tot drie jaar wil Yuri zijn studie afronden en misschien ook nog een stapje hogerop in de Nederlandse hockeycompetitie. Daarna kan de Olympische voorbereiding van start. “Ik wil echt het maximale uit mijn sport halen. De Olympische Spelen zijn dan het allerhoogste. Het lijkt mij een onbetaalbare ervaring.”
De beste voetballer ooit heet Edson Arantes do Nascimento, oftewel Pelé. De naam van de geliefde ex-president Lula is voluit Luiz Inácio da Silva. In Brazilië krijg je dus vaak een verkorte naam. Wat betekent dat voor de naam Yuri van der Heijden? “Soms is het Yurinho, dat ligt voor de hand. In het begin was het even Rosinha. Tijdens mijn eerste trainingskamp was ik verschrikkelijk verbrand en liep ik rond met een rood hoofd, vandaar.”